Naturalis en accountants slaan de handen ineen om biodiversiteit te becijferen

Duurzaamheidsrichtlijn Nieuwe Europese regels verplichten bedrijven tot uitvoerige rapportage over hun prestaties op duurzaamheidsgebied. Voor de aanpak hiervan ging accountant en adviseur KPMG in de leer bij Naturalis in Leiden.

Een expositieruimte van Naturalis. Het biodiversiteitscentrum heeft een omvangrijke fysieke collectie, en een schat aan digitale data.
Een expositieruimte van Naturalis. Het biodiversiteitscentrum heeft een omvangrijke fysieke collectie, en een schat aan digitale data. Foto Joris van Gennip/ANP

Het ruikt naar motten, dierenhuid en haren in de collectietoren van Naturalis, het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit in Leiden. Hier liggen meer dan 43 miljoen dieren- en plantensoorten opgeslagen. Opgezette antilopen, spechten, zeventigduizend apollovlindertjes. En dan is er nog kilometers archief: boeken, en ook oude landkaarten van regio’s die Google Maps nog onbekend zijn.

De fysieke collectie van Naturalis is groot, net als de gigantische online datasets waar het onderzoeksinstituut aan bijdraagt. Het afgelopen jaar werkte het samen met KPMG, om het accountants- en advieskantoor wegwijs te maken in al die kennis en data.

KPMG, van oorsprong gespecialiseerd in complexe financiële vraagstukken, moet namelijk met biodiversiteit aan de bak. Dat is een gevolg van de Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportage door bedrijven (CSRD). Die maakt deel uit van de Europese Green Deal, het EU-pakket voor vergroening, en verplicht grote beursgenoteerde ondernemingen vanaf 2024 verslag uit te brengen over hun prestaties op duurzaamheidsgebied, waaronder biodiversiteit. Ook moeten bedrijven in kaart brengen hoe zij zélf afhankelijk zijn van hun leefomgeving, bijvoorbeeld van gezonde landbouwgrond of een schone waterbron. Een externe accountant moet de rapportage controleren. Voor niet-beursgenoteerde grote bedrijven gaat het gebod per 2025 in, voor het beursgenoteerde midden- en kleinbedrijf een jaar later.

Lees ook: De accountant moet straks ook de CO2-uitstoot en diversiteit gaan controleren

Biodiversiteit meten is echter ingewikkeld. Leefgebieden, soorten, migratiepatronen, de gevolgen van klimaatverandering – het is moeilijk dat allemaal in kaart te brengen. Om nog maar te zwijgen over veranderingen als gevolg van een nieuwe bedrijfsactiviteit; de bouw van een fabriek, ontginning van landbouwgrond, opening van een mijn. Daarom heeft Naturalis de accountants afgelopen jaar bijgespijkerd over biodiversiteit.

Op het KPMG-kantoor in Amstelveen zitten ze nu overigens niet tussen opgezette kariboes en kevertjes. Wat hield die samenwerking precies in?

Getalletje

Niels Raes, expert in analyse en digitale registratie van biodiversiteit bij Naturalis, en Elisabeth Bakker, consultant duurzaamheid bij KPMG, vertellen ieder apart hetzelfde verhaal. Ze troffen elkaar een jaar geleden op de Natuurtop 2022, een bijeenkomst over vergroening, georganiseerd door de provincies en het Rijk. Bakker: „We spraken over hoe je biodiversiteit kunt meten. Daar dachten we allebei anders over.” Raes: „Bedrijven willen graag één getalletje voor biodiversiteit. Dat kan helemaal niet.”

Bedrijven willen één getalletje voor biodiversiteit. Dat kan niet

Omdat het klikte tussen de twee organisaties, besloten ze tot samenwerking. Doel ervan: een kader formuleren waarmee bedrijven kunnen rapporteren over hun afhankelijkheid van, en effect op, biodiversiteit. Bakker: „We vroegen ons af: hoe kun je zoveel mogelijk relevante informatie verwerken zonder je rapportage zo complex te maken dat het onbegrijpelijk wordt, of dat je er geen beslissingen mee kunt nemen.”

Het afgelopen jaar deelden Bakker, Raes en andere medewerkers van Naturalis en KPMG vooral heel veel kennis. „Wekelijks zaten we drie uur samen in een kamertje om te sparren”, vertelt Bakker.

KPMG legde dilemma’s waarmee het bedrijfsleven worstelt aan Naturalis voor. Ubbo van Zessen, hoofd verduurzaming bij KPMG: „Wij worden benaderd met vragen als: ‘We willen in dit gebied deze investering doen, wat zijn de consequenties voor de omgeving, en hoe houden we nadelen zo beperkt mogelijk?’ Daar konden we met Niels, zijn team en openbare natuurdata op inzoomen.”

De Naturalis-experts legden KPMG dan uitgebreid uit hoe ze die vraagstukken zouden moeten behandelen, met onder meer geografische informatie over biodiversiteit en landgebruik. Van Zessen: „We hebben een Niels nodig om te snappen wat biologen nou eigenlijk bedoelen.”

Andere taal

Omgekeerd had ook Naturalis baat bij het contact met het accountants- en advieskantoor. Raes: „We kunnen onze kennis nu via KPMG beter communiceren naar de private sector. Wat bescherming en herstel van biodiversiteit betreft, is met name daar veel winst te behalen. Zelf hebben we er moeilijk toegang toe, er wordt een andere taal gesproken. De accountant en adviseur spreken die taal wel.”

KPMG heeft inmiddels een concept-handleiding hoe ze met Naturalis biodiversiteit voor bedrijven in kaart gaan brengen. Die omvat een overzicht van alle beschikbare data over ecologie, landgebruik en de verspreiding van soorten die bepalend zijn voor biodiversiteit. Ook is verduidelijkt waar biodiversiteitshotspots liggen, en kwetsbare en beschermde gebieden risico’s lopen door bedrijfsactiviteit.

KPMG en Naturalis werkten samen met gesloten beurzen. Van exclusiviteit is geen sprake: Naturalis staat ook open voor samenwerking met andere partijen. De data over biodiversiteit die Naturalis gebruikt, zijn sowieso openbaar, vertelt Raes. KPMG verwacht de meeste bevindingen „gewoon gratis” toegankelijk te maken.

Standaard

Naturalis hoopt met het nu ontwikkelde kader een standaard te zetten voor toetsing van biodiversiteit. Raes: „Je kunt ook minimaal aan de vereisten voor de CSRD-rapportage voldoen, maar op een gegeven moment gaan bedrijven toch bij elkaar kijken hoe ze ermee omgaan. En dan zal de ene methode betrouwbaarder blijken dan de andere. Dat resulteert in betere rapportages.”

Ook Van Zessen voorziet dat grote investeerders, zoals pensioenfondsen, behoefte hebben aan een gedegen standaard voor duurzaamheidsrapportage. „Je ziet dat de kanteling is begonnen. Men gaat zich ook op het niet-financiële richten.”

De kanteling is begonnen, men richt zich ook op het niet-financiële

Daarbij bestaat wel het risico dat ook dubieuze methodieken opduiken. In de financiële wereld bleken zogenaamd ‘donkergroene’ labels voor investeringsportfolio’s gebruikt te worden voor greenwashing van beleggingen in vervuilende sectoren. Raes: „We maken een Naturalis-proof label, gebaseerd op wetenschappelijke kennis. Maar wat mensen ermee doen, hebben wij niet in de hand. Als er foute conclusies aan verbonden worden, gaan wij dat alsnog zeggen.”

Winstoogmerk

KPMG ziet bij bedrijven de aandacht voor verduurzaming toenemen. Dat geldt ook voor zijn eigen duurzaamheidsafdeling. Die had twee jaar geleden nog twintig tot dertig medewerkers, die volgens Van Zessen „niet altijd iets te doen hadden” en dan op andere projecten werden ingezet. Inmiddels werkt er 150 man voltijds. Dat komt door de duurzaamheidsrichtlijn CSRD, en bijvoorbeeld door aanscherping van het Europese emissiehandelssysteem. Doordat bedrijven meer voor hun CO2-uitstoot moeten betalen, is verduurzaming ook vanuit winstoogmerk interessant.

Uiteindelijk blijft het aan een bedrijf zelf hoe het met duurzaamheid omspringt. KPMG kan alleen adviseren en er op wijzen dat het straks in het jaarverslag terugkomt. Van Zessen: „Bedrijven moeten veel meer verantwoording gaan afleggen. Financiers gaan andere eisen stellen. Als duurzaamheidsadviseur moeten we een bedrijf daarop wijzen.”

Vooralsnog is er internationaal geen strengere rapportageplicht voor duurzaamheid dan de Europese. Verruilen bedrijven de EU dan niet voor minder streng regio’s? Van Zessen: „Als we dit niet met z’n allen wereldwijd gaan doen, bestaat het risico dat bedrijven gaan zoeken naar landen met de minste regels. Maar het staat overal hoog op de agenda.”