N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Cementsector De cementsector vindt de duurzaamheidsambities van het Betonakkoord te ver gaan. „100 procent CO2-reductie in 2030 is onhaalbaar”.
Het is hommeles in de betonindustrie. De verschillende sectoren kunnen het niet eens worden over de vraag wanneer de betonindustrie CO2-neutraal moet zijn en wat de beste weg daarnaartoe is. Binnen brancheorganisatie Betonhuis is een meningsverschil hierover zo hoog opgelopen, dat een van de drie sectoren zich heeft afgesplitst.
Het Cement en Beton Centrum (CBC), dat de cementindustrie vertegenwoordigt, heeft zich na maanden van onenigheid eind mei teruggetrokken uit de koepelorganisatie en gaat zelfstandig verder. De cementsector noemt de duurzaamheidsdoelen van de overige partijen in Betonhuis „totaal niet realistisch” en is het oneens met de koers, die zich vooral richt op het vervangen van cement.
„We willen allemaal een CO2-neutrale sector, maar we zijn van mening dat wij het meest realistische pad voor ogen hebben”, aldus bestuurder Edwin Vermeulen van CBC. „Wij willen ons richten op wat technisch haalbaar is, en niet wat er als ambitie wordt gegeven.”
Vermeulen heeft inmiddels met twee medewerkers een ander kantoor in Woerden betrokken en gaat voortaan een eigen lijn volgen voor de cementindustrie. En dat is er een die afwijkt van de rest van de betonsector.
Betonhuis werd opgericht toen de cementproducenten, de fabrikanten van betonmortel en de prefab-industrie zich vijf jaar geleden verenigden. De oprichting van de koepel viel ongeveer samen met het tekenen van het Betonakkoord, waarin grote beton- en cementfabrikanten en hun leveranciers duurzaamheidsdoelen vaststelden.
Het akkoord is onder leiding van voormalig PvdA-minister Jacqueline Cramer opgesteld. Buiten het feit dat veel leden van Betonhuis ook het Betonakkoord ondertekenden, staat het akkoord op zichzelf. De doelen zijn ambitieus: bij de aanvankelijke ondertekening was de ambitie om in 2030 een derde minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990, en in 2050 volledig CO2-neutraal beton te kunnen produceren – vijf jaar eerder dan de Europese norm. De productie van cement, dat als grondstof nodig is om beton te maken, veroorzaakt veel CO2-uitstoot en maakt de bouwsector tot een van de grotere vervuilers wereldwijd.
Lees ookDiesel eruit, accu erin: de bouw wil elektrisch (maar kan dat niet betalen)
Koploper
Vorig voorjaar werden de ambities in het akkoord zelfs nog verder aangescherpt; de betonindustrie moet nu al in 2030 CO2-neutraal zijn – en dat is volgens de cementindustrie veel te snel. Vermeulen: „Nederland is al een koploper in duurzaam beton, ik denk dat we het oorspronkelijke doel van 30 procent reductie in 2030 wel gaan halen. Maar 100 procent is echt onhaalbaar. Door zulke doelen te communiceren, verlies je als sector je geloofwaardigheid.”
De CBC-bestuurder voegt eraan toe dat de ambities in het Betonakkoord eenzijdig en met weinig overleg zijn opgeschaald. „Er werden ineens andere ambities gecommuniceerd door het Betonakkoord en door Betonhuis. Wij hebben intern gewaarschuwd: daar kunnen we niet mee akkoord gaan. Maar Betonhuis spreekt met één stem en als de meerderheid wél met die ambitie mee wil, dan wordt dat de lijn. Daarom zijn wij eruit gestapt.”
Ook de manier waarop de betonsector zijn duurzaamheidsambitie wil halen, kan op kritiek rekenen uit de cementhoek. Het Betonakoord stuurt aan op vervangers voor cement, en daar is Vermeulen het niet mee eens. De alternatieven voor cement, zoals de zogenaamde geopolymeren, zijn volgens de bestuurder van CBC onder aan de streep slechter voor het milieu en minder makkelijk op te schalen. De grootste winst valt volgens Vermeulen te halen door bij cementproductie CO2 af te vangen, en nieuwe betonconstructies zo te ontwerpen dat er minder cement nodig is bij de bouw.
Het is de vraag welke gevolgen de splitsing heeft voor de duurzame ambities in het Betonakkoord. Nu de industrie verdeeld is en de cementsector een eigen koers gaat varen, lijkt een CO2-neutrale betonindustrie in 2030 een stap verder weg.
Zand en grind
Op een ledenvergadering op 21 juni moet duidelijk worden wie nog bij Betonhuis hoort, en wie zich met de cementindustrie heeft afgescheiden. Tekenend voor de onderlinge verstandhouding: waar Betonhuis het bij een korte verklaring op de site houdt en aangeeft verrast te zijn, deelt het Cement en Beton Centrum (CBC) een interne brief aan de leden waarin staat dat er uitgebreid over het vertrek is gesproken. Een woordvoerder laat weten dat Betonhuis op 21 juni eerst de eigen leden wil informeren, voordat de koepelorganisatie met een inhoudelijke reactie op de splitsing komt.
Desgevraagd laat Jacqueline Cramer weten dat zij de splitsing niet per se als een tegenslag ziet. „We gaan gewoon door met het Betonakkoord, ook zonder de cementindustrie moet dat kunnen – we zoeken sowieso al naar alternatieven voor die grondstof”, aldus de voorzitter van het Betonakkoord. „De andere grondstoffen van beton, de zand- en grind-sectoren, zitten ook niet in het Betonhuis.”