Cannabisteelt houdt Libanezen overeind: ‘Hasj is ons dagelijks brood, het is waar we de opleiding van onze kinderen mee betalen’

Met sikkels oogsten boeren cannabis in Yammoune.

Foto Marcus Yam/LA Times/ Polaris

Reportage

Hasjboeren Libanon is van oudsher een van de grootste exporteurs van hasj ter wereld. Maar wetgeving loopt er achter op de praktijk. En door de economische crisis kunnen hasjboeren nog maar nauwelijks rondkomen.

Ali is zo stoned als een garnaal. De 24-jarige zit samen met zijn vrienden te blowen in het Libanese bergdorp Yammoune. Hij hangt bij een kraam met sinaasappels langs een verlaten weg. In theorie verkoopt hij hier versgeperst sap aan toeristen, maar die zijn nergens te bekennen, dus genieten de jongens van een andere lokale lekkernij: hasj.

„Proeven?”, vraagt Ali terwijl hij een dikke joint toereikt. „Geloof me, dit is de beste hasj ter wereld.” De joint gaat rond en de jongens barsten om de minuut uit in een lachbui. Naar eigen zeggen roken ze zo’n dertig joints per week. „Zo gaat dat in Yammoune”, zegt Ali. „Iedereen blowt hier, van de kinderen tot aan de bejaarden. Er is zelfs een imam die hasj verkoopt!”

Yammoune ligt op een vruchtbare hoogvlakte in het noorden van Libanon. Het sjiitische dorp van zo’n zevenduizend inwoners bestaat uit natuurstenen huizen en wordt omsloten door bergen, een meer en een tempel voor de Romeinse liefdesgodin Venus. De hoge ligging van het dorp, het bergwater en de warme zomertemperaturen scheppen het perfecte klimaat voor cannabisteelt. Wie in het oogstseizoen in september Yammoune aandoet, rijdt het dorp binnen door een groene corridor van metershoge cannabisplanten.

„Vrijwel alle boeren zitten in de hasj”, zegt Ali. Niet alleen omdat die plant het hier zo goed doet, maar ook vanwege de economische crisis. „Veel boeren zijn van appels en tomaten overgestapt op hasj. Je kunt wel appels gaan telen, maar dat kost veel geld en je kunt er tegenwoordig niet meer van rondkomen. Hasj is goedkoper om te maken en levert veel meer op.”

Je kunt wel appels gaan telen, maar dat kost veel geld en je kunt er tegenwoordig niet meer van rondkomen. Hasj is goedkoper om te maken en levert veel meer op

Ali Libanese hasjgebruiker

Ali wil niet met zijn achternaam in de krant en beweert zelf geen hasj te verbouwen, maar hij weet wel alles van het productieproces. In tegenstelling tot wiet, dat bestaat uit de gedroogde toppen van de cannabisplant, wordt hasj gemaakt door van die toppen de trichomen (haarachtige kliertjes) te extraheren en deze vervolgens samen te persen en te verhitten. „Het is vakmanschap”, zegt Ali, die hasj duidelijk superieur acht aan wiet. De productie van wiet laat het sjiitische Yammoune dan ook liever over aan een christelijk dorp in de buurt, legt hij uit. „Zij doen de wiet, wij de hasj. Natuurlijk zijn ze jaloers, want alleen wij kennen de geheimen van dit vak.”

De bergen rondom Yammoune, Libanon. In de zomer staat het hier vol met metershoge cannabis-planten. Foto Melvyn Ingleby

Burgeroorlog

Libanese hasj is wereldberoemd. De productie ervan gaat eeuwen terug en nam een vlucht tijdens de Libanese Burgeroorlog (1975-1990), toen het Syrische regime het land binnenviel en een groot deel van de drugsindustrie naar zich toetrok. Destijds was driekwart van de wereldwijd geconsumeerde hasj Libanees. Tegenwoordig is Libanon van de hasj-troon gestoten door Marokko en Afghanistan, maar volgens de VN blijft het land de op twee na grootste hasj-exporteur ter wereld.

Toch kun je in Libanon de gevangenis in komen als je een joint opsteekt. Terwijl het Libanese platteland ’s zomers vol staat met cannabisplanten en jointjes niet zijn weg te denken bij een huisfeestje in Beiroet, verwoest het Libanese leger geregeld cannabisplantages en staat er tussen de drie maanden en drie jaar celstraf op het roken van een joint. Dealers kunnen zelfs levenslang krijgen, al blijft hun straf in de praktijk vaak beperkt tot vijf jaar cel.

„Het Libanese cannabisbeleid is volstrekt paradoxaal”, zegt Nawal Ramadan, een Libanese advocaat die onderzoek deed naar wetgeving rond cannabis in zijn land. „De overheid hanteert draconische straffen voor cannabisgebruik door de eigen bevolking, maar geeft vrij spel aan illegale drugssmokkel naar de rest van de wereld.”

Een vrachtwagen vol cannabisplanten vertrekt uit Yammoune. Foto Marcus Yam/LA Times/ Polaris

Machtige families

Een nieuwe wet uit 2020, die de productie en export van cannabis voor „medische en industriële doeleinden” legaliseert, zorgde volgens Ramadan voor nog meer tegenstellingen. De wet bevat geen enkele verwijzing naar dokters die cannabis kunnen voorschrijven, botst met eerdere wetgeving die de plant nog altijd aanmerkt als een illegale drug zonder medisch nut en maakt het mensen die eerder veroordeeld zijn voor cannabisverkoop onmogelijk een licentie aan te vragen. „Het is een belabberd ontworpen wet die in de praktijk niets veranderd heeft”, zegt Ramadan. „Veel mensen weten niet eens dat de wet bestaat.”

Libanons politieke elite heeft dan ook belang bij de status quo, zegt Ramadan. Met name de sjiitische strijdgroep en politieke partij Hezbollah, maar ook andere partijen en machtige families, verdienen volgens haar goud geld aan de illegale drugshandel. „De wet uit 2020 was gewoon bedoeld om export makkelijker te maken, niet om de industrie te reguleren.”

Ondertussen neemt de vraag naar hasj op de zwarte markt toe, vertelt een dealer in Beiroet. Op voorwaarde van anonimiteit doet hij telefonisch een boekje open over zijn illegale verkooppraktijken. Om de paar minuten onderbreekt hij het gesprek om een klant te bedienen.

Lees ook: Het Syrische regime profiteert van de handel in de ‘cocaïne voor de arme man’

„Vanwege de economische crisis zijn mensen absoluut meer aan het blowen geslagen”, zegt de dealer. In Libanon is hasj dan ook relatief goedkoop: waar je in Nederland doorgaans een tientje voor één gram betaalt, verkoopt de dealer blokken hasj van 200 gram voor tussen de 50 en 100 dollar, afhankelijk van de kwaliteit. Zijn baas verdient volgens hem zo’n 20.000 dollar per maand. Hijzelf komt uit op een tiende daarvan – altijd nog stukken beter dan zijn oude salaris als elektricien. „Daarom stappen steeds meer mensen in deze business.”

Maar in Yammoune kunnen de hasj-boeren zelf nog maar nauwelijks rondkomen. Door de hyperinflatie in Libanon zijn kunstmest en elektriciteit zo duur geworden dat het soms geen zin heeft om iets te verbouwen. Boeren die eerder al van appels naar hasj waren overgestapt, storten zich nu op de productie van captagon, een synthetische drug die vanuit Syrië is komen aanwaaien en spotgoedkoop is om te maken.

Faraj (54) met zijn vrouw en vrienden in zijn restaurant in Yammoune. „Zonder hasj kunnen wij niet leven.” Foto Melvyn Ingleby

Thee en geitenmelk

Het is een ramp voor het dorp, verzucht Faraj, een 54-jarige restauranteigenaar die in Yammoune geboren is. „We kunnen niet leven zonder hasj”, zegt hij vanachter de tafel waar zijn vrouw ontbijt met thee en geitenmelk serveert. „Hasj is ons dagelijks brood, het is waar we de opleiding van onze kinderen mee betalen. Zonder hasj zouden we nog in hutten wonen.”

Veel mensen in het dorp blowen hun ellende weg, weet Faraj, maar hijzelf raadt dat af. „Een joint doet je je problemen vergeten, maar lost ze niet op”, zegt de tandeloze man bedachtzaam. „Bovendien krijg je er een probleem bij. Hasj zelf mag dan wel goedkoop zijn, maar als je het rookt, krijg je honger. En eten kost geld, dus kun je beter niet te veel blowen.”

Een joint doet je je problemen vergeten, maar lost ze niet op. Bovendien krijg je er een probleem bij

Faraj restauranteigenaar

Toch zou hasj ook de uitweg uit de misère kunnen bieden, zegt advocaat Ramadan. Ze verwijst naar het in 2019 verschenen rapport ‘Libanon Economische Visie’ van het consultancybedrijf McKinsey. Daarin staat dat gereguleerde hasj-productie voor medische doeleinden Libanon jaarlijks een miljard dollar aan inkomsten kan opleveren. „Dit rapport was de aanleiding voor die wet uit 2020”, zegt de advocaat. „Maar in de praktijk zijn de ideeën niet uitgevoerd. Als je zulke resultaten wilt behalen, moet je samenwerken met de boeren.”

Ali en zijn vrienden zijn het daar roerend mee eens. „De dealers verdienen nu al het geld terwijl de boeren al het werk doen”, zegt Ali. „Dat kan deze regering niets schelen. Ze willen dat het volk arm en klein blijft.”

De jongens steken nog een joint op en fantaseren over hoe het anders kan. Ze zouden hasj volledig legaliseren, investeren in de productie van CBD-olie voor kankerpatiënten en de vezels van de hasjplant verwerken tot touwen en kleren.

„Onze generatie heeft genoeg ideeën”, zegt Ali terwijl hij een hijst neemt van zijn joint. „Als wij nou eens een deal sluiten met Nederland, dan beginnen we samen een hasj-revolutie.”