N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Energiejaar 2022
Het was een kort bericht in het nieuws, maar dat maakt het belang er niet minder om: op 23 april 2022 werd voor het eerst in Nederland gedurende een groot deel van de dag meer groene stroom opgewekt dan er aan stroom werd verbruikt. De kolencentrales en de meeste gascentrales konden tijdelijk worden stilgelegd.
Deze bijzondere gebeurtenis kwam nogal terloops tot stand – het was een zonnige weekenddag met veel wind –, maar het was zeker geen toeval; Nederland telt inmiddels zoveel windturbines en zonnepanelen dat dit mogelijk is geworden. Het was, kortom, een concreet resultaat van de ingezette energietransitie en een hoopgevend teken dat die transitie daadwerkelijk kan slagen.
Het afgelopen jaar was er een waarin energie centraal stond, meestal in negatieve zin. In de eerste plaats natuurlijk door de Russische inval in Oekraïne, die de toch al stijgende gasprijs omhoog deed schieten. De gastoevoer naar Europa werd zelfs een wapen in de strijd, met als dieptepunt de sabotage van de Nordstream-pijpleidingen. De gascrisis die hier uit voortkwam legde in Nederland een nieuw soort ongelijkheid bloot: die tussen mensen met goed geïsoleerde en slecht geïsoleerde huizen.
Het kabinet nam noodmaatregelen die niet altijd in lijn lagen met de klimaatdoelen van Parijs. Zo mogen de kolencentrales tot en met 2024 op volle kracht draaien, in plaats van de eerder opgelegde 35 procent. En het prijsplafond waarmee huishoudens voor miljarden gesubsidieerd worden is voor veel Nederlanders bittere noodzaak, maar kan bij het rijkere deel de prikkel dempen om energie te besparen.
Ook de nasleep van de coronapandemie zat de energietransitie in de weg. Hoewel er nu meer wordt thuisgewerkt lijkt een flink aantal treinreizigers tijdens de pandemie in de auto te zijn gestapt en er niet meer uitgekomen. Er zijn honderdduizenden auto’s extra op de weg, het aantal treinreizigers ligt nog aanzienlijk lager dan vóór de pandemie en de files braken dit jaar records.
En toch, tussen alle disruptie door waren er op energiegebied ook volop verbeteringen. Het kabinet besloot om het vermogen aan windenergie op zee in 2030 bijna te verdubbelen in vergelijking met de eerdere ambitie. Deze maand kreeg het tweemiljoenste huishouden zonnepanelen, wat betekent dat bijna een kwart van de huishoudens deze stap nu heeft gezet.
De snelle groei – het eenmiljoenste huishouden is nog maar twee jaar geleden – verloopt niet zonder problemen. Zo is er een tekort aan materialen en arbeidskrachten, en dragen al die zonnepanelen, evenals alle warmtepompen en zonneboilers, bij aan de overbelasting van het elektriciteitsnetwerk. De verzwaring van dit netwerk wordt een langdurige operatie die nog veel investeringen in geld en ruimte zal vergen.
Een lichtpuntje is dan weer dat sommige elektrische auto’s al dienst doen als thuisbatterij: elektriciteit die met zonnepanelen is opgewekt wordt in de accu opgeslagen en als de zon weg is aan het huishouden geleverd. Dit is efficiënter én helpt om piekbelasting van het netwerk tegen te gaan.
Al met al was 2022 een roerig energiejaar, met een door oorlog veroorzaakte crisis die vermoedelijk niet snel zal wijken. Maar de verbeteringen die er ook waren zijn structureel; de nieuwe zonnepanelen en windmolens gaan niet meer weg. Integendeel, het ziet ernaar uit dat ze dagen als 23 april steeds gewoner zullen maken.
Lees ook: ‘De stroomvoorziening gaat compleet anders werken’