N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Polarisatie is het nieuwste politieke buzzword. Je kan tegenwoordig geen krant meer openslaan of er staat wel een artikel in over de gevaren van polarisatie. De groei van extremen en de krimp van het gematigde politieke midden zou een existentiële bedreiging vormen voor de Nederlandse democratie, zo wordt ons steeds weer voorgehouden.
De afgelopen jaren is de bezorgdheid over polarisatie aanzienlijk toegenomen. Tussen 2012 en 2022 verdrievoudigde het aantal vermeldingen van de term ‘polarisatie’ in krantenartikelen. Ook wetenschappers hebben zich op het thema gestort. In 2022 alleen verschenen maar liefst drie wetenschappelijke bundels die het fenomeen polarisatie proberen te duiden. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat 75 procent van de bevolking zich zorgen maakt over toenemende polarisatie van de politiek en het publieke debat.
„Polarisatie”, zo stelt het SCP, „houdt in dat groepen (oftewel ‘polen’) met verschillende opvattingen tegenover elkaar (komen te) staan. Polarisatie kan zowel duiden op een toestand als op een proces: het kan gaan over zowel het bestaan van tegenstellingen als een vergroting van die tegenstellingen. In het laatste geval gaat het erom dat de uitersten groeien of meer uit elkaar komen te liggen en ‘het midden’ kleiner wordt”.
Toenemende polarisatie is problematisch. Niet alleen omdat dit zorgt voor een verruwing van het politieke debat. Op termijn kan de groei van extremen een existentiële dreiging vormen voor de Nederlandse democratie. Zo waarschuwt het SCP: „Een gepolariseerde samenleving […] kan ervaren vijandigheid tussen politieke tegenstanders aanwakkeren. Dat kan op den duur de sociale cohesie en het functioneren van de democratie aantasten.”
Geweldsdreiging
Maar klopt dit beeld wel? Het is zeker zo dat er de afgelopen twee decennia belangrijke verschuivingen in het Nederlandse politieke landschap zijn geweest. Maar als we kijken naar de aard van die veranderingen, zien we vooral een radicalisering van rechts. Van een corresponderende radicalisering van links daarentegen is weinig te merken.
Rutte kon steeds herhalen: stem op mij, anders heb je de chaos van de radicalen
Dat wordt ten eerste duidelijk als we naar Nederlands belangrijkste politieke actoren kijken: politieke partijen. Sinds 2002 zijn er in Nederland een aantal nieuwe partijen op het toneel verschenen die niet alleen de grondrechten van grote groepen in de samenleving maar ook de Nederlandse democratie zelf ter discussie stellen. Een partij zoals de PVV wil de islam verbieden, in strijd met de godsdienstvrijheid. PVV-politici verdedigen in het openbaar de omvolkingstheorie – het idee dat er een samenzwering bestaat om witte Nederlanders te vervangen door migranten uit Midden-Oosten en Afrika. En met de opkomst van Forum voor Democratie lopen er in Nederland voor het eerst sinds het Interbellum weer politici rond die politieke conflicten met geweld willen oplossen in plaats van via de electorale weg. Forum-Kamerlid Pepijn van Houwelingen uitte in een debat dreigementen aan het adres van D66’er Sjoerd Sjoerdsma („Uw tijd komt nog wel, want er komen tribunalen”). Forum-aanhangers bedreigen politici van andere partijen regelmatig met geweld; in plaats van dit gedrag te veroordelen hitsen Forum-verkozenen hen op. Forum verspreidt ten slotte ook samenzweringstheorieën over verkiezingsfraude.
Aan de linkerzijde van het politieke spectrum komt dit gedrag eenvoudigweg niet voor. Sylvana Simons van BIJ1, zonder enige twijfel een van de meeste linkse parlementsleden van Nederland, heeft nog nooit een van haar politieke tegenstanders bedreigd of monddood proberen te maken. In tegendeel, zij kreeg zelf zoveel doodsbedreigingen dat het OM op een gegeven moment maar liefst twintig personen moest vervolgen die haar hadden bedreigd.
Ook buiten het parlement is duidelijk dat de radicalisering zich vooral voordoet aan de rechterkant van het politieke spectrum. Uit een recent rapport van de AIVD blijkt bijvoorbeeld dat de dreiging van terrorisme en extremisme vooral aan de rechterkant van het spectrum zit. Aan linkerzijde is er sprake van toenemend activisme, bijvoorbeeld naar aanleiding van de klimaatcrisis, maar deze linkse activisten hebben respect voor de democratische spelregels.
Cui bono?
Kortom, het idee dat we te maken hebben met ‘polarisatie’ – een versterking van de extremen op het politieke spectrum ten nadele van het gematigde midden – is gewoon fout. Het is veel accurater om te zeggen dat er zich een radicalisering heeft voorgedaan aan de rechterzijde van het politieke spectrum.
Waarom blijven we het dan zo hardnekkig hebben over polarisatie? Wat verklaart het succes van dit frame? Het antwoord op die vraag kunnen we vinden via het principe Cui bono? Wie heeft er baat bij? En dat zijn vooral de zogenaamde mainstream rechtse partijen: de VVD en CDA. Het discours over polarisatie laat deze partijen namelijk toe om zich te presenteren als het ‘gematigde midden’, dat versterkt moet worden om de dreiging van ‘extremisme’ in te dammen.
Lees ook: Al die verdachtmakingen bedreigen de democratie
Die strategie werd voor het eerst geïntroduceerd door het CDA, dat zich in 2012 profileerde als het ‘radicale midden’. Daarmee probeerden de christen-democraten zich vooral af te zetten tegen toenmalig gedoogpartner PVV. Maar de grootste pleitbezorger – en de belangrijkste begunstigde – van dit frame is de VVD. Tijdens verkiezingen positioneert Mark Rutte zichzelf en zijn partij steeds opnieuw als de vertegenwoordiger van het gematigde midden, die Nederland zal beschermen tegen de ‘extremen’, in het bijzonder de PVV. Media spelen daar maar al te graag op in. Zo stond Rutte tijdens de campagne van 2021 keer op keer tegenover Geert Wilders. In deze debatten ging het bitter weinig over de inhoud. In plaats daarvan kon Rutte steeds herhalen: stem op mij, anders heb je de chaos van de radicalen.
Hoeveel baat de VVD heeft gehad bij het polarisatieframe werd opnieuw duidelijk tijdens de Provinciale Statenverkiezingen van maart. Toen probeerde Rutte plotseling een andere aanpak. In plaats van een tweestrijd tussen de ‘gematigde’ VVD en ‘extreme’ partijen zoals de PVV probeerde hij van de verkiezingen een confrontatie te maken tussen rechts (VVD) en links (PvdA en GroenLinks). Dat pakte echter behoorlijk verkeerd uit voor de VVD, die veel stemmen verloor aan een uitdager op rechts, de BBB.
Laten we het woord ‘polarisatie’ schrappen uit ons politieke vocabulaire. Door de focus op polarisatie wordt de aandacht afgeleid van het echte probleem: namelijk de gevaarlijke radicalisering van rechts, dat steeds duidelijker een bedreiging begint te vormen voor de Nederlandse democratie.
Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!
Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.