Vertrekkend directeur Ivo van Hove maakte van theater altijd een belevenis

Profiel

Ivo van Hove Regisseur Ivo van Hove stopt als artistiek directeur van ITA. Vooral in de grote zaal floreerde hij met intense voorstellingen.

Ivo van Hove (in het blauw) als regisseur van Age of Rage.
Ivo van Hove (in het blauw) als regisseur van Age of Rage. Foto Olivier Middendorp

Het is het einde van een tijdperk dat 22 jaar duurde. Woensdag kondigde Ivo van Hove zijn vertrek aan als artistiek directeur bij Internationaal Theater Amsterdam (ITA). Hij blijft wel als regisseur en adviseur verbonden aan het gezelschap. „Het is tijd voor een nieuwe fase in mijn leven.” Van Hove zegt meer tijd te willen hebben voor zijn regies in het buitenland. Bovendien wordt hij de nieuwe intendant bij de Ruhrtriennale voor de periode 2024-2026, vanaf 1 november dit jaar.

Zijn vertrek lijkt een logische stap. Van Hove is 64 jaar en al vele jaren een veelgevraagd regisseur in het buitenland. Bij zijn eigen gezelschap regisseerde hij naast zijn internationale producties al nauwelijks meer dan één voorstelling per jaar en daar lijkt weinig verandering in te komen.

Bovendien is 22 jaar een ongekend lange tijd om leiding te geven aan het grootste en rijkste theatergezelschap van het land. Als iemand die in de jaren tachtig „een punkmentaliteit” uitdroeg en zijn carrière begon met trappen tegen het Vlaamse theater-establishment zal hij voorvoeld hebben dat het tijd werd om anderen een kans te geven. Dat er met de Noorse regisseur Eline Arbo een waardig vervanger klaarstaat, maakt het hem gemakkelijker het stokje over te dragen.

In die 22 jaar directeurschap groeide hij uit tot een gezichtsbepalend regisseur met een onschatbare waarde voor het Nederlands theater.

In 2001 werd Van Hove directeur van wat toen nog Toneelgroep Amsterdam heette. Na een rumoerige start, met onrust en wisselingen in het ensemble, vestigde hij zijn reputatie als regisseur van een schitterend, spraakmakend en veelkantig oeuvre, waarin onvergetelijke marathonvoorstellingen (Romeinse tragedies en Kings of war), sublieme filmbewerkingen (Opening Night, Scènes uit een huwelijk) en grootse boekbewerkingen (The Fountainhead, de Couperus-trilogie) eruit sprongen.

Een scène uit Kings of War.
Foto Jan Versweyveld

Dankzij de rol die videobeeld in zijn werk innam, werd hij onthaald als theatervernieuwer. Internationaal werd hij een veelgevraagd regisseur, die met talloze wereldsterren werkte, onder wie David Bowie, Isabelle Huppert, Bryan Cranston, Jude Law en Juliette Binoche. Daarnaast zette hij zich ook nog met succes aan het regisseren van musicals en opera’s.

Belevenis

Ongeëvenaard is de intensiteit van zijn werk. Hoewel hij de eerste zal zijn om toe te geven dat niet elke voorstelling een voltreffer is, is theater bij Van Hove altijd een belevenis: met heftige, grote emoties, visueel spektakel, elegante vormgeving en expressief spel. Dankzij Jan Versweyveld, zijn scenograaf en partner, krijgt het drama een sterk gestileerde, vaak monumentale ruimte. Hoewel Van Hove ook mooie, intieme monologen regisseerde, floreert hij met name in de grote zaal. Als geen ander weet hij die te vullen, op een manier waarbij je ogen en oren tekortkomt.

Met het inzetten van live video voegt hij een tweede kijklaag toe. De toeschouwer krijgt vaak close-ups aangeboden, terwijl de scène ook in zijn geheel te overzien blijft. In zijn regie van The Damned (naar de film van Visconti) zaten er camera’s verstopt in de doodskisten waardoor te zien was hoe de doden ook in hun kist uiting gaven aan angst en woede.

Met zulke vondsten haalt Van Hove het theater onverbiddelijk weg bij elke vorm van stoffig realisme. Al is zijn bestorming van de zintuigen, in een land waar minder vaak als meer wordt beschouwd, niet onomstreden. Van Hove kan mateloos zijn, met extreem drama en een vloed theatrale middelen, en dat leidt geregeld tot kritiek.

In een land waar minder vaak als meer gezien wordt, was hij niet onomstreden

Toch weet hij bijna altijd, mede dankzij een ensemble met louter topacteurs, herkenbare mensen met navoelbare emoties op het toneel te brengen. Waarbij de emotie meer steekt in het fysieke spel dan in de gesproken woorden. Hij noemt het zelf een cruciaal „misverstand over theater”, in de hele wereld, dat de tekst heilig is. Psychologie is een kwestie van lichaamstaal, is zijn overtuiging. „Er is niet alleen de taal van de tekst, er is ook de taal van het lichaam.”

Dat was onder meer zichtbaar in zijn gracieuze Couperus-trilogie. Over zijn Kleine zielen schreef NRC: „Het geluk schemert in intieme, fysieke momenten. De lichamen zeggen waar de woorden niet bij kunnen.”

Van Hove is dan ook geen uitgesproken psychologisch regisseur. Hij noemt zichzelf „gedragsregisseur”. Iemand die zich afvraagt hoe mensen zich gedragen in een situatie als ze daarmee geconfronteerd worden. Er zit psychologie achter, maar op basis van de informatie die het stuk biedt. Anders dan vaak noodzakelijk wordt geacht, bedenkt hij geen levensverhaal en persoonlijkheid voor een personage buiten het stuk om. Zoals hij zei in een interview met NRC: „Dan krijg je acteurs die zeggen: ‘Dat zou mijn personage nooit doen.’ Dan zeg ik: ‘O? Heeft u meneer Hamlet al ontmoet?’ Waar haal je dat vandaan?”

Glorieus

Met zijn werkwijze creëerde hij beelden van aangrijpende schoonheid en pelde hij de maskers van de mens af om door te dringen tot zijn kern. Dat was in het bijzonder raak bij zijn bewerking van Een klein leven, een van de beste voorstellingen van het afgelopen decennium: „Theater in zijn meest glorieuze vorm”, schreef NRC.

Foto Olivier Middendorp

De emotionele stootkracht van deze „zinderende, danteske helletocht” was te danken aan het ijzersterk verhaal, maar ook aan de manier waarop hij een ritme vond om ongefilterd pijn en lijden te tonen en naast het dominante kwaad in kieren zonnestralen liefde te laten oplichten. Zijn universele thema’s – dood, seks, liefde, politiek – maakt hij aanraakbaar. En is het daar bij theater niet allemaal om te doen?

In 2021 liep NRC zeven weken mee bij een van de monsterproducties van Ivo van Hove. Lees hier: Zeven weken achter de schermen bij Age of Rage van Ivo van Hove