N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Duurzaamheidscontrole Nieuwe Europese wetgeving draagt accountants op ook een oordeel te vellen over klimaat en biodiversiteit. Dat heeft flinke impact op accountantskantoren.
Wie zijn accountantskantoor recent heeft aangenomen? Mark Vaessen, hoofd duurzaamheidsverslaggeving bij KPMG, somt op: „Onder andere mariene biologen, voedselwetenschappers, mensenrechtenjuristen, aardwetenschappers en scheikundigen.”
Door nieuwe Europese wetgeving moeten accountants straks ook wat ‘vinden’ van hoe bedrijven presteren op het gebied van klimaatimpact, biodiversiteit en diversiteit. Die CSRD-richtlijn wordt vanaf 2024 stapsgewijs van kracht. Bedrijven moeten daardoor straks in hun jaarverslag veel meer informatie geven over hun bedrijfsvoering op het gebied van milieu, maatschappij en behoorlijk bestuur – wat ESG wordt genoemd, naar environment, social en governance. Denk aan hun CO2-uitstoot, waterverbruik en de verdeling van leidinggevende functies tussen mannen en vrouwen.
De eerste ondernemingen die volgens de CSRD-richtlijn gaan rapporteren, zijn beursgenoteerde bedrijven met meer dan 500 werknemers. De nieuwe regels gelden voor boekjaar 2024. Voor ‘gewone’ grote bedrijven gaat de wetgeving een jaar later in. Een bedrijf geldt als ‘groot’ als het aan twee van drie criteria voldoet: minstens 20 miljoen euro balanstotaal, minstens 40 miljoen euro netto-omzet en/of minstens 250 fte personeel. De CSRD-regels gelden voor het jaarverslag, niet voor de jaarrekening.
Zijn bedrijven hierop voorbereid? En zijn accountants dat, als zij de jaarverslagen straks op die punten moeten controleren? Traditioneel gaat de accountant over de controle van de cijfers in jaarrekeningen en -verslagen. Accountants van drie grote kantoren (PwC, Deloitte en KPMG) vertellen over de impact die de wetgeving op hun organisatie heeft – nu al.
Beter onderling vergelijken
„Met de nieuwe richtlijn moet het voor aandeelhouders, werknemers, leveranciers en iedereen die een jaarverslag leest veel duidelijker worden hoe een bedrijf presteert op het gebied van duurzaamheid”, zegt Gera Hamer, managing partner binnen de accountantstak van Deloitte. „Voorheen rapporteerden echt grote bedrijven ook wel op dit vlak, maar nu komen er duidelijke en uitgebreide regels voor. Uiteindelijk komt er daardoor meer transparantie, en zijn bedrijven veel beter onderling te vergelijken.”
De wetgeving heeft grote impact op de accountantsbedrijven. Zo is in de controleteams van KPMG (in jargon: de auditteams) inmiddels bijna één op de vijf mensen geen accountant, maar een ‘inhoudelijk specialist’ die het team ondersteunt – een aardwetenschapper bijvoorbeeld, of een mensenrechtenjurist.
De nieuwe wet vraagt ook om meer opleiding van de ‘reguliere’ accountants, zeggen de kantoren. „We starten binnenkort een uitgebreid trainingsprogramma voor de accountants”, zegt Arjan Brouwer, hoofd bureau vaktechniek van PwC in Nederland. „Om te illustreren hoe groot dit wordt: vorig jaar hebben we bij twintig bedrijven assurance [een beoordeling] gegeven over niet-financiële informatie. We weten het niet precies, maar we denken dat dat aantal komende jaren richting de tweehonderd gaat. Als het niet meer is.”
Bewijs verzamelen
Verschil zit nog wel in de controle door accountants van het financiële deel en van de CSRD-rapportage. Accountants moeten in hun verklaring in het jaarverslag over dat laatste limited assurance geven. Bij financiële informatie is dat een steviger oordeel: zogeheten reasonable assurance. „Het verschil heeft te maken met hoeveel bewijs we moeten verzamelen dat het precies klopt”, zegt Brouwer. „We analyseren de informatie, voeren er gesprekken over met het management, doen beperkt onderzoek naar de achterliggende bronnen bij cijfers, maar hoeven bijvoorbeeld in mindere mate steekproeven te doen.”
Dat accountants vooralsnog niet hetzelfde niveau van zekerheid hoeven geven, komt doordat bedrijven het vaak nog veel lastiger vinden precieze informatie te geven over klimaat of diversiteit, zegt Vaessen. Dat maakt controleren lastiger. „Bij financiële verslaggeving is alles in geld uitgedrukt, euro’s of dollars bijvoorbeeld. Elk land waar een bedrijf fabrieken heeft, rapporteert naar het hoofdkantoor volgens een vast format. Op het hoofdkantoor wordt dat verwerkt in een jaarrekening.”
Voor het niet-financiële deel van het jaarverslag gaat die interne rapportage heel anders, zegt Vaessen. „De informatie moet uit allerlei verschillende systemen komen. Informatie over uitstoot kan bijvoorbeeld uit meetapparatuur komen. Informatie over man-vrouwverhoudingen, leeftijdsgroepen en etnische achtergronden met name uit hr-systemen. Kantoren in verschillende landen werken het uit in spreadsheets, en vervolgens wordt het centraal verzameld. Maar er is veel meer risico op fouten.”
Bijenpopulaties
Ook voor accountants is het daardoor moeilijker controleerbaar. „Tussen bijvoorbeeld inkomende en uitgaande kasstroom zijn er normaal gesproken verbanden”, legt Brouwer uit. Maar dit soort verbanden leggen bij niet-financiële informatie, over bijvoorbeeld duurzaamheid en behoorlijk bestuur, is lastig. „Als een bedrijf zegt: in deze fabriek zijn vorig jaar vijf mensen gewond geraakt tijdens de productie, heb ik als accountant weinig middelen om te weten: nee, het waren er acht. Als een bedrijf dat niet zelf registreert en rapporteert, is het de vraag of je erachter komt.”
Bovendien, zegt Brouwer, gaat het bij klimaatinformatie vaak om schattingen. „Neem scope 3-emissies, oftewel de uitstoot van leveranciers of klanten met jouw product. Hoeveel emissies gaan gepaard met auto’s die jij hebt verkocht? Tja, rijden ze er tien jaar in, of twintig, rijden ze veel of weinig per jaar? En rijden ze dan zuinig of ‘sportief’?”
De Europese Commissie werkt nu aan regels die zoveel mogelijk duidelijkheid moeten geven over hoe bedrijven hun berekeningen moeten maken. Ze hoeven daarbij niet over álles te rapporteren, maar moeten kiezen wat het belangrijkste is gegeven ‘de context’ van het bedrijf. „In de CSRD zit behoorlijk wat beoordelingsvermogen”, zegt Vaessen. „Stel je voor: je bent een grote koffieproducent, met veel koffieplantages. Je hebt dus veel impact op de natuur. Moet je dan ook rapporteren over de impact op bijenpopulaties? En hoe verhoudt dat zich ten opzichte van de arbeidsomstandigheden op bijvoorbeeld een plantage in Peru? Over welke van de twee moet je rapporteren?”
Alle drie de kantoren zeggen hierover verreweg de meeste vragen te krijgen van bedrijven. Het zal zich een beetje moeten uitwijzen. „In het eerste jaar dat de jaarverslagen verschijnen”, zegt Vaessen, „gaat iedereen uit dezelfde branche een beetje naar elkaar zitten kijken. Oké: die concurrent heeft wel wat gezegd over de bijenpopulatie, waarom wij niet? Uiteindelijk worden jaarverslagen daardoor consistenter en gaan ze meer op elkaar lijken.”
Goed uitleggen
In ieder geval zullen de accountants bedrijven vragen hun keuzes en uitspraken goed te onderbouwen, zeggen ze. Brouwer: „Dat ze goed uitleggen hoe ze tot een getal zijn gekomen, en wat de aannames zijn die ze daarbij hadden.”
Cijfers over verduurzaming zijn niet eenvoudig te berekenen, en ook niet altijd eenvoudig te interpreteren. Dat geldt ook voor iets ‘simpels’ als de CO2-uitstoot van een bedrijf. „Een bedrijf moet z’n absolute CO2-emissie rapporteren”, zegt Brouwer, „maar minstens zo interessant is de CO2-emissie in relatie tot je omzet. Want als jij een bedrijfsonderdeel verkoopt, daalt je CO2-emissie zonder dat je daar iets voor doet.”
Maar ook dan krijg je een cijfer dat om context vraagt, zegt de accountant van PwC. Door de inflatie is bij bedrijven automatisch al een CO2-reductie ontstaan ten opzichte van hun omzet. Die omzet werd immers groter doordat producten duurder werden. Minder CO2-emissie ten opzichte van de omzet kwam dus niet door CO2-reductie zelf. Brouwer: „Het is aan de bedrijven om duidelijk te zijn, maar het is ook aan lezers van een jaarverslag om niet te stoppen bij alleen een cijfertje en goed te kijken: wat wordt hier bedoeld?”
Nog bij nul beginnen
Zijn alle bedrijven straks op tijd om goed aan de regels te voldoen? Daarover hebben de accountants hun twijfels. In grote lijnen is duidelijk wat er moet gebeuren, maar de precieze standaarden van de Europese Commissie kunnen wel elk moment verschijnen, maar zijn er nu nog niet.
„Grotere beursfondsen waren meestal al wel langer bezig met het verzamelen van informatie”, zegt Brouwer. „Maar kleinere beursfondsen en heel veel niet-beursgenoteerde bedrijven – bij hen moet het vaak nog bij nul beginnen. Ik denk dat ze moeite krijgen mensen te vinden die hiermee kunnen helpen, zeker naarmate we dichter bij de deadline komen.”
Ik heb nog nooit zo’n grote transformatie meegemaakt van het vak
Mark Vaessen hoofd duurzaamheidsverslaggeving bij KPMG
Duidelijk is dat het ook een grote verandering wordt voor accountants. „Nog nooit heb ik zo’n grote transformatie meegemaakt van het vak”, zegt Vaessen, die 34 jaar bij KPMG werkt. „Het is zo breed. De onderwerpen die we moeten gaan controleren, raken de hele maatschappij. Het gaat echt erover of wij onze klimaatdoelen halen en of mensen in verre landen een redelijk loon krijgen.”
Zijn beroep wordt nóg maatschappelijk relevanter, vindt Vaessen. „Als ik nu tegen mijn kinderen zeg dat ik met duurzaamheid bezig ben, worden ze daar veel warmer van dan toen ik in het verleden zei dat ik met internationale accountantsstandaarden bezig was.”
Lees ook: Accountant worden? Niet veel jongeren die daaraan denken
Hamer van Deloitte denkt dat accountants met deze wetgeving de kans moeten pakken hun beroep populairder te maken. Op opleidingen accountancy lopen studentenaantallen terug. „Ik werk dertig jaar bij Deloitte en vond het al heel aantrekkelijk werk”, zegt ze. „Alleen denk ik dat vooral de jonge generatie veel behoefte heeft om een grote impact te maken op de maatschappij. Dat kan op deze manier. Onze beroepsgroep moet de kans grijpen meer studenten voor ons vak te interesseren.”
‘Geleefde’ verduurzaming
Door de nieuwe wetgeving zal er meer openheid komen, denken de accountants, maar daar is niet direct mee gezegd dat bedrijven vergroenen. Vaessen: „Bedrijven moeten verduurzaming wel écht integraal onderdeel maken van hun strategie. Anders wordt het alleen maar een exercitie op hoofdkantoorniveau, waar mensen wat cijfertjes bij elkaar zitten te plakken. Verduurzaming mag geen papieren tijger zijn, maar moet door het bedrijf ‘geleefd’ worden.”
Een manier om dat te doen, is duurzaamheid sterker te laten meewegen bij de beloning van topbestuurders, zegt Vaessen. „Dat je wordt afgerekend op je CO2-reductie, dus niet alleen op omzet en winst. Dat is superbelangrijk, want dan gaat het ook echt leven. Wij accountants kunnen dat niet afdwingen. Het is aan de bedrijven zelf om dat te doen.”