N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Begrafenis Davide Rebellin Davide Rebellin kwam amper een maand nadat hij op 51-jarige leeftijd als profrenner was gestopt, om het leven. Vrijdag werd hij begraven in Italië.
Met vele honderden, misschien wel duizend, zijn ze vrijdagochtend naar de Duomo van Lonigo gekomen, een stadje niet ver van Venetië, om wielrenner Davide Rebellin de laatste eer te bewijzen. Drie weken nadat hij op amper acht kilometer van zijn ouderlijk huis door een vrachtwagen werd gegrepen en op een rotonde dood werd achtergelaten. De chauffeur, een 62-jarige Duitser die al eens voor rijden onder invloed was veroordeeld, reed door en vluchtte naar huis. De familie Rebellin heeft opheldering geëist, maar die nog niet gekregen.
Over de precieze toedracht is veel onduidelijk. Pas een paar dagen geleden werd bij een autopsie officieel vastgesteld wat men eigenlijk al wist; dat de impact met de wielen van de vrachtwagen Rebellin fataal was geworden. Maar of hij zelf schuld heeft aan het ongeluk weet nog niemand. Daar moet een uitgebreider onderzoek uitsluitsel over geven. Wellicht was hij moe aan het einde van het trainingsritje dat hij al zo vaak had gedaan, vertrekkend vanuit San Bonifacio na een nacht in het bed waar hij als jochie al sliep, op bezoek bij moeder. Had hij de vrachtwagen die rechts afsloeg naar hotel-restaurant La Padana over het hoofd gezien? Of misschien was het wel net andersom. Wrange feit is dat Rebellin na een carrière van precies dertig jaar, amper een maand na zijn langverwachte wielerpensioen, op een kille rotonde aan zijn einde kwam. 51 jaar oud.
Op de plek waar hij het leven liet, zijn kaarsen en bloemen neergelegd. Aan de achterkant van een verkeersbord hangt een briefje van een fan die Rebellin bedankt voor de passie en de liefde voor zijn sport. Want als iemand van wielrennen hield, er niet mee stoppen kon, dan was hij het. Fietsend over de heuvels bij Monaco, sinds de jaren negentig zijn thuisbasis, voelde hij zich in zijn element. Het liefst reed hij alleen. Hij hield van de stilte, de vergezichten over de Middellandse Zee.
Bij zijn afscheidsspeech half oktober beloofde hij zijn passie te blijven delen met anderen. Hij wilde clinics gaan geven, fietsreizen organiseren, was bezig met een eigen gravelteam, waarvan hij zelf ook deel uit zou maken. Helemaal stoppen zou hij misschien wel nooit. Met fietsen zou hij doorgaan tot hij erbij neer zou vallen. „Want de fiets, dat is mijn leven.”
De met geel licht beschenen kerkbanken van de dom in Lonigo zitten vol, stewards in blauwe hesjes hebben er stoelen achter gezet, maar zelfs dat is niet genoeg om iedereen te laten zitten. De man die bij leven in eigen land werd verguisd, die in 2009 van zijn voetstuk viel nadat het verboden middel CERA in zijn bloed werd aangetroffen, die sindsdien door wedstrijdorganisatoren werd geweerd, blijkt postuum veel geliefder dan hij zelf dacht. Om tien over tien vraagt de pastoor van dienst om een applaus voor il nostro campione.
Vooraan, naast de lichthouten doodskist met een bronzen beeldje van een fietser, beginnen zijn familieleden te huilen. Zijn broer Simone, die seizoenen samen met hem koerste en hem daarna als soigneur jarenlang behandelde, en naast hem Stefano, die het wielertalent niet erfde. Moeder Brigide zit aan de andere kant, naast jongste broer Carlo, niet ver van echtgenote Francoise. Het is al de tweede begrafenis in vijf maanden voor de familie Rebellin. In juli overleed vader Gedeone in zijn slaap, niet lang na een coronabesmetting. Hij was het die Davide van zijn eerste racefiets voorzag. Zijn grootste fan. In de kelder onder het huis bouwde hij een museum voor zijn beroemde zoon. Het hangt er vol met foto’s en ligt er bezaaid met trofeeën.
Zeven weken geleden liet Davide het met bescheiden trots zien. Het was de vooravond van de Veneto Classic, zijn laatste koers. Hij zocht op verzoek naar de prijs waar hij het meest trots op was. Hij hoefde er niet lang over na te denken; dat was die van Luik-Bastenaken-Luik in 2004, de apotheose van zijn beste dagen op de fiets. In één week won hij de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en Luik, op dat moment een unieke prestatie die de ‘Trebellin’ ging heten. Alleen Philippe Gilbert deed het hem na.
Kalme inborst
Rebellin was niet van de borstklopperij. Introvert noemde hij zichzelf. Hij sprak op zachte toon, ploegleiders die met hem werkten, hebben hem in al die jaren nooit zijn stem horen verheffen. Een vrome man, die zonder fiets priester had willen worden. Die kalme inborst heeft hem ongetwijfeld veel prijzen gekost. Bij WK’s en Olympische Spelen werd hij vaak gepasseerd, omdat hij het naliet voor zichzelf op te komen. Een keer deed hij een poging, voorafgaand aan het WK van 2004 in eigen land. Toen de bondscoach hem opnieuw niet selecteerde, probeerde hij zich in Buenos Aires tot Argentijn te laten naturaliseren, tevergeefs. Vier jaar later had hij bij de Spelen van Beijing zijn felbegeerde medaille te pakken; zilver, achter de Spanjaard Samuel Sánchez. Maar een half jaar later was hij die medaille alweer kwijt vanwege doping. In 2015 sprak een rechtbank in Padua hem vrij vanwege procedurefouten met zijn bloedstalen. Hij wachtte echter nog steeds op zijn medaille.
Na 2009 kwam hij nooit meer bij de grote ploegen aan de bak. Als een nomade trok hij van het ene naar het andere obscure team, op zoek naar het eerherstel dat nooit echt kwam. Dáárom was hij zo lang prof gebleven. Uit koppigheid bleef hij wedstrijden rijden. Maar de tijd kreeg ook vat op hem, natuurlijk. Bovendien vond hij het steeds gevaarlijker worden in het peloton. Hij zou stoppen, voordat er ongelukken zouden gebeuren, tot opluchting van zijn moeder.
In de Duomo klinkt opnieuw applaus als Rebellin naar buiten wordt gedragen. Het is mistig, maar de kerkklokken spelen uitbundig. In Lonigo wordt niet alleen getreurd, maar ook een leven gevierd. Op een spandoek op de gevel van Bar Al Bottegon staat ‘Bedankt Davide, voorbeeld van vastberadenheid’.