Mark van Bommel heeft zichzelf opnieuw uitgevonden als trainer, maar de Belgische landstitel is nog niet binnen

Belgisch voetbal Met Antwerp liet Mark van Bommel een eerste kans op het Belgische kampioenschap liggen. Na ontslagen bij PSV en Wolfsburg wil hij zich revancheren in België, want iets anders zijn dan voetbaltrainer kan hij zich niet meer voorstellen.

Mark van Bommel is teleurgesteld nadat Antwerp de titel (voorlopig) misloopt.
Mark van Bommel is teleurgesteld nadat Antwerp de titel (voorlopig) misloopt. Foto Tom Goyvaerts/Belga

Antwerp-coach Mark van Bommel (46) drukt willekeurig wat losliggende pollen in het gras, komt overeind en zwaait ongeduldig met zijn armen. Opschieten, aftrappen, gebaart hij. Het is de 81ste minuut en Union Saint-Gilloise heeft zojuist 1-1 gemaakt. En dat met tien man. Een afgeslagen schotje uit een zeldzame counter, meer was het niet, maar de bal stuiterde binnen. Een „kans die geen kans is”, noemt Van Bommel het later. Hij weet op dat moment in de wedstrijd: als het zo blijft, wordt zijn Royal Antwerp FC geen kampioen. Niet deze zondag in ieder geval.

Een zenuwslopend kwartiertje later slentert Van Bommel met de handen in de zakken van zijn zwarte broek het veld in, terwijl het publiek voor de tweede keer op de middag stilvalt. Ondanks een grote kans vlak voor tijd heeft Antwerp niet meer gescoord. Onmachtig oogt de ploeg van Van Bommel na de tegengoal. Had hij zijn geblesseerde spits Vincent Janssen toch door een aanvaller moeten vervangen, in plaats van middenvelder Mandela Keita binnen de lijnen te brengen? Koos hij ervoor de voorsprong te verdedigen, terwijl hij had moeten jagen op nog een doelpunt? Onzin, zegt Van Bommel na afloop ietwat kribbig. „We zíjn hard op zoek gegaan naar de 2-0”.

Anticlimax

Hij begrijpt hoe groot de teleurstelling is in Antwerpen. De anticlimax. Royal Antwerp uit 1888, de oudste club van het land, kon onder zijn leiding voor het eerst sinds 1957 kampioen van België worden. Decennia vocht Antwerp tegen financiële problemen, met enige regelmaat daalde het af naar het tweede niveau.

Lees ook: dit profiel over de trainer Mark van Bommel, uit 2019

Sinds RAFC eigendom is van vastgoedmagnaat Paul Gheysens, die in de voorbije jaren een geschatte 150 miljoen euro investeerde om verliezen af te dekken en de selectie te versterken, gaat het beter en zijn de ambities groot. Dankzij het geld van Gheysens kan Van Bommel beschikken over spelers als Calvin Stengs, Toby Alderweireld en Vincent Janssen. Eerder deze maand won Antwerp al de beker. Maar het landskampioenschap, dat telt pas echt.

De hunkering is zondag voelbaar in en rond het Bosuilstadion, een bouwwerk dat je met een beetje goede wil modern-klassiek kunt noemen. De hoofdtribune is uit strak glaswerk opgetrokken, daartegenover een veredeld trappenhuis met houten bankjes dat te fragiel is bevonden om publiek op toe te laten. In de ruime viploge doet de Antwerpse bovenlaag zich voor de aftrap te goed aan witte wijn, bubbels en droge worst. Buiten produceren in het rood gestoken supporters – de opmars van de zwarte hoodie in voetbalstadions is blijkbaar stukgelopen op de Belgische grens – een kabaal dat oordoppen rechtvaardigt. „Dit is het Liverpool van België”, zegt Antwerp-fan Jurre Vandingenen voordat hij de Bosuil betreedt.

Van Bommel houdt ervan. De hele week worden hij en zijn spelers in de stad al aangesproken op de wedstrijd van deze zondag, horen ze hoeveel die voor Antwerpen betekent. „Vanaf het moment dat ik hier binnenkwam, heb ik gemerkt dat het hier heel intens beleefd wordt”, zegt Van Bommel. „Dat is mooi. Daar moet je niet voor weglopen.”

Opgelucht na ontslag bij Wolfsburg

Niet alleen Antwerp hunkert naar succes. Datzelfde geldt voor Van Bommel. Bij Antwerp is hij bezig definitief zijn naam te vestigen als coach. Een revanche, zo kun je dat wel noemen, nadat zijn eerste twee jobs als coach in teleurstellingen waren geëindigd. PSV, waar hij als speler jarenlang aanvoerder was, ontsloeg hem eind 2019, anderhalf jaar nadat hij was aangesteld, vanwege tegenvallende resultaten. Bij VfL Wolfsburg ging het al binnen het half jaar mis.

Met het ontslag in Duitsland kon hij vrede hebben, vertelde Van Bommel onlangs in een podcast met vakgenoot Alex Pastoor. Van Bommel voelde vanaf het begin weinig steun van de clubleiding en hij „verpieterde” in Wolfsburg, een stad waar volgens hem behalve arbeid in de Volkswagenfabrieken vrijwel niets te doen is. Zijn gezin bleef achter in Nederland, op vrije dagen struinde Van Bommel alleen over de golfbaan. Hij was vooral opgelucht toen ze hem op straat zetten.

Heel anders was dat bij PSV, lang zijn thuis als speler. Daar wilde hij wel graag door, voelde hij de steun van de spelersgroep en dacht hij het tij te kunnen keren. Maar de clubleiding en een deel van de staf had het vertrouwen verloren in de bijna obsessieve werkwijze van Van Bommel. Hij verwachtte niet alleen dat zijn spelers net zo monomaan voor het voetbal leefden als hijzelf had gedaan toen hij prof was bij Fortuna Sittard, PSV, FC Barcelona, AC Milan en Bayern München, hij bemoeide zich ook verregaand met het werk van specialisten in de staf. Dat leidde bij PSV tot botsingen met de medici in zijn team, die hem ‘dokter Van Bommel’ gingen noemen.

Een oud-voetballer die bij zijn eerste twee clubs zonder prijzen wordt ontslagen, het kan einde loopbaan betekenen. Niet bij Van Bommel. Voor hem is de keuze om trainer te worden nooit een van de mogelijkheden geweest, het was de enige optie. Hij schreef de oefenvormen op de training al op vanaf het moment dat hij als zestienjarige debuteerde bij Fortuna Sittard. Al vroeg in zijn loopbaan als voetballer volgde Van Bommel trainerscursussen, overal werd hij aanvoerder. Zijn hele leven is voetbal, met twee zoons die bij MVV spelen en een schoonvader die Bert van Marwijk heet en bondscoach was. Toen hij als voetballer stopte in 2013, viel hij in een gat. Van Bommel heeft het voetbal harder nodig dan andersom.

Oud-Ajacied Jurgen Ekkelenkamp (midden) is één van de Nederlanders die Van Bommel in zijn selectie heeft.
Foto Dirk Waem/Belga

Zijn controledrang is minder geworden

Bij Antwerp, dat hem vorige zomer aanstelde, voelt hij zich gewaardeerd. Door de eigenaar, technisch directeur Marc Overmars en zijn goeddeels Nederlandse staf. Maar ook door spelers en publiek. Zijn controledrang is minder geworden. „Ik moet niet altijd alles willen weten”, zei hij in een interview met De Telegraaf. „Dat geldt zowel voor wat er in de media staat, als voor wat er op de club gebeurt.”

Volgens Antwerp-supporter Corim Versmissen is hij populair bij de aanhang om zijn ‘menselijkheid’ en humor, het feit dat hij jonge spelers een kans geeft ook. Het leidde ertoe dat de supporters zijn naam bleven scanderen toen Antwerp een moeilijke periode doormaakte voor de winterstop, waarin het maar drie van de negen wedstrijden won. Dat Van Bommel die dip te boven is gekomen, zal veel voor hem betekenen. Bij zowel PSV als Wolfsburg begon hij uitstekend, in Eindhoven won hij zelfs de eerste dertien competitiewedstrijden. Maar steeds kwam de klad erin en moest hij vertrekken voordat hij voor de ommekeer kon zorgen.

Volgende week kan Van Bommel met Antwerp alsnog kampioen worden van België. Als de ploeg wint bij Genk, is de titel binnen. Zo niet, dan is Antwerp afhankelijk van andere resultaten. Het is in ieder geval een herkansing om zijn definitieve revanche waar te maken en toe te treden tot het selecte gezelschap dat als speler én als coach grote titels heeft behaald. Eerst moet de klap van deze zondag worden verwerkt, zegt Van Bommel na afloop van het gelijkspel tegen Union. In de kleedkamer vertelde hij over ‘zijn’ verloren WK-finale van 2010. Van Bommel kreeg toen geen herkansing, zijn spelers nu wel. Kwam de boodschap aan? „De jongens hoorden mij helemaal niet. Maar het is wel zo.”