N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De Boy Edgarprijs, de grootste jazzerkenning, is voor de Moluks-Nederlandse vocalist Monica Akihary. Ze is een musicus die „actief het avontuur opzoekt en niet stopt waar het schuurt”.
De Boy Edgarprijs, de grootste prijs in Nederland op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek is toegekend aan vocalist en tekstdichter Monica Akihary. Dat is vrijdag door het Fonds Podiumkunsten bekendgemaakt op het jazz netwerk- en showcase-evenement InJazz in Rotterdam. De jury noemt Monica Akihary „thuis in muzikale tradities uit alle windstreken”. Ze is een musicus die „actief het avontuur opzoekt en niet stopt waar het schuurt”.
De Boy Edgarprijs, de bronzen wisselsculptuur ‘John Coltrane’ van Jan Wolkers en een geldbedrag van 25.000 euro, wordt 6 december uitgereikt op een concertavond in het Bimhuis, Amsterdam.
De Molukse-Nederlandse Monica Akihary is de zangeres van Boi Akih, haar band met gitarist en componist Niels Brouwer, die in improvisatiemuziek, betoverende melodieën en geraffineerde structuren klanken uit vele tradities mengt. Het is, met instrumentale virtuositeit op uiteenlopende percussie en onder meer kora of West-Afrikaanse harp, internationaal repertoire met invloeden van de Molukken, maar ook met elementen uit klassieke Indiase muziek, traditionele Afrikaanse muziek en Europese jazz. Akihary eert haar culturele erfgoed door naast in het Engels ook te zingen in het Haruku – de taal van haar vader en voorvaderen, afkomstig van het Molukse eiland Haruku ten oosten van Ambon.
Donderslag
De prijs komt voor Akihary (op haar verzoek zonder leeftijd – „in jazz telt leeftijd niet” – en woonachtig in Amsterdam), „als een donderslag bij heldere hemel”. „Ik ben overwhelmed. Ik heb hier nooit aan gedacht”, reageert ze.
„Ik bewandel gewoon mijn eigen pad, zoekend naar klank en wat interessant is voor onze band Boi Akih. Mijn leven is gewijd aan de jazz, de improvisatie, de Molukse cultuur, de orale traditie en het Haruku, de taal waarmee ik ben groot gebracht. Daar probeer ik opwindende dingen mee te maken. Dat daar nu ook deze belangrijke prijs bij past, kan ik mij haast niet voorstellen. Ik stel mij daar altijd hele andere winnaars bij voor.”
Dit jaar is ze door het North Sea Jazz festival uitgenodigd binnen het Sounds of Diversity-thema. Deze week verscheen het tiende studioalbum From and to Infinity, dat op golven – de zee is op dit album verklankt in een orgel – naar het Molukse eiland Ambon voert. „En nu ook nog deze prijs”, zegt Akihary. „Ik moet het even rustig verwerken. Het prijzengeld? Ach, Ik heb nog zoveel mooie ideeën liggen.”
Ze beschouwt de Boy Edgarprijs als erkenning voor het ‘durven zoeken’. „Dat je steeds weer voelt: dít is urgent, dit wil ik maken. Dat heeft ’m voor mij nooit gezeten in het zingen van jazzstandards.”
Voorouders
In optredens maakt Akihary, aldus het juryrapport, „diepe indruk als improvisator en verhalenverteller”. Akihary: „De Molukken hebben een mooie orale traditie. Onze taal is zangerig, via melodie geven we geschiedenis door. Dat wordt door luisteraar gevoeld, zonder dat je per se de taal beheerst.”
Het schrijven in het Haruku was in eerste instantie een muzikale keuze. In haar improvisaties kan ze veel met de klanken. „Maar dat mijn zang in de ‘bahasa tanah’, de taal van onze voorouders, nu als meerwaarde wordt gezien, doet goed. Ik ben een Molukse wier ouders hier in de jaren vijftig zijn gekomen. Zij kregen nooit die erkenning of een kans om te zijn wie ze zouden willen zijn.”
Akihary trekt op Nederlandse en internationale podia op met vele extra musici. „Met haar eigen koers, die ze steeds weet te verleggen, weet ze musici en publiek te verrassen”, meent de jury.
Jazz, zegt Akihary, is voor haar een hoge kunstvorm. „Ik kan er veel in kwijt, met mijn stem en in kleur. Als ik zing ben ik vrij en los van alles.”