Pluizende populieren horen er nu eenmaal bij

Boom Vruchtpluis van populieren brandt, en pluisbrand kan leiden tot erger, ziet Gemma Venhuizen.

Foto ANP

‘Zomersneeuw’ wordt het ook wel genoemd: het witte, lichte vruchtpluis dat jaarlijks rond juni in grote hoeveelheden van populieren en wilgen afwaait. De pluisjes bevatten zaden, die door de wind grote afstanden kunnen afleggen. Eenmaal op de grond vormen ze vaak centimetersdikke, witte dekens. Juist dat kan in periodes van aanhoudende droogte een risico vormen, omdat het pluis lichtontvlambaar is.

Natuurbranden

De afgelopen tijd ontstonden op diverse plekken in Nederland natuurbranden, waarbij het populierenpluis vlamvatte: eerst in het bos bij Purmerend, daarna in de bossen bij Lelystad en Musselkanaal. In een boswachtersblog van Staatsbosbeheer stond de brand in het Purmerbos omschreven als een ‘vuurlijn’ die zich snel door het bos verspreidde maar geen zichtbare gevolgen achterliet. Wie op een website als YouTube filmpjes opzoekt met de zoekterm poplar fluff fire ziet soortgelijke beelden, van (soms met opzet aangestoken) vruchtpluis dat netjes en ogenschijnlijk gecontroleerd afbrandt zonder daarbij de ondergrond te schroeien.

Toch is zo’n fraaie vuurslang in het luchtige pluis niet geheel zonder risico, omdat het brandende pluis kan overslaan op struiken en uiteindelijk op bomen. Zo liep een deel van het bos bij Musselkanaal brandschade op; de stammen van sommige populieren zijn zwartgeblakerd. Mogelijk zullen die bomen in de komende periode afsterven.

Hoe voorkom je dat een pluisbrand uit de hand loopt? Bij de diverse branden in Nederland was de brandweer snel ter plaatse; zo werd het vuur in het Purmerbos gedoofd met behulp van stalen platen en blusvoertuigen. Daarna spoot Staatsbosbeheer eenmalig preventief de paden schoon, om herhaling te voorkomen. „Een maatregel die natuurlijk niet door heel het land kan worden uitgevoerd”, zegt een persvoorlichter.

Weghalen van de bomen gaat te ver, benadrukken boswachters en biologen

Weghalen van de bomen gaat te ver, benadrukken boswachters en biologen. De populier – familie van de wilg – hoort er nu eenmaal bij, en het vruchtpluis dus ook. Of, zoals in het boek Populieren in Nederland van H.A.J. Haaren uit 1987 staat: „Algemeen geplant, uitgebeeld en bezongen, geprezen en verguisd, is de populier een vaderlandse boom geworden, veelvuldig voorkomend in zijn talrijke verschijningsvormen en groeiplaatsen.” Al in de zestiende eeuw werden soorten als de zwarte populier en de witte abeel als „zeer algemeen” beschouwd, en vanaf het einde van de achttiende eeuw werd er omwille van de houtproductie geëxperimenteerd met kruisingen tussen twee soorten, en met klonen. Niet elke populier zorgt overigens voor pluis: Haaren benadrukt in zijn boek dat vooral „vruchtpluis van vrouwelijke klonen” voor overlast kan zorgen. En langs de A6 bij Lelystad werden eind 2018 pluizende populieren gekapt om plaats te maken voor nieuwe, pluisloze bomen. Die zouden minder verkeershinder opleveren.