N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Tunesië-deal Premier Mark Rutte (VVD) speelt in Europa een hoofdrol bij onderhandelingen met Tunesië over een migratiedeal. Linkse partijen missen in zijn aanpak aandacht voor mensenrechten.
PvdA-Kamerlid Kati Piri had het „pijnlijk” gevonden, hoe premier Mark Rutte (VVD) afgelopen zondag in Tunis lachend naast president Kais Saied stond. Rutte had vooral gesproken over de economische kansen van Europese investeringen en het tegengaan van ongecontroleerde migratie. Piri hoorde „geen woord over mensenrechten”, terwijl Saied politieke tegenstanders laat opsluiten en zich racistisch heeft uitgelaten over zwarte migranten.
VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans vindt het juist positief dat Rutte samen met zijn Italiaanse collega Giorgia Meloni en Europese Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen in Tunesië was. Het is volgens hem belangrijk dat het overleg „op het allerhoogste niveau” plaatsvindt, en dat de EU en Tunesië snel een migratiedeal sluiten. Brekelmans vindt mensenrechten van migranten in een deal ook belangrijk, maar wil niet dat de bredere politieke situatie in Tunesië een deal tegenhoudt. „Ik sluit het liefst alleen deals met Scandinavische landen, maar je moet ook realistisch zijn.”
De posities van Piri en Brekelmans laten zien hoe politiek gevoelig migratiedeals liggen, en hoe diep verdeeld partijen in de Tweede Kamer zijn over de voorwaarden waaronder een deal met Tunesië zou moeten worden gesloten. Donderdag bespreken ze de deal in wording in een Kamerdebat met minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA).
Duidelijke belangen
De EU-landen en Tunesië hebben allebei duidelijke belangen bij een deal. Tunesië ligt aan de zuidgrens van Europa, met de Middellandse Zee als buffer. Duizenden vluchtelingen en andere migranten stappen er jaarlijks op gammele bootjes met het Europese vasteland als bestemming. Voorkomen moet worden dat asielzoekers en migranten er überhaupt vertrekken, vinden EU-lidstaten. Dat verklaart waarom de Europese Commissie en vooral Italië er veel aan gelegen is de banden met Tunis te versterken.
Voor Tunesië is vooral financiële steun van de EU aantrekkelijk. Het economisch noodlijdende land weigert belangrijke economische hervormingen door te voeren, waardoor een benodigde IMF-lening van 1,9 miljard dollar (1,76 miljard euro) nog niet wordt overgemaakt. Tot die tijd wil de EU helpen, verklaarde Rutte zondag. Tunesië krijgt op korte termijn 250 miljoen euro: 150 miljoen euro om de zwakke economie te versterken en 100 miljoen euro voor migratie, waaronder het versterken van de kustwacht. De economische steun kan uiteindelijjk oplopen tot 900 miljoen euro.
De rol van Rutte is op het eerste gezicht opmerkelijk: Nederland ondervindt niet direct last van bootmigranten uit Tunesië. Zijn zichtbare rol in Europa heeft grotendeels een binnenlandse verklaring. In november beloofde hij zijn VVD-fractie er alles aan te zullen doen om de komst van asielzoekers naar Nederland te beperken, maar dat is nog niet gelukt. Het kabinet praat de komende weken door over nationale maatregelen rond migratie, maar de coalitiepartijen erkennen binnenskamers dat het probleem vooral op Europees niveau moet worden opgelost. En dus is het denkbaar dat Rutte straks met de Tunesië-deal gaat zwaaien als zíjn verdienste.
Saied als gesprekspartner
Partijen van links tot rechts zien de noodzaak van afspraken met landen buiten de EU, maar dat president Kais Saied de gesprekspartner is zit vooral linkse partijen dwars. Kati Piri (PvdA) zegt dat Saied sinds zijn aantreden in 2019 de broze Tunesische democratie steeds meer naar zijn hand zet: oppositieleden en journalisten worden er bijvoorbeeld opgesloten. Klopjachten en uitsluiting richting zwarte migranten nemen er toe, volgens critici vanwege de haatdragende en opruiende taal die de president bezigt. „Als je repressie beloont met steun aan het regime, zullen steeds meer jonge Tunesiërs geen uitweg meer zien en naar Europa willen komen.”
GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee vindt het terugsturen van Tunesiërs die geen recht hebben op asiel goed te verdedigen, maar wil niet dat ook andere groepen gedwongen naar het land worden teruggestuurd. „Dan ga je mensen terugsturen die daar niet eens zijn geweest of hebben gewoond. Dat past niet in de internationale verdragen die we hebben ondertekend.”
Van der Lee doelt op de nieuwe Europese asielregels, waarover de 27 EU-lidstaten afgelopen donderdag overeenstemming hebben bereikt. Het terugsturen van afgewezen asielzoekers naar ‘veilige derde landen’ moet straks mogelijk worden. Dat iemand slechts op doorreis in Tunesië is geweest, volstaat dan voor terugkeer. Onder de huidige regels mag iemand pas naar een ‘derde land’ worden teruggestuurd als kan worden aangetoond dat iemand er voor langere tijd heeft gewoond, maar ook dat de persoon in kwestie geen risico loopt op slechte behandeling. Van der Lee vindt het aanmerken van Tunesië als veilig land „ingewikkeld”. Hij moet nog maar zien welke garanties het land geeft voor het naleven van mensenrechten van migranten.
CDA-Kamerlid Bart van den Brink snapt al deze bezwaren, maar wijst op de gevaren van de huidige risico’s die migranten bij overtochten vanuit Tunesië lopen. „Ons belangrijkste vertrekpunt is het doorbreken van de mensensmokkelaars die op gruwelijke wijze misbruik maken van migranten.”
Kritiek van Amnesty
Rutte heeft om nog een andere reden een prominente rol bij het Europese overleg met Tunesië. Hij is een van de meest ervaren regeringsleiders binnen de EU, en had in 2016 een belangrijk aandeel in het sluiten van de Turkijedeal. De regering van president Erdogan kreeg toen miljardensteun in ruil voor het tegenhouden en opvangen van Syrische vluchtelingen. GroenLinks is heel kritisch op de uitvoering van de deal en vindt dat de EU te weinig Syriërs van Turkije heeft overgenomen, zoals wel was beloofd. Kamerlid Tom van der Lee vindt wel dat er grote verschillen zijn met het sluiten van een deal met Tunesië. „Er was een grote oorlog gaande, Turkije kon het niet bolwerken. Reageren op een acute oorlog is iets anders dan een Tunesië-deal waarmee je reguliere migratieroutes wil regelen.”
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International is zeer kritisch over de leidende rol die Nederland bij de onderhandelingen met Tunesië speelt. Amnesty is niet principieel tegen migratiedeals, maar ziet in de contouren van de deal met Tunesië „een fiks aantal rode vlaggen”, zegt woordvoerder Marjon Rozema, zoals de slechte mensenrechtensituatie en het geweld tegen migranten.
VVD-Kamerlid Brekelmans denkt niet dat Nederland of de EU met een politieke deal „alle interne problemen met democratie” in Tunesië in een keer kan oplossen. Amnesty vreest de gevolgen van deze houding. „Je kunt nu al voorspellen wat er in Tunesië mis kan gaan: overvolle centra aan de buitengrenzen van Europa, landen die naar elkaar wijzen, willekeur en discriminatie.”