Ron DeSantis: een sociaal onhandige man, die in een campagne sluw kan opereren

Profiel

Ron deSantis Ron DeSantis zal waarschijnlijk deze woensdag zijn langverwachte presidentskandidatuur lanceren. Dan wordt hij de belangrijkste rivaal van Donald Trump voor de Republikeinse nominatie. Hoe zal de schuwe jurist zich houden in een strijd met die populaire straatvechter?

Ron DeSantis tijdens de publiciteitstour voor zijn boek The Courage to be Free. Hij maakte die tour precies langs plekken waar presidentskandidaten vaak komen.
Ron DeSantis tijdens de publiciteitstour voor zijn boek The Courage to be Free. Hij maakte die tour precies langs plekken waar presidentskandidaten vaak komen. Foto Elijah Nouvelage/AFP

Er was een tandarts die al in het staatsparlement zat. Een lutherse priester met een vliegbrevet. De bestuurder van een schooldistrict. Een zakenman. Een gemeenteraadslid. Een makelaar die pauwen hield. Ze bestreden elkaar in 2012 om de Republikeinse nominatie voor een zetel in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden namens het 6de district van Florida. Alle zes hadden ze stevige wortels in de lokale gemeenschap.

„Ik dacht dat Fred zou winnen”, zegt Heather Beaven, destijds de Democratische kandidaat die het bij de algemene verkiezingen van november tegen de winnaar bij de Republikeinen zou opnemen.

„Ik dacht ook dat ik zou winnen”, zegt Fred Costello. „Iedereen in ons district dacht dat.” De inmiddels gepensioneerde tandarts had twee jaar eerder campagne gevoerd voor een zetel in het State House in Tallahassee, en gemakkelijk gewonnen. De partijgenoten die meedongen in de voorverkiezingen van 4 augustus 2012 vond hij te licht om zich zorgen te maken.

Maar er kwam nóg een kandidaat in de race. Een advocaat die niet eens in het 6de district woonde, maar een half uur daarbuiten. Costello had nog nooit van hem gehoord en besteedde niet veel aandacht aan hem. Ron DeSantis heette hij.

Deze woensdag zal DeSantis, die inmiddels aan zijn tweede termijn als gouverneur van Florida bezig is, zich volgens Amerikaanse media kandidaat stellen voor het presidentschap. Daarbij zal hij het moeten opnemen tegen oud-president Donald Trump, die al wekenlang beledigingen, schimpscheuten en aanvallen afvuurt om hem te ontmoedigen.

Trumps campagnecomité MAGA Inc. heeft tot deze week 15,3 miljoen dollar (een kleine 14 miljoen euro) uitgegeven aan aanvalsspotjes op DeSantis (en slechts 1.500 dollar aan positieve advertenties over Trump zelf). Het is duidelijk dat hij de succesvolle en in 2022 met overmacht herkozen gouverneur als zijn belangrijkste rivaal ziet. Hoe zal de lichtgeraakte DeSantis zich houden in een wedstrijd tegen de populaire straatvechter Trump? Rivalen uit de campagne om het 6de district in 2012, DeSantis’ eerste schreden op het politieke pad, vertellen over zijn kracht en zwakte.

Connecties met geld

„Verwacht van mij geen vuilspuiterij over Ron DeSantis”, zegt Fred Costello in zijn reusachtige, zelfontworpen houten huis in Moravian Falls, in de staat North Carolina. „Ik ben echt een fan van hem.”

Costello was in 2012 de typische lokale kandidaat. Opkomen voor de belangen van de gemeenschap en vooral de middenstand. „Rock solid conservatief” noemt hij zichzelf: bevoegdheden liever bij de lokale overheden dan bij de landelijke overheid, zo laag mogelijke belastingen en „100 procent” tegen abortus.

Nadat hij twee jaar op een vergunning had moeten wachten om zijn tandartsenpraktijk te verbouwen, had hij zich verkiesbaar besteld voor de welstandscommissie – zo begon zijn politieke carrière. Later werd hij burgemeester en ten slotte statelijk afgevaardigde voor Volusia County. Tot dat punt had de kracht van zijn netwerk hem steeds een trede hoger gebracht. „Maar het US Congress is heel anders. Het maakt de mensen niet uit of ze je kennen of niet. De kiezers verwachten niet dat hun afgevaardigde in Washington hen individueel vertegenwoordigt.” Voor die positie, merkte Costello, is iets anders nodig dan connecties in de gemeenschap: connecties met geld.

Ron DeSantis in gesprek tijdens een bezoek aan Manchester in New Hampshire.
Foto Robert F. Bukaty/AP

Heather Beaven, een van de tien eerste Amerikaanse vrouwen die mocht varen op een gevechtsklare kruiser, had als kandidaat voor de Democratische Partij maar één tegenstander en die zou ze met gemak verslaan. Daarna zou ze het lastig krijgen als Democraat in een district waar de Republikeinse Partij altijd 5 of 7 procentpunt méér stemmen kreeg.

DeSantis was op dat moment nog geen kandidaat, hij was een advocaat die een boek tegen president Obama had geschreven. De titel – Dreams from our Founding Fathers – was een echo van Obama’s autobiografie. „Sowieso slim, dat boek”, zegt Costello. „Mensen denken dat je intelligent bent omdat je een boek hebt geschreven en terwijl je langs de boekhandels reist om te signeren, voer je stiekem al een beetje campagne.”

Dat is precies wat in 2023 gebeurde. DeSantis schreef dit jaar The Courage to be Free en de publiciteitstoer voerde hem precies naar boekhandels in staten waar presidentskandidaten hun eerste bijeenkomsten plegen te organiseren.

Met Dreams from our Founding Fathers deed DeSantis het goed bij conservatieve lobbyorganisaties die Republikeinse kandidaten kunnen maken en breken. In 2012 deed ook Fred Costello zijn ronde langs deze en nog een stuk of twintig andere machtige financiers. „Je moet ze vertellen wat ze willen horen.” Uiteindelijk komt het neer op deze ene vraag: beloof je mee te stemmen met elk voorstel van een bepaald deel van de Republikeinse fractie in het Huis van Afgevaardigden? „Dan zei ik altijd ‘nee’”, zegt Costello. „Ik kan toch niet bij voorbaat mijn stem uit handen geven?”

Dat is voor DeSantis kennelijk geen bezwaar geweest. Hij kreeg als volslagen nieuwkomer in 2012 grote donaties van de Club for Growth, Freedom Works en de Conservative Victory Fund. Costello neemt het zijn vroegere rivaal niet kwalijk. „Ik heb tegen de tandartsenvereniging óók alles gezegd wat ze wilden horen. Maar ja, dat zijn tandartsen, die zijn niet zo geïnteresseerd in politiek en halen niet veel geld voor je op.” Uiteindelijk zou DeSantis alle andere kandidaten vér achter zich laten wat campagnefondsen betreft.

In een lunchtentje in haar woonplaats Sarasota, Florida, zegt Heather Beaven dat DeSantis meer dan 1 miljoen dollar wist in te zamelen voor zijn campagne. Zij had 275.000 vergaard. „Zijn gebrek aan interesse in een babbeltje hielp hem bij de collecte. Als hij een bedeltelefoontje pleegde, vroeg hij: ‘Schrijf je een cheque voor me uit’, en dan hing hij na zes minuten alweer op. Ik zat drie kwartier aan de telefoon voordat ik om geld durfde te vragen.”

Met de financiële steun van zijn donors zette DeSantis een krachtige campagne op. Costello: „Op een willekeurige zaterdag kon hij vijftig mensen betalen die van deur tot deur gingen. Ik had tien, misschien twintig vrijwilligers. En kiezers horen echt niet of je een ingehuurde kracht bent, die tegen betaling enthousiast is voor de kandidaat, of een vrijwilliger. Ze zien gewoon een vrolijk lachend gezicht. Of niet eens, want meestal zijn de mensen niet thuis en laat je een briefje achter. Sorry we missed you, Ron. ‘Hee, wat aardig, DeSantis is bij me langs geweest’, dachten die mensen dan.”

Bij het tweede Republikeinse debat keek Costello opzij en dacht: wat een verstandige voorstellen, wat een sterke man. Hij hoorde DeSantis op zelfverzekerde toon precies die conservatieve voorstellen doen die hij ook belangrijk vond: tegen overheidsuitgaven, tegen de culturele veranderingen onder Obama. „Als ik van jou verlies, dan vind ik het niet erg”, siste Costello. DeSantis lachte en won de voorverkiezing met tienduizend stemmen verschil op een totaal van 62.000.

DeSantis was in de algemene campagne „een doorsnee anti-overheids-Republikein”, zegt zijn Democratische tegenstander Beaven. „Hij wilde het ministerie van Onderwijs afschaffen. ‘Washington gaat ons in Florida toch niet vertellen hoe we onze kinderen moeten opvoeden’, enz. enz.” Van het enige tv-debat tussen hen beiden kan Beaven zich alleen nog „flarden” herinneren. „Het is alsof je uit jezelf treedt.”

DeSantis begroette haar nauwelijks en tuurde tussen de vragen door telkens op zijn telefoon, zegt Beaven. In dat opzicht lijkt hij niet veel te zijn veranderd. Zijn sociale onhandigheid wordt door Republikeinse commentatoren vaak als zijn grootste probleem aangemerkt. Politico sprak Britse zakenmensen die de gouverneur van Florida vorige maand op een buitenlandse reis hadden ontmoet. Hij „keek verveeld” en „staarde naar zijn schoenen”, zei een van hen.

Beaven vond DeSantis nogal agressief „uit de startblokken komen” in het debat en herinnert zich hoe getergd hij was op een puntje dat zij scoorde. Op de vraag wat de grootste bedreiging voor Amerika was, antwoordde DeSantis: Rusland. „Hee Ron, dat is zó jaren 80”, had Beaven geroepen. „En nu noemt hij de oorlog van Rusland tegen Oekraïne ‘een territoriaal dispuut’, dat helemaal geen bedreiging voor Amerika vormt”, zegt Beaven. „Nogal een ommezwaai.”  

DeSantis noemde Beaven destijds „een socialist” en een „opgewarmde Nancy Pelosi” (lange tijd voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, een eeuwige kop-van-jut voor Republikeinen), maar verder was de campagne „niet smerig”, zegt Beaven. Ze verloor de zetel in het Congres met bijna 15 procentpunt verschil.

De Senaatsrace

In 2016 waagde senator Marco Rubio van Florida zich in de Republikeinse primary’s voor de presidentsverkiezingen. Afgevaardigde DeSantis besloot een gooi te doen naar Rubio’s Senaatszetel en dus zag Costello zijn kans schoon: hij wilde opnieuw proberen die Huis-zetel te veroveren. Hij vroeg DeSantis op de man af: ‘Ron, als Rubio afhaakt als presidentskandidaat en terugkeert in de Senaat, word jij dan weer kandidaat voor het 6de district in het Huis?’ In dat geval zou Costello zich niet kandideren. Nee, bezwoer DeSantis, ik blijf hoe dan ook in de race voor de Senaatszetel. Hij zou niet meer terugkeren in het Huis. Costello belde daarop een partijgenoot van wie hij wist dat die staats-afgevaardigde wilde worden en zei dat de weg wat hem betreft vrij was. Fred Costello ging nog eens op voor het US Congress.

De achterban van Ron DeSantis luistert naar zijn speech tijdens een evenement in de staat Iowa.
Foto Léa Dauple/AFP

Het eind van het liedje was dat Rubio afhaakte in de primary’s die uiteindelijk Donald Trump de nominatie zou bezorgen en campagne ging voeren om zijn Senaatszetel te behouden. DeSantis begreep dat hij weinig kans had om Rubio daar te verslaan en stapte toch over naar de Huis-race in het 6de district. „Hij heeft me nooit gebeld om dat te laten weten”, zegt Costello. Hij hield zich zelf wel aan zijn woord en stelde zich niet opnieuw verkiesbaar voor het State House. Ach, zegt Costello over de loer die DeSantis hem draaide, zo gaat dat in de politiek.

De Republikeinse campagne in het 6de district was in 2016 beslist vinniger dan in 2012. DeSantis had ditmaal vier keer zoveel geld als zijn tegenstander. Costello laat de flyer zien waarmee hijzelf campagne voerde: een A4’tje onder de kop ‘Amerika repareren’, met waarschuwingen tegen ‘Europees socialisme’ en tegen de scheiding van kerk en staat.

Na afloop van een fondsenwervingsdiner voor de Republikeinse Partij kwam Casey, de echtgenoot van DeSantis, naar Costello toe. „Ze had tranen in d’r ogen. ‘Het heeft me echt pijn gedaan wat je in de krant over Ron hebt gezegd, hij is een goed mens’, zei ze.” Wat had Costello zijn rivaal dan aangewreven? „Dat hij een carrièrepoliticus is, die niet woont in het district dat hij vertegenwoordigt en zijn zetel in het Huis gebruikt als opstapje voor een politieke carrière.”

Costello loopt naar zijn werkkamer en schuift een lade open. Hij haalt er drie glanzende brochures uit, campagnemateriaal uit 2016 van een organisatie die DeSantis steunde. ‘Wij kunnen carrièrepoliticus Fred Costello niet vertrouwen. Fred heeft zich drie keer verkiesbaar gesteld voor het Congres en zit al jaren en jaren op verkiesbare posities’, staat erop. Costello grinnikt. DeSantis heeft zich intussen vijf keer kandidaat gesteld; als hij meedingt naar het presidentschap, worden dit zijn zesde verkiezingen. „En ik zal op hem stemmen.”

Een tuinbord voor Ron DeSantis in de staat Iowa.
Foto Stephen Maturen/AFP