Ollongren: inlichtingenrapport over mogelijke oorlogsmisdaad in Afghanistan nog niet gevonden


Uruzgan Defensie begon de zoektocht in september na NRC-berichtgeving over een verdwenen rapport, met interne melding over een mogelijk oorlogsmisdrijf door Australiërs in Uruzgan.

De hoofdstad van de provincie Uruzgan, Tarin Kowt, gezien vanaf Kamp Holland.
De hoofdstad van de provincie Uruzgan, Tarin Kowt, gezien vanaf Kamp Holland.

Foto Valerie Kuypers/ANP

Een Nederlands inlichtingenrapport over een mogelijke oorlogsmisdaad in Afghanistan is ondanks maandenlang zoeken nog niet gevonden. Het ministerie van Defensie zet de zoektocht naar het rapport de komende maanden voort.

Dit schrijft minister Kajsa Ollongren (Defensie, D66) in een brief aan de Tweede Kamer. Defensie is de zoektocht in september begonnen na berichtgeving in NRC over een verdwenen rapport, met een interne melding over een mogelijk oorlogsmisdrijf door Australische militairen in Uruzgan.

In deze Afghaanse provincie waren Nederlandse militairen van 2006 tot 2010 actief; ze werkten daarbij vaak samen met Australische militairen. In april 2010 kwamen twee Nederlandse mariniers om door een bermbom. Korte tijd later pakten Nederlandse militairen een Afghaanse man op, die ervan werd verdacht de bommenmaker te zijn. Na dagenlang onderzoek door Nederlandse inlichtingenofficieren werd de man onschuldig verklaard en vrijgelaten.


Lees hier Hoe een melding van een mogelijk oorlogsmisdrijf in Afghanistan zoekraakte

Enige tijd later brachten de Australische special forces de man alsnog om het leven. Hij werd daarbij gemarteld en vermoord, vertelden meerdere lokale bronnen aan de Nederlandse inlichtingenofficieren. Een van hen maakte over het voorval een zogeheten ‘Special Report’ op, en verspreidde daarvan zowel digitale als papieren versies. Er gebeurde niets mee.

Pas in november 2020 kwam er weer aandacht voor, toen in Australië het zogeheten Brereton-rapport werd gepubliceerd, dat zeer sterke aanwijzingen bevatte voor oorlogsmisdaden van Australische militairen. Defensie kreeg een melding over het bestaan van het document en gaf een kolonel der mariniers opdracht het te zoeken. Die kon het niet vinden.

Ollongren kondigde in september een grootscheepse zoektocht naar het rapport aan. Defensie deed navraag in de VS en in Australië. In dat laatste land stelden de autoriteiten een onderzoek in naar de gebeurtenissen van twaalf jaar geleden. „Nederland onderhoudt hierover nauw contact met de Australische autoriteiten”, schrijft Ollongren in de brief.

De afgelopen maanden heeft een team van informatiespecialisten in het papieren archief in Rijswijk de missiedocumenten uit de periode april-mei 2010 helemaal doorzocht – zonder resultaat. Met speciale zoeksoftware is ook het digitale archief doorzocht; van de 2,35 miljoen bestanden is nu ongeveer 95 procent bekeken – tot op heden tevergeefs.

Defensie heeft 19 personen geïnterviewd, die iets over het rapport of de gebeurtenissen van destijds zouden kunnen weten. „De interviews leverden inzicht op in de gehanteerde werkwijze ten aanzien van het delen van inlichtingenrapportages”, schrijft Ollongren.

Daarnaast zijn er nieuwe „datadragers”, die momenteel worden doorzocht. Het onderzoek zal uiterlijk in mei 2023 zijn afgerond.