N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Wielrennen Jaap van Hulten, operationeel directeur bij Jumbo-Visma, is een van de voortrekkers van SafeR, een project dat het wielrennen veiliger moet maken. De dood van de Zwitser Gino Mäder heeft de discussie „in een enorme stroomversnelling” gebracht.
Het is „een onbeschrijflijk cynische situatie”, zegt Jaap van Hulten, sinds 2019 werkzaam bij en sinds dit jaar operationeel directeur van de Nederlandse wielerploeg Jumbo-Visma. Hij is een van de voortrekkers van een project dat het wielrennen veiliger moet maken: SafeR (Safe Road Cycling).
Afgelopen dinsdag presenteerde Van Hulten voor het eerst de plannen voor de oprichting van een onafhankelijke organisatie aan ploegen, renners en organisatoren, en de reacties waren vrijwel unaniem positief, zegt hij. „Je kunt ook moeilijk tegen het vergroten van veiligheid zijn.” Twee dagen later viel de Zwitser Gino Mäder met zijn fiets in de afdaling van de vijfde etappe van de Ronde van Zwitserland. Een dag later, afgelopen vrijdag, overleed hij aan zijn verwondingen. Mäder werd 26 jaar.
Het was niet het eerste dodelijke ongeval in het wegwielrennen deze eeuw, de afgelopen twintig jaar kwamen in wedstrijden al zeker acht renners om het leven.
Zaterdag bracht het AD het nieuws over de oprichting van SafeR, een organisatie waar in het wielrennen al jaren over gesproken wordt, maar dat nooit van de grond kwam. Het plan is om op 30 juni, op de vooravond van de Tour de France, een persconferentie over het project te geven, zegt Van Hulten. Het overlijden van Mäder heeft de discussie over veiligheid in de wielersport volgens hem in een „enorme stroomversnelling” gebracht.
Hoe bedoelt u dat?
„Door het heengaan van Gino is er nu heel veel aandacht voor de veiligheid in het wielrennen. Iedereen vraagt zich af: Wat is er gebeurd? Wat zouden we als wielerwereld kunnen doen om dit te voorkomen? We zitten eigenlijk nog in de fase dat we draagvlak zoeken voor het oprichten van deze organisatie. Dat zal geen probleem meer zijn. De volgende stap is dat we per 1 januari 2024 de organisatie oprichten en dat we aan de slag kunnen.”
Er wordt al jaren gesproken over de oprichting van een dergelijke organisatie. Uw team Jumbo-Visma is daar nadrukkelijk bij betrokken sinds de crash met Fabio Jakobsen en Dylan Groenewegen in de Ronde van Polen in 2020. Waarom heeft het zolang geduurd?
„Dat weet ik niet. Richard [Plugge, algemeen directeur van Jumbo-Visma] heeft mij eind 2022 benaderd of ik voortrekker van dit project wilde worden. Even daarvoor hadden Jumbo-Visma, het Britse team Ineos Grenadiers en wereldwielerbond UCI besloten: dit kan zo niet langer. In het verleden werd er altijd standaard naar de UCI gekeken voor dit vraagstuk, en dat is ook wel logisch, maar die komen middelen en mankracht tekort. Dus als je iets wil veranderen, dan moet je het samen doen.
„Ik kom niet uit de wielerwereld, dus ik heb wel eens gedacht: hoe is het mogelijk dat het de afgelopen decennia niet is gelukt om de organisatoren, wielerploegen, renners en de UCI om tafel te krijgen? Die vier partijen hebben te lang te veel naar elkaar gekeken. Dat vind ik echt onbegrijpelijk. Maar drie weken geleden is het gelukt. En dan merk je dat als je gewoon mét elkaar praat in plaats van óver elkaar gaat twitteren, dat je dan het eigenlijk heel snel eens wordt.”
SafeR wil in eerste instantie op twee manieren gaan bijdragen aan veiliger koersen: ten eerste door van tevoren op basis van datamodellen en een database van koersincidenten uit eerdere jaren, advies uit te brengen over parcoursen en hoe die veiliger gemaakt kunnen worden. Daarnaast is het de bedoeling dat SafeR analyses van incidenten gaat maken terwijl wedstrijden plaatsvinden. Op basis daarvan moeten er adviezen uitgebracht gaan worden aan de wedstrijdcommissarissen van de UCI over mogelijke overtredingen in koers van renners, ploegleiderswagens of andere betrokkenen, inclusief bijpassende sancties. Een soort videoscheidsrechter voor wielrennen. Van Hulten wil ook de huidige geldboetes die nu vaak worden uitgedeeld voor overtredingen, uitbreiden met een systeem met ‘gele’ en ‘rode’ kaarten, met bijvoorbeeld uitsluiting van de wedstrijd tot gevolg.
Direct na de val van Gino Mäder was er veel kritiek op het parcours van de etappe. Een afdaling richting de finish zou veel te gevaarlijk zijn, zei onder meer de Belgische wereldkampioen Remco Evenepoel. Hoe denkt u dat uw organisatie het parcours had beoordeeld?
„Dit was een etappe die al heel lang verreden werd. Ook de finish daar, na de afdaling in het dorpje La Punt, bestaat al jaren. Er is daar in 35 jaar niets noemenswaardig gebeurd. Dus ik durf wel te stellen dat de kans heel klein was geweest dat een SafeR-delegatie, als die een half jaar eerder was langsgegaan, had gezegd: ‘Nee, sorry, dit gaan we niet doen.’
„Je moet je realiseren dat veel parcoursen al heel lang worden beoordeeld op de risico’s, maar dat je nooit alles kunt wegnemen. Je weet nooit precies hoe een half jaar later de dranghekken staan. Daar moet je niet een te rooskleurig beeld van schetsen, want de realiteit is dat de schoonheid van de sport hem deels zit in het koersen over de openbare weg.
„Neem Milaan-Sanremo, een mythische koers mede dankzij de beklimming van de Cipressa en de Poggio aan het einde van de race. In de meest recente edities hebben we gezien dat de winnaars het verschil hebben gemaakt in de afdaling van de Poggio. Dus wat gaan we doen? De Poggio eruit halen, en de Cipressa? Het is echt een complex verhaal. Om de sport veiliger te krijgen, moet er een aantal heilige huisjes omver geschopt worden.”
Welke bijvoorbeeld?
„Nou, de begeleiding en controle over alle mensen die meerijden in een koers, zoals motards of cameramensen. Iedereen moet dat een keer voor het eerst doen om te leren hoe het moet, maar hun begeleiding is nu volstrekte willekeur. Het is bizar hoe dat zo vaak goed gaat.
„Iets anders is dat ik me afvraag hoe lang het nog houdbaar is dat renners zich in een shirtje en korte broek naar beneden storten. Toen de helm in 2003 verplicht werd [na de dodelijke val van de Kazach Andrei Kivilev in Parijs-Nice], heeft een deel van het peloton gestaakt uit protest. Dus ik weet niet hoe lang het gaat duren voordat er betere bescherming komt. Als je het vergelijkt met andere sporten: in de Formule 1 is inmiddels duidelijk zichtbaar dat coureurs heftige crashes veel makkelijker overleven. Dat vind ik in de wielersport nog niet het geval, dat heeft me de afgelopen dagen wel beziggehouden.”
Denkt u dat de val van Mäder te voorkomen was geweest?
„In algemene zin ben ik ervan overtuigd dat we met onze organisatie het aantal ongelukken flink kunnen reduceren, maar helemaal uitsluiten kun je het nooit. Ik vind het moeilijk om iets over het ongeluk van Mäder te zeggen, want ik was er niet bij. Dus het is beter dat ik me daar nu niet over uitspreek, dan doe je misschien mensen tekort. Ik ben blij dat de politie onderzoek doet. Laten we dat afwachten, zodat we voorkomen dat iedereen gaat zeggen wat ze er gevoelsmatig van denken. Dat is hoe het altijd gaat in de wielersport en daar schieten we niks mee op. We hebben feiten nodig, dat is cruciaal. Zodat we niet een beslissing nemen voordat het is onderzocht.”