BMW iX1 is snel én opvallend zuinig

Recensie Auto

Autotest BMW biedt steeds meer bestaande modellenreeksen met alle aandrijflijnen aan, ziet . Nu is er de iX1.
Foto Merlijn Doomernik

Alle BMW’s worden steeds groter. Ze klimmen bij elke modelwisseling één trap hoger in de pikorde. Gezagsdragers kunnen zich nu rustig in een 5-serie vertonen. De gewezen middenklasser is inmiddels bijna net zo lang en even breed als 25 jaar geleden het topmodel van BMW, de 7-serie. Die op zijn beurt sindsdien 40 centimeter langer en schrikbarend breder is geworden.

Zo’n groeicurve levert twee problemen op. Ten eerste zet je als fabrikant een enorme opwaartse druk op je modellengamma. Wat groot is, moet nog groter worden, wat klein begon natuurlijk ook. Daardoor wordt het moeilijker rangen en standen uit elkaar te houden; het beoogde onderscheid vervaagt. De auto die ik bij de importeur voor de grotere X3 aanzie blijkt de X1 te zijn, de kleinste suv van BMW. Ik kan me de eerste X1 nog herinneren. Die vond ik veertien jaar geleden plomp en vet. Laatst zag ik er weer een. Daar stond een subtiel opgehoogde, bijna elegant gelijnde stationcar. Kleintje.

De nieuwe X1 is weer langer en breder dan zijn voorganger. Maar voor het eerst is er ook een elektrische. Die heet iX1 en treedt op wat detailverschillen na in dezelfde gedaante aan als de X1-varianten op benzine of diesel. Dat is politiek bij BMW. Het merk biedt steeds meer bestaande modellenreeksen met alle aandrijflijnen aan. Ook de X3, de 4- en 7-serie en straks de 5- en 3-serie zijn zowel met verbrandings- als elektromotor leverbaar. Zo hoef je niet zoals bij Audi of Mercedes-Benz naar een speciaal ontworpen stekkerauto uit te wijken. Slim? Wellicht bevordert het de integratie van elektrisch rijden onder conservatievere BMW-rijders voor wie uitsluitend elektrische BMW’s als de iX en de inmiddels afgezwaaide i3 misschien net te gewaagd waren.

Bereik en batterijcapaciteit van de iX1 corresponderen met zijn plaats onder de zon: het gulden midden. Een 64,7 kWh-batterij zou hem 435 kilometer ver moeten brengen, waarna je snellaadt tot 130 kW en 11 kW tapt bij gewone laadpalen. Voor actieradius kun je in het crossovergenre met hetzelfde budget beter een Tesla Model Y Long Range kopen. Die komt voor zelfs iets minder honderd kilometer verder en laadt sneller.

Toch verrast de BMW in meer dan één opzicht. Zijn betere afwerking of het gekledere interieur springen daarbij minder in het oog dan de balans tussen vermogen en verbruik. Aluminium speakerroosters in de voordeuren of de quasi zwevende middenarmsteun met automaathendel en de belangrijkste bedieningselementen zijn cosmetica, maar de 313 pk van twee elektromotoren maken hem én snel én opvallend zuinig. Met mijn verbruiksgemiddelde van 15,5 kWh op 100 kilometer duikt hij ver onder de fabrieksopgave van 16,8 en behoort hij in zijn klasse tot de beste.

Innerlijke Tarzan

Wel vraag je je af waarom de iX1 haast net zoveel vermogen meekrijgt als de basisvariant van BMW’s grootste elektro-suv, de iX: pure overkill voor zo’n pensionadocruiser. Anderzijds is zijn uiterlijk met het enorme dubbele vierkant van de afgedichte grille in overeenstemming met zijn innerlijke Tarzan. De huifachtig opstaande en uitstekende hoeken van de achterlichten, alsof iemand stokjes in het led-vlees heeft gestoken, respectievelijk de uitbuikende achterbumper geven de voorheen karakterloze achterkant reliëf. De 20 inch wielen zijn vast speciaal bedoeld voor BMW-boomers, want dit wordt geen auto voor de Hyundai-spijtoptant. Daar is hij te duur voor en dat moet ook. De klanten komen, gok ik, uit een 5-serie. Kleiner wonen, kleiner rijden, maar het mag wat kosten.

Binnen drijft BMW een met de uiterlijke groei vreemd schurende verkleiningsdrang iets te ver door. Onder het armleuninkje bevindt zich het armetierigste opbergvakje ooit. Het greepje voor de deurontgrendeling heeft de fragiliteit van een haarspeld. Van de behuizing voor de telefoonoplader mogen ze de voor het scheenbeen hinderlijke flieberzijwandjes verwijderen. Anderzijds gaat het panoramadak echt open en genoot ik door de lage neus en de ver doorgetrokken voorruit zelden zo’n onbelemmerd uitzicht voorwaarts. Naar opzij is het overzicht ondanks een forse dode hoek nog altijd relatief bevredigend door de royaal gesneden derde zijruit. Verder is de X1 een auto die je in BMW-stijl laat geloven dat hij ondanks zijn geriatrische positie in het gamma helemaal van deze tijd is. Het stuur is lekker dik, de stuurpositie is perfect, de voorstoelen met uitschuifbare zittingen zitten riant. Nu hij ook nog elektrisch is, ketsen alle principiële bezwaren tegen zijn opgezwollen suv-heid op hem af.