Nederlands elftal verliest in Nations League na 120 minuten prikkelend voetbal van een geolied Kroatië

Reportage

Voetbal Een jonge, nieuwe Oranje-lichting loopt de finale van de Nations League mis na een nederlaag tegen de geslepen meesters uit Kroatië (2-4). In de verlenging ontbrak het de ploeg van bondscoach Ronald Koeman aan kracht en slimheid om nog een keer terug te vechten.

Teleurstelling bij Frenkie de Jong (midden) tijdens de halve finale van de Nations League tegen Kroatië.
Teleurstelling bij Frenkie de Jong (midden) tijdens de halve finale van de Nations League tegen Kroatië. Foto Koen van Weel / ANP

Het was in fases goed, intens, meeslepend, in een festivalachtige sfeer op een zomerse avond in Rotterdam-Zuid. Reclame voor het voetbal, na een seizoen vol met incidenten op de Nederlandse velden. Maar het Nederlands elftal verloor wel, in de halve finale van de Nations League met 4-2 van Kroatië, na meer dan 120 minuten prikkelend voetbal.

Hoewel verloren, is het de wedstrijd die Nederland misschien nodig had om de tweede termijn van bondscoach Ronald Koeman te laten ontbranden na de teleurstellende interlandperiode in maart. Nederland wacht in de Nations League, een relatief nieuw landentoernooi, zondag de strijd om de derde plaats in Enschede. Kroatië speelt die avond de finale in de Kuip tegen Spanje of Italië.

Het is de jonge, nieuwe lichting die het aflegde tegen de oude, geslepen meesters in een fraai gevecht. Kroatië – tweede op het WK van 2018, derde op het WK van 2022 – voetbalt in fases makkelijker tussen de linies, is directer in de passing. Maar het vindt de spirit en wilskracht van Oranje tegenover zich. Een bloktackle hier, een bodycheck daar, een onderschepping tussendoor.

Eind van een lang seizoen

Het voelt niet per se als een thuiswedstrijd, met Nederland in het blauwe uitshirt. En 14.000 fanatieke Kroatische fans, die voor een ambiance zorgen zoals die hoort bij landenvoetbal. De zon zakt langzaam onder, langs de kap van de oude Kuip, die voor de gelegenheid volledig is gepimpt door organisator UEFA. Grote videoschermen, overal Nations League-banners, een heel dorp met tenten rond het stadion.

Zomaar een mooie voetbalavond aan het eind van een lang seizoen, in een toernooi waarvan de status nog steeds moeilijk te plaatsen is. In 2019 haalde Nederland de finale, die het verloor van thuisland Portugal. Aanvoerder Virgil van Dijk zei deze week terugblikkend dat ze destijds „niet echt het besef” hadden ze dat ze „voor een beker” speelden. Nu leeft dat meer, merkte hij.

Die grote beker blinkt even voor de aftrap aan de rand van het veld. Koeman kiest nadrukkelijk voor de nieuwe generatie. Hij is gedwongen te verjongen, nadat het eind maart misging in en tegen Frankrijk: een 4-0 nederlaag. Het voorheen vertrouwde trio Van Dijk, Georginio Wijnaldum en Memphis Depay gaf onder meer niet thuis.

Nu kiest Koeman op het middenveld voor Teun Koopmeiners en Mats Wieffer, in plaats van Wijnaldum en Marten de Roon. En de spitspositie wordt door het ontbreken van de geblesseerde Depay ingevuld door Cody Gakpo, geflankeerd door Xavi Simons en Donyell Malen. Ook opvallend: drie Feyenoorders in de basis, niet één speler van Ajax.

Nederland moet duidelijk wennen aan de nieuwe formatie, aan de wisselingen. Veel overleg, als het spel even stilligt. Het opbeurende klappen na het geven van een foute bal. Daar waar Kroatië geolied is, de automatismen erin geslepen.

Modric tegen De Jong

Vrijwel alles begint bij de 37-jarige Luka Modric, met zijn verfijnde, intelligente passing. Steeds vindt hij Frenkie de Jong in zijn buurt, zijn Nederlandse evenknie, altijd op een paar meter. Loerend naar elkaar, waar ze zich begeven – De Jong net iets meer dan Modric.

Goed voetbal, weinig kansen. Maar dan zet Gakpo na ruim een half uur fel door op links. Gevolgd door gecontroleerde, geduldige, technische passing in de kleine ruimte tussen Simons en Aké, die Wieffer vindt. Die verplaatst het spel slim naar de andere kant van het strafschopgebied waar Malen wacht. Die schiet loepzuiver in de open hoek, met een lastige stuit. Prachtige 1-0.

Maar dan, zomaar, kort na rust. Gakpo neemt de bal niet goed aan in het eigen strafschopgebied, Modric zit als een mug bovenop hem, verovert de bal in een gevaarlijke zone, waarna Gakpo de Kroatische aanvoerder even vasthoudt. Strafschop, geen twijfel. Gakpo schreeuwt gefrustreerd – de ontzetting bij Koeman langs de kant. Onhandig, onnodig. Spits Andrej Kramarić schiet door het midden, laat doelman Justin Bijlow kansloos: 1-1.

Het evenwicht kantelt, de ervaring van Kroatië wordt belangrijker, dat voert de druk op. Luka Ivanusec krijgt te veel ruimte van rechtsback Denzel Dumfries, de pass naar de as waar Mario Pasalic wacht. Van Dijk en Koopmeiners grijpen niet in, waardoor Pasalic in bijna vrije positie kan binnenschieten. Van Dijk is te passief, kijkt wel naar de bal, maar niet naar de man. 1-2 na zeventig minuten.

Zo ontglipt het Nederland, lijkt het. Nog een grote kans voor Gakpo, maar zijn schot gaat zeker een meter naast. Dan, in de zesde en laatste minuut van de blessuretijd. De bal wordt in het Kroatische doelgebied gegooid, iedereen duikt ervoor, valt dan plots voor de voeten van invaller Noa Lang. Hij volleert beheerst met binnenkant rechts, vindt het gaatje tussen doelman en verdedigers. 2-2. Extatische taferelen, en Kroatische fans die gooien met plastic bekers met bier.

Het wordt verlengen, laat op de avond in Rotterdam. Nederland kan het momentum niet vasthouden. Het loopt al snel tegen de 2-3 aan. Invaller Bruno Petkovic draait knap weg bij De Jong. Hard goed, geplaatst afstandsschot, buiten bereik van Bijlow.

Nederland mist de kracht, de slimheid om nog een keer terug te vechten. Lang komt nog in kansrijke positie schuin voor open doel, maar schiet in het zijnet. Kort voor tijd krijgt Kroatië nog een strafschop na een charge van invaller Tyrell Malacia op Petkovic. Dat slotakkoord is voor Modric, die 2-4 maakt. Ragfijn in de hoek. Een klein Kroatisch volksfeest barst los.