De circusdroom van een bang klein eendje

Recensie Boeken

Kinderboek Een klein eendje wil dolgraag bij het circus, maar de podiumkunsten blijken toch niet echt waar zijn kracht ligt. Daarover gaat het subtiel en ontroerend geïllustreerde prentenboek Jonathan.

Illustratie Nadya Bonten-Slenders uit besproken boek

Jonathan klom op zijn koffertje. Wankelend ging hij op één poot staan. Toen stak hij heel voorzichtig zijn andere pootje de lucht in.

“Eh… juist.” De giraffe kuchte. “Een Kunst. Ik denk…”

“O, mevrouw!” zei Jonathan. “Ik heb zó hard geoefend! Ik wil zó graag bij het circus! Alstublieft?”

De giraffe keek naar Jonathans rode laarsjes, naar de grijze lucht en zuchtte. “Nou vooruit. Je mag het proberen bij Toets. Rechtsom langs de piste, en dan achter het rode gordijn.”

Helaas blijkt eendje Jonathan niet over de voor de hand liggende kwaliteiten te beschikken om bij het circus te gaan. Hij durft niet met zijn koppetje in de bek van de krokodil. Hij kan niet dansen op een bal. Hij is bang voor de trapeze. Wat volgt is een ontroerende tocht langs de podiumkunsten waarbij Jonathan eigenlijk voor alles ongeschikt blijkt te zijn.

Dapper eendje

Prentenboekenmaker Mathilde Stein brengt dit verhaal met veel humor. Het was een paar jaar vrij stil rondom de auteur van de moderne klassieker Bang Mannetje (in samenwerking met illustrator Mies van Hout gemaakt), maar na Pluk en Pluis vorig jaar komt Stein dit voorjaar met maar liefst twee boeken. Vuurtorenbeer, een komisch zelfleesboek voor beginnende lezers over een beer in een vuurtoren die zich druk maakt dat hij niks beleeft, en daarnaast dus dit prentenboek over een eendje dat graag bij het circus wil. In Jonathan speelt wederom het thema ‘durf’ een rol.

Nadya Bonten-Slenders heeft nog niet veel prentenboeken geïllustreerd, maar voorzag het verhaal van sfeervolle warme platen in potlood en waterverf. De zachte kleuren en gedetailleerde dieren roepen vertedering op. Naast dat de details vertedering oproepen, geven ze ook verdieping aan de personages. De giraffe die kaartjes verkoopt in de regen heeft twee lange sjaals om en een grote bril op waardoor ze er zowel klunzig als begripvol uitziet. De krokodil heeft grote ronde tanden die passen bij zijn zachtrode ronde koontje. Hij heeft een feesthoedje op en is eerder hartelijk dan eng. Bonten-Slenders brengt dynamiek in haar prenten met een paar simpele lijnen van een zwaaiende trapeze en bungelende lampjes aan een koord. De achtergrondkleuren rood en geel roepen moeiteloos het gevoel van het drukke circus op.

Eigen stem en taal

Dezelfde aandacht die Bonten-Slenders voor de platen heeft gehad, zien we terug in de tekst van Stein. Ze weet precies welk woord benadrukt moet worden met een accent aigu en in plaats van te zeggen dat Jonathan ontmoedigd raakt, wat uitleggerig en fantasieloos zou zijn, schrijft Stein: ‘Met zijn vleugeltjes omlaag sjokte Jonathan naar de uitgang.’ Ook bezit elk personage zijn eigen stem en taal. Zo heeft Madame Fifi, de hoofdpoedel, een Franse achtergrond: ‘Stop! Quelle catastrophe. Ah un eend n’est pas een poedèl.’ En de grote Robowski, een hond met een monocle, lijkt zijn wortels in Rusland te hebben liggen. Hij begeleidt Jonathan bij de eenwieleract: ‘Veel te slapski. Geen spierski. Maar wel vleugski’s. Weet jai, eendje? Jai moet die lucht in.’ Maar Jonathan blijkt ook geen acrobaat en de bravoure van een levende kanonskogel ontbeert hij ook. De aandacht in tekst en beeld maken van Jonathan een kostelijk prentenboek van literaire kwaliteit. Een verhaal over willen en kunnen over doorzetten en het nastreven van dromen. En hoe niet alles kan wat je wenst. ‘“Ik ben te bang,” zei hij zachtjes. “En te eendig. En ik ben te slap en te zwemmerig en te licht.”’ Gelukkig komen, zoals gebruikelijk is een prentenboek voor deze leeftijd, alle dieren dan toegesneld, want een droom verwezenlijken, doe je zelden in je eentje.