N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voetbal Met zeven overwinningen in de Europa League (en voorganger UEFA Cup) is de Spaanse ploeg recordhouder.
Lucas Ocampos (midden) en spelers van Sevilla vieren het winnen van de UEFA Europa League. Foto Anna Szilagyi/EPA
Sevilla FC heeft woensdagavond de Europa League gewonnen. De club van José Luis Mendilibar was in de Hongaarse hoofdstad Boedapest na penalty’s te sterk voor AS Roma. Met zeven overwinningen in de Europa League (en voorganger UEFA Cup) is de Spaanse ploeg recordhouder.
Van tevoren was reputatieschade een zekerheid. Aan de ene kant met Sevilla dat bekendstaat als opperheerser in de Europa League. Geen club won de tweede clubcompetitie van Europa vaker dan de Spanjaarden, waaronder vier keer in de afgelopen zes jaar. Aan de kant van AS Roma staat met de Portugees José Mourinho een trainer aan het roer die geen Europese finales verliest. Hij leidde er vijf en won ze allemaal, de vorige iets meer dan een jaar geleden tegen Feyenoord in de Conference League (1-0).
In de 34ste minuut pakte AS Roma de leiding via Paulo Dybala (29), voorafgaand aan de wedstrijd vanwege een blessure nog een twijfelgeval. De behendige Argentijnse aanvaller werd dit jaar als een god in Rome onthaald, ten overstaan van duizenden uitzinnige fans. In de kwartfinale tegen Feyenoord maakte hij zijn sterrenstatus waar door vlak voor tijd op prachtige wijze de 2-1 te maken die Roma naar de verlenging sleepte, waarin de Rotterdammers uiteindelijk opzij werden gezet (4-1).
Defensief spel
Hoogstaand was de wedstrijd na de openingstreffer niet, zoals finales waaraan de defensief ingestelde Mourinho meedoet dat eigenlijk nooit zijn. Sevilla kwam in de tweede helft op gelukkige wijze op gelijke hoogte. Sevilla-veteraan Jesús Navas (37) — hij won de Europa League met Sevilla al drie keer — gaf voor en verdediger Gianluca Mancini (27) werkte de bal via zijn knie in eigen doel. Daarna drong Roma weer wat aan, kreeg het een kans, maar kwam soms ook Sevilla gevaarlijk op de helft van de tegenstander.
Sevilla leek de wedstrijd naar zich toe te gaan trekken toen een penalty werd aangekondigd na een overtreding op Lucas Ocampos (28), die eerder dit seizoen als huurspeler slechts 114 speelminuten maakte voor Ajax, maar na overleg met de VAR kwam AS Roma met de schrik vrij.
Verlenging
In de slotfase van de reguliere tijd bleek Sevilla de sterkere ploeg, maar ook de Spanjaarden wisten niet meer tot scoren te komen, waardoor het op een verlenging aankwam: voor het derde jaar op rij bij de finale van de Europa League. Daar bleek echter dat beide ploegen er flink doorheen zaten. Tijdens de verlenging lag het spel bijna continu stil. De tweede helft van de verlenging kende daardoor maar liefst twaalf minuten blessuretijd.
Bij de beslissende penaltyreeks bleek de ploeg uit Spanje de betere door alle vier de strafschoppen binnen te schieten. Bij Roma miste Mancini, de man die het eigen doelpunt maakte, en Roger Ibañez beide hun strafschoppen, waarna de Argentijn Gonzalo Montiel de winnende penalty maakte namens Sevilla.
Achter een zware, metalen deur, afgeschermd door een glazen wand, staan talloze groene lampjes te knipperen op langwerpige zwarte machines. De witte, in tl-licht badende ruimte waar ze staan in de Technische Universiteit Delft heeft het formaat van een gemiddelde gymkleedkamer. De temperatuur is hier altijd exact 19 graden Celsius. Koelsystemen staan luid te blazen. Over het plafond lopen gekleurde kabels.
Marjan Popov (56), hoogleraar beveiliging van duurzame energiesystemen, opent met een sleutel de ruimte met supercomputers die miljoenen euro’s kosten. Die is omringd met een metalen constructie, gebouwd om de elektromagnetische straling buiten te houden die ontstaat tijdens de hoogspanningsproeven die in de ruimte ernaast worden gedaan. Het James Bond lab, noemt Popov deze kleine ruimte. Hier ontwikkelt hij nieuwe manieren om het gigantische elektriciteitsnet dat zich uitstrekt over heel Europa te beschermen tegen stroomstoringen.
Het Europees elektriciteitsnet, die miljoenen kilometers aan kabels onder de grond en in de lucht, wordt de komende jaren steeds belangrijker maar ook kwetsbaarder. Om verdere klimaatopwarming zo veel mogelijk te beperken, is het cruciaal dat landen fossiele brandstoffen vervangen door hernieuwbare energiebronnen als zon en wind. Dat maakt het stroomnet complexer en instabieler. Ook het risico op cyberaanvallen neemt toe. De energietransitie is noodzakelijk, zegt Popov, maar brengt ook nieuwe technische uitdagingen met zich mee voor de netbeheerders.
De gigantische stroomuitval vorige week in Spanje en Portugal leidde wereldwijd tot bezorgdheid over de bijeffecten van de energietransitie. De oorzaak van de storing is nog onbekend – daar wordt onderzoek naar gedaan. Maar het lijkt er sterk op dat de energietransitie daar een rol bij speelde, denken Popov en ander experts.
De toename van het aantal zonnepanelen en windturbines maakt het stroomnet kwetsbaar
Popov vertelt erover aan een lange houten tafel vlak bij het lab, waar Delftse wetenschappers vaak vergaderen met energie-experts van verschillende netbeheerders in Nederland en andere energie-collega’s.
„Het stroomnet is zo opgebouwd dat vraag en aanbod voortdurend in balans moeten zijn, zodat de frequentie altijd rond de 50 hertz ligt”, begint hij met zijn uitleg over waarom de energietransitie het stroomnet kwetsbaarder maakt. Op die frequentie, ofwel het ritme waarin de elektronen heen en weer bewegen, zijn alle onderdelen, alle „systeemcomponenten” van het stroomnet ingesteld.
Wanneer de frequentie hoger of lager wordt dan 50 hertz, treedt automatisch de beveiliging op de componenten in werking en valt de stroom uit om blijvende schade te voorkomen. „Als op de ene plek een beetje meer elektriciteit van het net wordt gevraagd, wordt snel aan de andere kant weer een beetje extra opgewekt”, zegt Popov, terwijl hij zijn handen beweegt als een weegschaal. Ook als op de ene plek stroom helemaal wegvalt, kan een andere bron meer gaan opwekken. Dat gaat grotendeels automatisch.
„In de klassieke situatie, met veel gas- en kolencentrales, heeft het systeem best wel wat tijd om te reageren op frequentieverandering.” De generatoren van gas- en kolencentrales hebben zware en grote roterende turbines die afgesteld zijn op 50 hertz. Als dan plots de aandrijving wegvalt, blijven die turbines door hun zware gewicht nog doordraaien, die komen niet plots tot stilstand. Dat effect heet inertie. „Daarmee is het mogelijk de balans te bewaren, en het heen en weer bewegen van de frequentie te stabiliseren. Inertie zorgt ervoor dat plotselinge veranderingen in de frequentie worden gedempt. Daarom heeft het stroomnet tijd om te reageren op veranderingen.
„Maar in een gebied met veel zonnepanelen en windturbines is er minder inertie. Dat maakt het stroomnet minder robuust. Als dan ergens iets wegvalt, ontbreekt dat dempende effect en kunnen de frequentieschommelingen zich in rap tempo verspreiden. Met een gascentrale, bijvoorbeeld, kunnen wij altijd controle uitoefenen over de hoeveelheid energie die wij willen produceren. Met wind- en zonne-energie kan dat juist niet. En dat veroorzaakt onzekerheid.”
Hoe zat dat met de grote stroomstoring in Spanje en Portugal vorige week?
„Wij weten nog niet precies wat er gebeurde, maar wat gelijk opviel is de snelheid waarmee het stroomnet op het Iberische schiereiland uitviel. Iets veroorzaakte lokaal een storing, waarna het stroomnet in omringende gebieden uitviel toen werd geprobeerd de frequentieschommelingen op te vangen. Bij de grote black-out in Italië uit 2003 duurde het zo’n twaalf minuten voordat het hele land op zwart ging. Voor Spanje en Portugal ging dat, volgens de huidige gegevens, binnen een minuut. Dat was echt evil.
De betrouwbaarheid van het stroomnet in Nederland is 99,99963 procent, zegt Tennet. Dat is heel goed
„Dit is precies wat kan gebeuren wanneer veel energiebronnen in het systeem zitten die geen inertie hebben. In plaats van dat grote roterende massa’s die frequentiewisselingen konden dempen, konden de schommelingen zich nu in rap tempo verspreiden. De beveiligingssystemen sloegen aan en de stroom viel razendsnel uit.”
Spanje heeft veel waterkrachtcentrales, die wel grote roterende massa’s en dus inertie hebben.
„Niemand weet wat er in deze specifieke situatie precies is gebeurd. Maar het is wel zo dat wanneer zonne- en windenergie een groot deel uitmaken van de energiemix, zoals in Spanje, het over het algemeen lastiger is om de klap op te vangen als het ergens misgaat. Toen ik las over de stroomstoring, dacht ik, dit is een teken dat de energietransitie nog lang niet af is.”
Aan de andere kant van de glazen wand in het lab in Delft staat een tiental computerschermen. Onderzoekers simuleren hier op supercomputers de ergste scenario’s die zich voordoen als het stroomnet instabiel wordt, om erachter te komen hoe het systeem beter beveiligd kan worden.
U onderzoekt wat gedaan moet worden om het elektriciteitsnet robuust te houden, terwijl het systeem een gigantische verandering ondergaat.
„Ons doel is dat we straks een systeem hebben waarbij energie volledig wordt opgewekt met hernieuwbare bronnen. En dat de betrouwbaarheid van het systeem gelijk blijft. Nu is die betrouwbaarheid in Nederland 99,99963 procent, zegt Tennet. Dat is heel goed. Dat komt neer op een stroomstoring van ongeveer 12,8 minuten per persoon per jaar. Dat is niet veel.
„Ik werk nu aan een concept waarmee we het risico kunnen verkleinen dat een stroomstoring zich snel als een olievlek verspreid, wat vorige week in Spanje en Portugal gebeurde. De complexiteit die de energietransitie met zich meebrengt, maakt het lastiger om het gehele Europese stroomnet tegelijkertijd te monitoren, zoals dat nu wel gebeurt. Ik onderzoek hoe we het systeem kunnen verdelen in een soort eilanden. Als je een kleiner gebied virtueel isoleert, en dat gebied intensiever in de gaten houdt dan nu, dan heb je het sneller in de gaten als daar iets fout gaat. Als lokaal bijvoorbeeld een lijn of kabel overbelast is, kun je het gebied rondom dat probleem snel isoleren. De rest van het systeem, buiten dat gebied blijft dan normaal functioneren. Dat noemen wij control islanding.”
Wordt het stroomnet niet steeds kwetsbaarder voor cyberaanvallen, nu steeds meer informatie wordt gedigitaliseerd?
„Ja. Vroeger werden veel componenten analoog in de gaten gehouden. Maar we kunnen de energietransitie niet realiseren zonder digitalisering. We moeten het net blijven monitoren, en doordat de vraag naar elektriciteit ook toeneemt, moeten we het net ook nauw in de gaten houden, zodat we het optimaal kunnen gebruiken.
„Tegenwoordig monitoren we het net met behulp van internet- en glasvezelkabels en stoppen we alles in software. Daarom zijn cyberaanvallen een groter probleem geworden voor netbeheerders. We mogen die dreiging niet verwaarlozen. We hebben nieuwe manieren nodig om zo’n complex energiesysteem te kunnen beveiligen tegen opzettelijke aanvallen.”
Waarom vind u het stroomnet zo interessant?
„Ik was altijd geïnteresseerd in elektrische energietechniek. Vooral stroom is fascinerend. Hoe is het mogelijk dat iets wat je niet ziet en ruikt zo krachtig is? Ook een man als Nikola Tesla boeit me, de uitvinder van belangrijke componenten van het stroomnet. Ik heb een poster van hem in mijn kantoor opgehangen. Daar kijk ik elke dag tegen hem aan.”
‘Waar gaat het heen en waar is het einde”, zucht Berrie de Kruif (54) van glaszettersbedrijf All-in Glas. Zijn bedrijf levert, plaatst en bewerkt glas en glas-in-lood voor particulieren en bedrijven in Nederland. De Kruif neemt plaats aan een van de tafels achter zijn showroom op het Utrechtse bedrijventerrein de Cartesiusdriehoek. Als eigenaar en directeur merkt hij de gevolgen van de stijgende kosten. „Alles is veel duurder geworden. De lonen en ook de materialen”, zegt hij. In tien jaar ging het uurloon in zijn sector van 35 naar 65 euro nu, een veel hogere stijging dan de inflatie. Ook ging in 2022 de gemiddelde inkoopprijs van een gemiddelde ruit in een keukendeur met 13 euro omhoog, vergeleken met een jaar eerder, als gevolg van gestegen energieprijzen. Voor het verhitten van de grondstoffen van glas in smeltovens is gas nodig en juist die kosten zijn gestegen. „Als ondernemer is het bijna niet meer te doen”, zegt De Kruif.
Veel Nederlandse ondernemers maken zich evenveel zorgen als hij: het ondernemersvertrouwen is in het tweede kwartaal van 2025 verder gedaald tot een voorlopig dieptepunt van -7,5, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de Conjunctuurenquête Nederland, een lijst vragen over de economie die in april is gesteld aan niet-financiële bedrijven.
Ook ten opzichte van een jaar geleden (-5,8) liep het vertrouwen terug. Het sentiment is al veertien kwartalen op rij negatief. Het CBS geeft hiervoor als voornaamste reden een tekort aan arbeidskrachten, maar ook de Amerikaanse importheffingen veroorzaken een onzeker economisch klimaat.
Kleine voordelen
Ook De Kruif merkt dat Trumps beleid bijdraagt aan sombere vooruitzichten. Hij koopt glas van Nederlandse bedrijven die het op hun beurt importeren uit Duitsland. Ook laat hij glas-in-lood bewerken in Macedonië. „Van de Macedonische douane mogen we alleen nog maar glas invoeren als het aantoonbaar uit Europa komt: Amerikaanse en Chinese producten worden geweerd. En de basisinkoopprijs van Duits glas is sinds deze maand door de importheffingen met 7 procent verhoogd”, aldus De Kruif.
Maar internationale ontwikkelingen kunnen ook kleine voordelen bieden. Door een overschot aan glas uit Duitsland, omdat er nu minder Duits glas naar Amerika gaat, is de levertijd ervan teruggebracht van drie naar één week. De Kruif hoopt bovendien dat Chinees vacuümglas goedkoper wordt nu China minder naar de VS exporteert. „Maar dat kan zo weer veranderen.”
Glaszetter Berrie de Kruif: „De inkoopprijs van Duits glas is door importheffingen met 7 procent gestegen.”
Foto Mona van den Berg
De grootste problemen waar ondernemers mee kampen hebben echter niets met Trump te maken. Ondernemers noemen het tekort aan arbeidskrachten nog steeds de belangrijkste hindernis voor hun bedrijfsvoering, al is het aantal bedrijven dat hier last van heeft licht gedaald. Zo meldt het CBS dat het aandeel bedrijven met een personeelstekort afnam, van 38,4 procent aan begin van het tweede kwartaal vorig jaar tot 33,9 procent in het begin van het tweede kwartaal dit jaar. In de bedrijfstakken vervoer en opslag ervaart bijna de helft van de bedrijven een personeelstekort, blijkt uit de enquête.
Voor Jeffrey Posthouwer (52), eigenaar van Autoschade Herstel Posthouwer in Utrecht, is personeelstekort een bekend probleem. Vanuit de showroom van De Kruif is te zien hoe druk het is bij het autoschadeherstelbedrijf, aan de overkant van de straat. „Het is druk in de autoschadewereld. Goede vakmensen zijn schaars en duur. De kosten stijgen, maar onze tarieven nemen niet evenredig toe”, zegt Posthouwer.
Het ondernemersvertrouwen is al veertien kwartalen op rij negatief, aldus het CBS
Posthouwer vindt dat er in het kabinet te weinig aandacht is voor ondernemers. Hij noemt het twee jaar doorbetalen van langdurig zieke werknemers, „waar dit in België drie maanden is”. Om bij te dragen aan een duurzame wereld én omdat het wordt verwacht vanuit Den Haag, investeert hij in gereedschap en bijscholing om ook elektrische auto’s te kunnen herstellen. Maar onduidelijkheid over subsidieregelingen om bedrijven van mkb-ondernemers energiezuiniger te maken, geven Posthouwer het gevoel dat hij wordt tegengewerkt. Posthouwer: „En daarbovenop komen nog de aangekondigde verscherpte handhaving voor zzp’ers en de langzaam stijgende pensioenleeftijd.”
„Ik ben trots op ons mkb-familiebedrijf. We blijven doorgaan, want opgeven zit niet in mijn aard. Maar voor een simpele ondernemer als ik is de romantiek er op deze manier van af.”
Ondanks alle onzekerheid verwachten ondernemers volgens het CBS in het tweede kwartaal een lichte groei in omzet en het aantal orders. Vooral exporterende bedrijven blijven positief over hun buitenlandse omzet, voornamelijk in de groothandel en industrie. Ondernemers in de bouw en industrie blijven daarentegen terughoudend met investeringen. Zo wordt de internationale concurrentiepositie minder positief beoordeeld dan voorheen.
Sportschoolhouder Jacob van Bladeren: „Ik wil uit principe niet meer investeren in Amerikaanse materialen.”
Foto Mona van den Berg
Hoewel de daling in het ondernemersvertrouwen in de sectoren cultuur, sport en recreatie bijna dubbel zo groot is – het ging van -2,8 vorig jaar naar -5,5 dit jaar – is sportschoolhouder Jacob van Bladeren (37) van Roots Premium Gym, dat op een steenworp afstand ligt van de garage van Posthouwer, minder bezorgd dan anderen in zijn sector. „Sporten is iets wat mensen erbij doen, dus wij merken het direct als mensen minder te besteden hebben”, zegt Van Bladeren. Maar dat is voor hem geen reden om zijn bedrijfsvoering om te gooien. „We zijn een community met een hechte clientèle. Wel wil ik uit principe niet meer investeren in Amerikaanse sportschoolmaterialen.”
In economisch onzeker wordende tijden is een flexibele ondernemersmentaliteit van groot belang, benadrukt Van Bladeren, terwijl door de speakers van de sportschool ‘Superstition’ van Stevie Wonder klinkt. „Ik geloof dat je kansen moet creëren en ze moet pakken als ze op je pad komen. Als ondernemer ben ik altijd bezig met vernieuwing, maar ik houd ook altijd rekening met onverwachte wendingen.”
Een symbolischer locatie dan het plein Stanislas in Nancy hadden de Franse president Emmanuel Macron en de Poolse premier Donald Tusk niet kunnen kiezen. Het met gouden poorten en imposante gebouwen omringde plein is in de achttiende eeuw gebouwd op verzoek van de voormalige Poolse koning Stanislas Leszczynski, die nadat hij gedwongen was zijn vaderland te verlaten hertog van Lotharingen was geworden. Het plein was een cadeautje aan de Franse koning Lodewijk de Vijftiende, Leszczynski’s schoonzoon.
Vrijdag kwamen Macron en Tusk hier onder een strakblauwe hemel samen voor de ondertekening van een vriendschapsverdrag. In dit ‘verdrag van Nancy’ spreken de twee af op allerlei vlakken nauwer samen te werken: van infrastructuur tot kernenergie. Maar de focus ligt zoals verwacht op defensie. Zo is een clausule opgenomen waarin Frankrijk en Polen beloven „in het geval van gewapende agressie […] elkaar te assisteren, inclusief met militaire middelen”. De landen willen „in de komende maanden” ook gezamenlijke militaire oefeningen doen, zei Macron bij een persconferentie. En ze willen meer samenwerken in de strijd tegen „buitenlandse inmenging, cyberaanvallen en andere bedreigingen voor onze democratieën”.
Eerder zei Tusk dat het verdrag „de mogelijkheid naar een samenwerking opent” op het gebied van (Franse) kernwapens. Daarover staat niets concreets in het verdrag, maar Macron onderstreepte bij de gezamenlijke persconferentie dat „de belangen van onze belangrijkste partners” zijn opgenomen in de Franse kernwapendoctrine en benadrukte dat hij altijd „met discretie” over het onderwerp zal praten. Beide leiders spraken zich ook met ferme bewoordingen uit over de voornaamste reden voor de nauwere defensiesamenwerking: de Russische president Vladimir Poetin. Macron noemde hem „imperialistisch”. Tusk zei dat leiders die vrijdag bij Poetins militaire parade aanwezig waren, zich moeten schamen. (Er zaten drie Europese leiders tussen.)
Lees ook
Lees ook: Waarom heel Europa nu kijkt naar Merz en Macron
Op één lijn
Eerder sloot Frankrijk vergelijkbare vriendschapsverdragen met Duitsland (in 1963, uitgebreid in 2019), Italië (2021) en Spanje (2023) – allemaal directe buurlanden. Dat Parijs nu ook zo’n verdrag aangaat met Warschau, is vooral het gevolg van het feit dat Polen en Frankrijk meer op elkaar zijn gaan lijken, zegt geopolitiek analist Gesine Weber, verbonden aan de Parijse tak van de trans-Atlantische denktank German Marshall Fund of the United States.
„Lange tijd zaten Frankrijk en Polen op totaal andere geopolitieke golflengtes: Polen was een van de meest op de VS georiënteerde landen in de Europese Unie, terwijl Frankrijk al jaren lobbyt voor strategische autonomie”, zegt Weber. Hierbij speelt de historische context mee: in Polen leefde lang het sentiment dat Frankrijk de Polen niet had beschermd tegen nazi-Duitsland en later de Sovjetoverheersing, waardoor men het gevoel had alleen op de Amerikanen te kunnen vertrouwen.
Maar de inval van Rusland in Oekraïne en de meer naar binnen gekeerde houding van de VS maken dat de landen meer op één lijn liggen. „Na vele jaren waarin Frankrijk en Polen vrijwel lijnrecht tegenover elkaar stonden op belangrijke kwesties, kunnen ze elkaar nu in de ogen kijken.”
Hierbij speelt mee dat zowel Polen als Frankrijk momenteel leiders heeft die voor een sterkere EU zijn – anders dan de jaren vóór Tusk, toen het nationaal-conservatieve PiS Polen regeerde. Van beide kanten is ook haast geboden: in 2027 krijgt Frankrijk een nieuwe president én vinden in Polen belangrijke parlementsverkiezingen plaats. Volgende week zijn er bovendien presidentsverkiezingen in Polen – maar de president heeft er een minder belangrijke rol. Als na 2027 de visies van de landen toch weer uit elkaar gaan liggen, is de vraag hoeveel er van het vriendschapsverdrag overblijft.
De Poolse en Franse delegatie bij de besprekingen die voorafgingen aan het ondertekenen van het vriendschapsverdrag tussen de twee landen.
Foto Christophe Petit Tesson / AP
Macron wil met het verdrag verder „de steeds belangrijkere rol van Polen erkennen”, zegt Weber. „Frankrijk wil laten zien dat het Polen en andere landen [in midden en] Oost-Europa serieus neemt, vooral met betrekking tot hun veiligheid en de dreiging uit Rusland.” Het is in lijn met wat de Franse president in 2024 in Bratislava zei: toen erkende Macron dat eerder geluisterd had moeten worden naar de zorgen over de Russische dreiging die oostelijker gelegen landen al jaren uitten. En het past sowieso bij Macron, die niet alleen meer Europese samenwerking aanmoedigt, maar ook bilateraal de banden aanhaalt met andere lidstaten.
Lees ook
Lees ook: Toen de presidentskandidaat beweerde mantelzorger te zijn geweest, raakte hij in de problemen
Weimar-driehoek
Wat het vriendschapsverdrag concreet voort zal brengen, is nog te bezien. „We tekenen vandaag niet de contracten”, zei Tusk. Weber: „Meestal begint het met een vriendschapsverdrag waarin de politieke ambities worden uitgesproken en komen de concrete afspraken later.” Maar dat wil niet zeggen dat het verdrag geen directe gevolgen heeft. „Alleen al het sluiten van dit verdrag draagt bij aan afschrikking: Frankrijk, een van de belangrijkste militaire machten van Europa, laat zien dat het Midden- en Oost-Europa serieus neemt. Tegenover Rusland én ten opzichte van de VS.”
Ook is het wederom een signaal dat de Weimar-driehoek (Frankrijk-Polen-Duitsland) een belangrijke kracht wil vormen binnen de EU – nadat Friedrich Merz hetzelfde had uitgedragen door deze week zijn eerste bezoeken als Duitse bondskanselier aan Parijs en Warschau af te leggen. Deze alliantie ontstond in de jaren negentig om Polen te helpen zich te ontdoen van het communisme en samenwerking op Europees niveau tussen de drie landen te bevorderen.
Onder de regeringen van PiS (2015-2023) daalde deze Europese verbroedering tot een dieptepunt, doordat PiS Duitsland continu aanviel. De partij eiste onder meer herstelbetalingen voor het leed en de verwoestingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar tijdens het bezoek van Merz aan Polen toonde Tusk zich verzoenend en zei hij dat Polen niet meer zal vragen om de herstelbetalingen.
In Nancy werd er alles aan gedaan om te laten zien dat het ook tussen Polen en Frankrijk nu dikke mik is. Macron en Tusk keken elkaar tijdens de persconferentie bewonderend aan, hun handdruk leek minuten te duren. Het in rood leer gebonden vriendschapsverdrag toonden ze voor de camera’s met de trots van middelbare scholieren die net hun diploma’s hebben ontvangen.
Lees ook
Lees ook: ‘Meer Frans-Duitse defensiesamenwerking kan leiden tot Europese veiligheidsraad’