Wat vindt NRC | Nu LTO niet meer wil meepraten, is de politiek weer aan zet

landbouwakkoord

Commentaar

Tot zover het Landbouwakkoord, tot zover de polder. Na maanden van onderhandelingen, die regelmatig gepaard gingen met onvervalste dreigingen het proces op te blazen, is het Landbouwakkoord deze week alsnog geklapt. Boerenorganisatie LTO Nederland, traditioneel een van de gematigde en betrouwbare partners van het kabinet in agrarische aangelegenheden, is uit de onderhandelingen over een duurzame landbouw en een nieuw perspectief voor boeren gestapt. Boeren krijgen volgens LTO-voorman Sjaak van der Tak „onvoldoende handelingsperspectief en inkomenszekerheid”. Een akkoord lijkt verder weg dan ooit, en dat is slecht nieuws voor iedereen.

Wat de zaak er niet helderder op maakt, is dat LTO al maanden weigert duidelijk te maken waar een Landbouwakkoord volgens haar dan wél aan moet voldoen. Mogelijk legt LTO in de beslotenheid van de onderhandelingen haar kaarten wel op tafel, naar de buitenwereld toe hult Van der Tak zich in vage uitspraken, die het onmogelijk maken de redelijkheid – of onredelijkheid – van het standpunt van de boeren in te schatten.

De ene week is het kabinet de goede kant op aan het bewegen, de andere week is er volgens LTO slechts sprake van „intenties en beloften” vanuit de politiek, „en van intenties kunnen boeren niet leven”. Ook na het klappen van het akkoord wordt niet duidelijk waar de inhoudelijke verschillen dan precies over gingen.

Daarmee laadt Van der Tak de verdenking op zich hoe dan ook niet in te hebben willen stemmen; een geluid dat ook binnen het kabinet te horen valt. Hoe ver het kabinet en de andere onderhandelaars (supermarkten, banken, natuurorganisaties, provincies) hem ook tegemoet zouden zijn gekomen, het was nooit genoeg geweest. In plaats van de polarisatie tussen kabinet en boeren te verkleinen, heeft LTO zo zelf bijgedragen aan het vergroten van de kloof en het wantrouwen. Een gemiste kans, zoals landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie) het ook noemde. De schuld van het geschonden vertrouwen in de schoenen van het kabinet schuiven, zoals LTO doet, klinkt hier ongepast.

Hoe dan ook lijkt met het opstappen van LTO de kans op een breed gedragen akkoord verkeken. Dat zien ook de andere onderhandelingspartners en ze hebben gelijk. Feit is dat naast het akkoord – dat perspectief voor boeren moest bieden – ook het stikstofdossier fors vertraagd is. Dat is spijtig, omdat de opgave waar Nederland de komende jaren voor staat onverminderd groot blijft. En zolang de uitstoot niet naar beneden gaat, blijft de ruimte voor onder meer woning- en wegenbouw ook beperkt.

LTO zet hiermee de facto het land langer op slot. Zonder LTO aan tafel is het nu aan de politiek snel concrete voorstellen voor de sector én de stikstofreductie op tafel te leggen. Die zullen ook moeten gelden voor de boeren, die de grootste veroorzakers zijn van uitstoot. Dat er nu over hun hoofden wordt besloten, hebben zij te danken aan hun lobbyorganisatie. Wie niet meer meepraat, verspeelt ook zijn invloed op het eindresultaat.

Grote vraag is hoe coalitiegenoot CDA met het opstappen van LTO zal omgaan. Traditioneel houden de boerenbond en de christen-democraten elkaar het liefst innig vast, en CDA-leider Wopke Hoekstra heeft wat dat betreft weinig aanleiding gegeven om te denken dat dat nu anders zal zijn. Ook de vorming van de provinciale besturen bemoeilijkt verdere noodzakelijke stappen in het stikstofdossier.

Uitstel van concrete stikstofregels is echter nog schadelijker. Laat de politiek nu niet nog meer tijd vermorsen: het is helder welke opgave er voorligt. Het is bemoedigend dat Adema zich dat na al die maanden eindelijk realiseert. De kiezer heeft deze coalitie een mandaat gegeven om te handelen in het landsbelang, ook op dit terrein. Er is genoeg tijd verspild nu. Aan de slag.