Rutte wil ‘nieuwe impuls’ geven aan relatie met Marokko

Werkbezoek Nog niet eerder was een Nederlandse premier op bezoek in Marokko. Rutte wil graag met het land samenwerken, op het gebied van migratie en duurzame energie.

Premier Rutte woensdag bij het mausoleum voor koning Mohammed V.
Premier Rutte woensdag bij het mausoleum voor koning Mohammed V. Foto Jalal Morchidi/EPA

Een „nieuwe impuls” voor wat „een positieve relatie” moet worden. Zo typeerde Mark Rutte woensdag zijn bezoek aan Marokko, het eerste ooit van een Nederlandse premier aan dat land. In de afgelopen jaren wilden de emoties nog wel eens hoog oplopen, maar nu wil Nederland de relatie verzakelijken. En niet zonder reden: Marokko is, net als Tunesië, een van de landen die de Europese Unie kan helpen om de komst van migranten te beteugelen.

Bovendien heeft Marokko grote ambities op het gebied van zonne-energie en andere duurzame energievormen – en dat wekt ook vanuit Nederland de nodige belangstelling. Rutte sprak tijdens het werkbezoek met bedrijven die actief zijn in de groene waterstofindustrie. In een interview met de Marokkaanse krant Le Matin zei Rutte dinsdag „onder de indruk” te zijn van de Marokkaanse ambities op het gebied van duurzame energie. Woensdagochtend werd Rutte ontvangen door zijn Marokkaanse ambtsgenoot Aziz Akhannouch.

Reis door Afrika

Het bezoek aan Marokko is onderdeel van een reis die Rutte de afgelopen dagen maakte door Afrika. Samen met de Deense premier Mette Frederiksen deed hij maandag Namibië en Zuid-Afrika aan, waar onder meer gesproken werd over de energietransitie in die landen. Daarna ging hij alleen verder naar Rabat. „Hier in Marokko zijn de gesprekken intensiever”, vertelde de premier bij aankomst in een op sociale media geplaatste video. „We hebben hele intensieve samenwerking op het gebied van cultuur, economie en migratie.”

Vooral het dossier migratie is van groot belang. Nederland wil uitgeprocedeerde asielzoekers uit Marokko terugsturen, maar dat lukt nog maar mondjesmaat, ondanks een bezoek eerder dit jaar aan Rabat van staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel).

Lees ook: Protest Riffijnen is stuurloos zonder leider Zafzafi

In de afgelopen jaren raakte de relatie met Marokko bekoeld door het Nederlandse asielbeleid. Ook ontstonden er spanningen na de Rif-protesten, vanaf 2016, tegen de slechte leefomstandigheden in het Rif-gebied in het noorden van het land. Die protesten werden met geweld beëindigd en honderden mensen werden opgepakt en verdwenen in gevangenissen. Een groot deel van de Marokkaanse Nederlanders komt uit dat gebied. Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) bekritiseerde de aanpak van Marokko en dat werd niet gewaardeerd. „We hoeven geen lessen vanuit Nederland”, klonk het vanuit de Marokkaanse regering.

Een verzoek tot uitlevering van de Marokkaans-Nederlandse Saïd Chaou bleek olie op het vuur. Marokko vroeg om de uitlevering van Chaou, die wordt verdacht van drugssmokkel, corruptie en moord. Hij staat ook bekend als een uitgesproken criticus uit het Rifgebergte en zette zich in voor onafhankelijkheid van het gebied. Marokko reageerde woest toen een Nederlandse rechter het uitleveringsverzoek afwees.

Onhandig optreden

Een onhandig optreden van toenmalig staatssecretaris Ankie Broekers-Knol zorgde ervoor dat de relatie tussen beiden landen verder verslechterde in 2019. Zij wilde in Marokko praten over het terugnemen van uitgeprocedeerde asielzoekers terug te nemen, maar Rabat besloot de afspraak te annuleren. Staatssecretaris Van den Burg werd in februari wel ontvangen – hij noemde dat toen „een belangrijke eerste stap”. Sinds juli 2021 zijn er 125 mensen teruggestuurd, maar dat aantal moet omhoog. Vorig jaar vroegen ruim zevenhonderd Marokkanen asiel aan in Nederland.

Lees ook: Waarom is de Algerijnse regering zo boos op Spanje? En vijf andere vragen over de Westelijke Sahara

De vraag is wel welke prijs Marokko vraagt voor medewerking. Kritiek leveren op de mensenrechtensituatie in het land lijkt nu veel moeilijker geworden. Rabat vraagt ook steun voor de gedeeltelijke autonomieplannen voor de Westelijke Sahara. Marokko beschouwt dit als eigen grondgebied, een claim die internationaal niet algemeen erkend wordt. Het Nederlandse kabinet noemde het Marokkaanse plan vorig jaar „een serieuze en geloofwaardige bijdrage aan het door de VN geleide proces”. En ook dat kon woensdag in Rabat op veel waardering rekenen.