N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Overname Het Italiaanse Eni neemt het Britse Neptune Energy over voor bijna 5 miljard dollar. Het op de Noordzee gewonnen gas zal via Nederland naar Europa blijven stromen.
De Italiaanse gas- en oliereus Eni neemt de grootste gasproducent in het Nederlandse deel van Noordzee over, het Britse Neptune Energy. Dat hebben beide bedrijven vrijdagochtend bekendgemaakt. Met de overname is een bedrag gemoeid van bijna 5 miljard dollar (4,6 miljard euro), dat grotendeels in cash wordt afgerekend. Daarmee is het volgens kenners van de markt een van de grootste ‘contante’ overnames in bijna tien jaar tijd in de mondiale energiewereld.
Voor Eni past de overname binnen zijn eigen plannen om een ‘duurzamer’ energiebedrijf te worden. Het concern, dat in 2022 een omzet boekte van ruim 140 miljard dollar, ziet gas als een belangrijke ‘transitiebrandstof’ en zet daar zwaar op in. Door de energieoorlog die Rusland begon na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, staat ‘leveringszekerheid’ ook hoog op de agenda van Europese landen en energiebedrijven. Door de hoge energieprijzen die het gevolg zijn van de energiecrisis, is het winnen van gas financieel ook weer extra aantrekkelijk.
Lees ook: Rechter legt aanleg groot gaswinningsproject voorlopig stil
Opkalefateren
Voor Neptune is de verkoop ook logisch. Het door private-equity-investeerders gesteunde bedrijf heeft nooit de intentie gehad om voor de (zeer) lange termijn actief te zijn in de industrie. Neptune zag financiële kansen in het opkopen en opkalefateren van oude velden van grote olie- en gasbedrijven, zoals Shell en BP, die zelf niet langer brood zagen in de activiteit. Vanaf 2013 nam het verschillende velden in de Noordzee over. De velden daar raken langzaam leeg of produceren simpelweg niet zo heel goed meer. Neptune wist wel manieren om de efficiency en daarmee rentabiliteit te verhogen.
Neptune Energy exploiteert behalve gas- en olievelden op de Noordzee ook boorputten in het Britse en Noorse deel van de Noordzee en is daarnaast actief in Afrika en Azië, waar Eni ook activiteiten ontplooit. Het bedrijf produceert jaarlijks zo’n 135.000 vaten olie-equivalent. Driekwart van die gewonnen energie is aardgas. Neptune is eigendom van private-equity-investeerders CVC en Carlyle en het Chinese staatsinvesteringsfonds China Investment Corporation. Er werken 1.350 mensen en het is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. Eind vorig jaar werd al bekend dat Neptune met Eni in gesprek was over een verkoop. De onderhandelingen verliepen soms moeizaam.
Gas verdwijnt niet
Voor Nederland heeft de overname geen gevolgen. Het gas dat gewonnen wordt op de Noordzee zal nog steeds in Nederland ‘aanlanden’, via onderzeese pijpleidingen naar de kust. Daar gaat het gas het Europese ‘energiesysteem’ in, waar elke koper zich kan melden. Het gas ‘verdwijnt’ dus niet naar Italië. Nederland heeft zelf de afgelopen maanden vol ingezet op de aanvoer van extra vloeibaar gemaakt gas (lng), als alternatief voor Russisch gas.
Voor Eni is er nog een mogelijke aantrekkelijk aspect aan de overname. Neptune keek de afgelopen jaren ook naar de mogelijkheden om oude gasvelden te gebruiken voor opslag van CO2. Veel landen zien grootschalige afvang en opvang van CO2 eveneens als een strategie om klimaatverandering tegen te gaan, al is de techniek vooralsnog onbewezen op grote schaal. Zou deze techniek wel werkbaar worden, dan slaat Eni twee vliegen in één klap. CO2-opslag is dan een nieuw verdienmodel, en het scheelt tegelijk kosten om oude velden op te ruimen. Eigenaren van gas- en olieputten in de Noordzee zijn daar namelijk wettelijk toe verplicht. Dit soort opruimingsoperaties kunnen miljoenen euro’s kosten.