De parlementaire enquête naar het coronabeleid komt er nu niet, en misschien nooit

Analyse

Tweede Kamer Meerdere fracties stellen op dit moment geen Kamerleden beschikbaar voor de enquêtecommissie naar het coronabeleid. Er waren al eerder strubbelingen.

Voor een parlementaire enquête naar het coronabeleid, waaronder vaccinatie, bestaat in de Tweede Kamer op dit moment weinig belangstelling.
Voor een parlementaire enquête naar het coronabeleid, waaronder vaccinatie, bestaat in de Tweede Kamer op dit moment weinig belangstelling. Foto Olivier Middendorp

Er waren al gesprekken gevoerd met wetenschappers, onderzoekers en artsen. Er was al een werkbezoek geweest aan een uitvaartondernemer in Uden, een school in Boekel en ziekenhuizen in Maastricht en Nieuwegein. Er lag zelfs een onderzoeksvoorstel klaar.

Maar het is de vraag of de parlementaire enquête over de coronacrisis er ooit gaat komen. Er zijn vooralsnog te weinig fracties die hun deelname aan de enquêtecommissie hebben toegezegd, schrijft Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp dinsdag in een brief.

Bergkamp stelt de vorming van de commissie daarom voorlopig uit. Het is wenselijk, schrijft ze, dat „de commissie gebaseerd is op een voldoende brede samenstelling van de Kamer’’. Aan die brede samenstelling ontbrak het: alleen PVV, Forum voor Democratie, Fractie Den Haan en Groep Van Haga hadden toegezegd mee te doen. De rest wacht af of wil niet.

Formeel is het een praktische aangelegenheid. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) werkt al langere tijd aan een eigen onderzoek naar de Nederlandse corona-aanpak. Met het derde rapport van de OVV in aantocht, schrijft Bergkamp, willen VVD, D66, CDA en GroenLinks nog even afwachten voordat ze besluiten of ze Kamerleden willen afvaardigen.

Op de verschijning van dat rapport – vermoedelijk dit najaar – wil Bergkamp wachten. Dan zouden de partijen beter „kunnen overzien wat dit betekent voor de inhoud van de enquête, het tijdpad van de enquête en de beschikbaarheid van leden”.

Moeten we dit instrument nog gebruiken?

Wieke Paulusma Kamerlid D66

„Een parlementaire enquête is een heel zwaar instrument”, zegt Tweede Kamerlid Wieke Paulusma (D66) tegen NRC. „Ik verwacht dat het derde OVV-rapport niet dunner wordt dan de eerste twee. Dan gaan we ons afvragen of we dit instrument nog wel moeten gebruiken.”

Lees ook: Gepolariseerde coronacommissie probeert politieke verschillen te overbruggen

Gedoe vanaf dag één

Tot zover de officiële verklaringen. Want onder het oppervlak suddert het al vanaf dag één in de commissie die de parlementaire enquête moest voorbereiden. Dat begon al met de aanstelling van Khadija Arib als voorzitter, vorige zomer.

Ambtenaren die slechte ervaringen hadden gehad met Arib als Kamervoorzitter, zagen dat niet zitten, waarna verhalen waarin Arib als intimiderend en autoritair werd omschreven via NRC naar buiten kwamen. Arib vertrok, ook uit de Kamer.

Rustig werd het daarna niet. Aribs opvolgster Mariëlle Paul (VVD) zei al snel dat ze niet lang voorzitter wilde blijven, zei ze tegen NRC. „Het is beter als iemand van de oppositie dat gaat doen.” Maar bovenal ontstond een crisissfeer rond de rol van coronasceptici in de commissie.

Commissieleden beschuldigden hun collega’s Pepijn van Houwelingen (Forum voor Democratie) en Wybren van Haga (BVNL) van vooringenomenheid. Zij combineerden hun werk voor de voorbereidingscommissie met mediaoptredens en debatten waarin ze het corona-aanpak affakkelden. Dat was niet neutraal, vonden andere leden.

Uiteindelijk ging de commissie door. Maar toen eind mei een onderzoeksvoorstel werd gepresenteerd, werd duidelijk dat de kritiek niet was gaan liggen. GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld had er „inhoudelijke bezwaren” bij, zei ze tegen het AD. Zo vond ze de vraagstelling te eenzijdig. „Het gaat nu toch vooral over de vraag of Nederland niet te veel lockdownmaatregelen nam, maar de vraag is toch ook of we niet te weinig deden?”

Enquêtes in het nauw

Duidelijk is dat het vooruitzicht op delen van het werk van de enquêtecommissie – met alle ruimte voor complottheorieën, een rapport waarin mogelijk dergelijke theorieën over het coronavirus zouden belanden, mét stempel van de Tweede Kamer – veel fracties niet lekker zat.

Dat de commissie hierdoor wordt uitgesteld, en mogelijk afgesteld, is ook de indruk die Van Haga heeft. „Blijkbaar zijn ze zo bang voor de uitkomst dat ze het om politieke redenen afschieten”, zegt hij tegen NRC.

Dat hij zelf met zijn debatten en mediaoptredens het werk van de commissie in de weg zat, noemt Van Haga onzin. „Als er een regel was dat dat niet mocht, dan doe ik dat. Maar die regel is er niet”, zegt Van Haga. „Dat is net zoiets als mensen die roepen: je mag niet in de Kamer zitten als je ondernemer bent. Ook onzin. Dat mag gewoon.

De regeerperiode van Rutte IV beloofde de hoogmis van parlementaire enquêtes te worden. Maar na de enquête over de Groningse gaswinning ziet het er onzeker uit voor de andere twee. Er is al een enquête gaande over fraudebeleid en dienstverlening, naar aanleiding van het Toeslagenschandaal, maar daar zijn VVD en CDA geruisloos uitgestapt.

Werkdruk en politieke verschillen lagen daaraan ten grondslag, zeggen Kamerleden. Nu lijkt de laatste enquête, naar het coronabeleid, aan dezelfde problemen te bezwijken.