N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Diergeneeskunde Onderzoekers injecteerden poezen met genetisch materiaal dat de productie van een bepaald hormoon deed toenemen.
Eén prik en je poes kan geen jonkies meer krijgen. Ze hoeft niet onder het mes, er is geen ingrijpende sterilisatie nodig: een injectie met niet-lichaamseigen dna volstaat, dat door de aanmaak van een hormoon zorgt voor onvruchtbaarheid. Amerikaanse biologen beschrijven hun nieuw ontdekte anticonceptiemethode voor poezen deze week in Nature Communications als een efficiënte, diervriendelijke, veilige en goedkope oplossing, óók om een wildgroei aan zwerfkatten tegen te gaan.
Naar schatting komen er wereldwijd zo’n 600 miljoen katten voor, schrijven de auteurs in hun artikel, waarvan 80 procent bij gebrek aan baas vrijelijk rondzwerft. Dat brengt een scala aan problemen met zich mee: van ondervoede katten tot overbejaagde vogels en overvolle asielen, waar gezonde dieren soms zelfs worden geëuthanaseerd bij gebrek aan ruimte. Grootschalige, goedgekeurde initiatieven voor geboortebeperking bij rondzwervende dieren ontbreken. Huiskatten zijn vaak wél gesteriliseerd (of, in het geval van katers, gecastreerd), maar die ingrijpende fysieke ingreep stuit sommige baasjes tegen de borst. Een goed, lang werkend en betaalbaar alternatief op het gebied van anticonceptie is nog niet voorhanden.
Van de zes proefpoezen toonden er vier geen interesse meer in seks
Daar willen de Amerikaanse onderzoekers verandering in brengen met een zogeheten transgen-injectie. Een transgen is een stukje erfelijk materiaal dat afkomstig is van een ander organisme, en dat in het lichaam van de ontvanger bepaalde reacties in gang kan zetten – bijvoorbeeld, zoals in dit geval, de aanmaak van extra Anti-Müller-hormoon (AMH). Dat hormoon komt voor in eierstokken, onder andere bij mensen en bij katten, en is cruciaal voor geslachtsbepaling in embryo’s. Het injecteren van extra AMH belemmert de ontwikkeling van eicellen, ontdekten de auteurs van het artikel recentelijk bij muizen.
Om te onderzoeken of het transgen op dezelfde manier bij katten werkt, injecteerden de biologen voor het huidige artikel zes poezen met het transgen, dat met behulp van een virus werd ‘ingebouwd’ in de lichaamscellen van de ontvanger. Drie van de poezen – Betty, Dolly en Jacque – kregen een lage dosis, drie andere – Abigail, Barbara en Mary – een hoge dosis. De poezen Michelle, Nancy en Rosalyn vormden met z’n drieën de controlegroep.
Geselecteerde katers
Van de zes geïnjecteerde poezen werd er geen enkele zwanger tijdens het onderzoek, dat vier jaar geleden begon en twee jaar duurde. Ook in de jaren na het onderzoek werden er alleen kittens geboren van Michelle, Nancy en Rosalyn. Negatieve gezondheidseffecten van de injectie werden niet gevonden.
Opvallend was dat van de zes ‘proefpoezen’ er vier geen enkele seksuele interesse meer toonden na de injectie. De twee andere werden nog wel krols, en ze paarden ook, maar kregen geen nestje. Hoe dat komt, is nog onduidelijk: dat de geselecteerde katers niet aantrekkelijk genoeg bevonden werden door de poezen is onwaarschijnlijk, schrijven de auteurs.
Ook de precieze werking van het transgen moet nog onderzocht worden. Want alhoewel het erop lijkt dat de toegenomen AMH-concentratie een directe invloed heeft op de eierstokken, kan het ook zijn dat er door de injectie een disbalans ontstaat tussen twee andere hormonen, LH en FSH (luteïniserend hormoon en follikel stimulerend hormoon). In dat geval zou het mechanisme lijken op het polycysteus ovarieel syndroom (PCOS), dat bij vrouwen voor verminderde vruchtbaarheid kan zorgen. Hoe dan ook durven de biologen al te concluderen dat de prik een volwaardig alternatief voor sterilisatie vormt, en op snelle en makkelijke wijze ‘levenslange anticonceptie’ biedt voor huiskatten en zwerfkatten.