Met name boodschappen zijn duurder geworden; 12,8 procent duurder dan vorig jaar. Foto Emiel Muijderman/ANP
De inflatie was afgelopen maand in Nederland 6,1 procent in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek donderdag bekendgemaakt. Daarmee is de inflatie weer iets hoger dan in april; toen was die 5,2 procent.
Met name boodschappen zijn duurder geworden; de prijzen van voedingsmiddelen lagen 12,8 procent hoger dan vorig jaar. Energie werd daarentegen 18,5 procent goedkoper. Lange tijd was juist energie de grote aandrijver van de hard stijgende inflatie door de oorlog in Oekraïne, maar sinds september 2022 is de prijs weer aan het dalen.
De lonen stegen minder hard dan de prijzen. In mei lagen de salarissen gemiddeld 5,7 procent hoger dan een jaar eerder. De afgelopen maanden staakten vakbonden veelvuldig voor een hoger salaris, onder meer zodat hun leden de gestegen levenskosten bij zouden kunnen benen. Later op donderdag worden de Europese inflatiecijfers bekend.
Drie jaar geleden vuurde India per ongeluk een kruisvluchtwapen af in de richting van Pakistan. Het projectiel suisde op een hoogte van ruim twaalf kilometer met drie keer de geluidssnelheid het Pakistaanse luchtruim binnen om neer te komen bij de stad Mian Channu, zo’n vijfhonderd kilometer ten zuiden van de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Het projectiel, zo liet de Pakistaanse leiding weten, had geen lading, en er vielen geen gewonden.
Toch had het incident, dat volgens het Indiase ministerie van Defensie het gevolg was van een „storing” tijdens „routinematige onderhoudswerkzaamheden”, gemakkelijk consequenties kunnen hebben. Volgens de meeste experts was het per ongeluk afgevuurde wapen een Brahmos PJ-10 kruisraket, die kan worden uitgerust met een kernkop. In Islamabad had de lancering daarom gemakkelijk kunnen worden geïnterpeteerd als een nucleaire aanval. Een Pakistaanse overheidsfunctionaris vroeg zich tegenover persbureau Reuters af of het ongeluk betekende dat kernmacht India „in gereedheid gebrachte raketten heeft gericht op Pakistan, zonder voldoende veiligheidsmaatregelen of een command en control-systeem”. Het incident maakte bovendien nog iets anders duidelijk: de regeringsleiders van kernmachten India en Pakistan hebben geen direct communicatiekanaal om nucleaire escalatie in de kiem te kunnen smoren.
In de afgelopen week, toen het conflict tussen New Delhi en Pakistan in hoog tempo escaleerde, deed dit gemis aan een directe hotline zich ernstig voelen. In de nacht van vrijdag op zaterdag vielen er niet alleen doden door beschietingen over de Indiaas-Pakistaanse grens, maar voerden beide landen ook luchtaanvallen uit op strategische doelen diep in het achterland, zoals luchtmachtbases. In zulke omstandigheden was een verkeerde inschatting van de bedoelingen van de vijand snel gemaakt. Zaterdagmiddag lijkt het conflict afgekoeld met de bekendmaking van de Amerikaanse president Trump dat India en Pakistan een onmiddelijk staakt-het-vuren zijn overeengekomen.
Cuba-crisis
De eerste hotline was die tussen Washington en Moskou, en zag het leven na de Cuba-crisis van 1962. Terwijl de VS en de Sovjet-Unie balanceerden op de rand van een kernoorlog, duurde het twaalf uur voordat de Amerikanen het eerste codebericht van Sovjetleider Nikita Chroesjtsjev hadden ontcijferd en vertaald en voorgelegd aan de Amerikaanse president John F. Kennedy. Op dat moment was Chroesjtsjevs bericht van drieduizend woorden al achterhaald en hadden de Sovjets nieuwe eisen gesteld.
Om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen, tekenden de VS en de Sovjet-Unie in 1963 in Genève het Memorandum of Understanding Regarding the Establishment of a Direct Communications Line. De eerste hotline liep over de zeebodem van Washington naar Moskou via Kopenhagen, Stockholm en Helsinki, en was bedoeld voor het versturen van telexberichten. Als backup werd een radioverbinding via Tanger (Marokko) opgezet.
De eerste hotline tussen Washington en Moskou was een verbinding via zee waarlangs telexberichten konden worden verstuurd. Op de foto uit 1963 een teleprinter van de VS met een Russisch toetsenbord.
Foto Bettman Archive/Getty
In 1971 werd een communicatielijn via satellietverbinding in gebruik genomen, in 1984 werd de hotline op voorstel van president Reagan geüpgraded met twee faxmachines. In 2007 werd de eerste computerverbinding opgezet, via zowel satellietverbinding als glasvezelkabel en kunnen Washington en Moskou met elkaar e-mailen en chatten, maar niet bellen. De rode telefoon op het presidentiële bureau is een verzinsel van Hollywood.
Directe lijn tussen commandanten
Ook aartsvijanden India en Pakistan hebben in het verleden pogingen ondernomen om de communicatie in crisistijd te vereenvoudigen. Na de Indo-Pakistaanse oorlog van 1971 werd er een directe lijn gelegd tussen de hoogste militaire commandanten in Islamabad en New Delhi. Deze hotline tussen de twee Directors General of Military Operations (DGMO) wordt wekelijks gebruikt, maar de communicatie wordt aan beide zijden met een broodnodige korrel zout genomen.
„Een belangrijk nadeel van de DGMO-hotline is dat vanwege het diepe onderlinge wantrouwen beide partijen niet altijd even transparant zijn geweest om informatie te delen tijdens crises”, schreef de denktank Basic vorig jaar na gesprekken tussen nucleaire experts in zowel India als Pakistan. „Bovendien zijn er zorgen dat de andere partij het DGMO-kanaal zou kunnen gebruiken voor misleiding.”
Ook een tweede Indiase-Pakistaanse hotline – tussen de beide ministeries van Buitenlandse Zaken – wordt door beide partijen niet voldoende vertrouwd. In een rapport over crisisbeheersing tussen beide landen deed Basic daarom de dringende aanbeveling om te komen tot een directe lijn tussen de regeringsleiders van beide landen. Toen er in 2019 schermutselingen uitbraken aan de Indiaas-Pakistaanse grens en er luchtaanvallen over en weer werden afgevuurd, belde de Pakistaanse ambassadeur in New Delhi met de mededeling dat de toenmalige Pakistaanse premier Imran Khan zo snel mogelijk wilde bellen met collega Narendra Modi, maar kreeg hij te horen dat de Indiase minister-president op dat late tijdstip niet bereikbaar was. „Het cruciale ontbrekende deel in de Indiaas-Pakistaanse veiligheidsarchitectuur is een formele hotline van leider tot leider”, constateerde Basic vorig jaar.
Gevaarlijk, gezien de dreigementen die de afgelopen week zijn uitgewisseld tussen India en Pakistan. Twee dagen geleden waarschuwde Pakistans minister van Defensie Khawaja Asif nog voor het risico van een kernoorlog. Afgelopen zaterdag meldden de Pakistaanse strijdkrachten dat de National Command Authority(NCA), het overheidsorgaan dat beslist over de inzet van nucleaire wapens, inmiddels bijeen was geroepen – een bericht dat defensieminister Asif enkele uren later weer ontkende. De ontkenning volgde na verschillende telefoontjes van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio. Daarna kwam het nieuws over een staakt-het-vuren dat onmiddellijk is ingegaan.
Pakistani in de stad Multan vieren zaterdag het staakt-het-vuren tussen Pakistan en India.
Foto Shahid Saeed Mirza / AFP
<dmt-util-bar article="4892833" data-paywall-belowarticle headline="Conflict tussen Pakistan en India lijkt uitgedoofd, maar het gemis van een goede hotline was deze week goed merkbaar” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2025/05/10/conflict-tussen-pakistan-en-india-lijkt-uitgedoofd-maar-het-gemis-van-een-goede-hotline-was-deze-week-goed-merkbaar-a4892833″>
Mahler 1 door het Concertgebouworkest o.l.v. Klaus Mäkelä. Gehoord: 9/5 Concertgebouw Amsterdam. Herhaling 10/5, 13.30u. Terugkijken kan hier.
Toen het Amsterdamse Concertgebouw op 11 april 1888 voor het eerst zijn deuren opende, had Gustav Mahler net de laatste hand gelegd aan zijn Eerste symfonie. Nou ja, het zou nog tot 1896 duren voor het werk zijn definitieve vorm vond, maar het is een prikkelende gedachte dat twee muziekinstituten van formaat tegelijkertijd ‘van wal staken’. Een beetje als met de geliefden in een romcom: ze kenden elkaar nog niet, maar ze waren voor elkaar bestemd, de mooiste zaal en het grootste symfonische oeuvre.
Honderdzevenendertig jaar en vier weken later gaven het Concertgebouworkest en zijn aankomend chef-dirigent Klaus Mäkelä een gloedvolle lezing van die Eerste, het startschot van het tien achter elkaar uitgevoerde symfonieën in het derde Mahler Festival.
Mäkelä had er zin in: hij kwam de trap al af toen er nog gestemd moest worden, bleef na een paar treden staan en trok zich nog even terug. Zodra hij op de bok stond gaf hij de houtblazers volop ruimte om hun klank te boetseren tegen het achterdoek van zinderende strijkers, en ook toen de celli het eerste thema inzetten bleven de blazers de boventoon voeren. Er volgden geweldig naturel uitgevoerde versnellingen, schitterend fluisterzacht spel; de daverende climax van het eerste deel voelde verdiend.
Lees ook
De grote NRC Mahler Symfonieëngids
Mäkelä’s meesterschap
In het tweede deel vergrootte Mäkelä het contrast uit tussen de opgewonden, wat logge Ländler en het elegante trio, wat goed werkte als opmaat naar het derde deel, de treurmars op ‘Vader Jacob’ in mineur die het emotionele zwaartepunt van de symfonie vormt. De opeenvolgende inzetten van contrabas, fagot en cello werden met veel persoonlijkheid gefraseerd, culminerend in de verrukkelijke tubasolo van Perry Hoogendijk. Hoe mooi ook van klank, de ijzeren marspuls kreeg er wel iets wolligs door, wat afdeed aan de noodlottigheid.
De finale was daarna een voortreffelijke geleide tocht annex achtbaanrit door het ene na het andere sublieme muzikale landschap. Hoe de hoge intensiteit van de openingssectie schoorvoetend naar een lyrische langzame passage scharnierde: je weet dat Mäkelä zulke transities als geen ander kan vormgeven, maar het meesterschap blijft verbluffend.
Kleindochter Marina Mahler was erbij, en ook voormalig Concertgebouwdirecteur Martijn Sanders, onder wiens leiding in 1995 het tweede Mahler Festival plaatsvond.
Klaus Mäkelä dirigeert het Concertgebouworkest in Mahlers ‘Eerste symfonie’ op het Mahler Festival. Foto Eduardus Lee
In Den Haag ging het veel over de rode lijn – of het gebrek daaraan – in de oorlog in Gaza. Maar afgelopen dinsdag gebeurde er iets opmerkelijks: minister Caspar Veldkamp van Buitenlandse Zaken stuurde een brief aan de Europese Commissie, waarin hij oproept tot maatregelen tegen Israël. Wat zegt die brief van Veldkamp, en wat heeft de draai van het kabinet voor gevolgen?
Daarover spreken we in Haagse Zaken, met drie gasten: Irith Fuks, Pim van den Dool en Steven Derix
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected]