‘Zij voelden zich aangetrokken tot werken met kinderen’

Mijn ouders Voor deze serie sturen lezers foto’s van hun ouders in. Deze keer stuurde Henkjan van Vliet (1947) een foto van zijn vader Jan van Vliet (1899-1982) en zijn moeder Fien van Vliet-Stoppendaal (1912-2002).

Henkjan van Vliet (1947): „Mijn ouders trouwden in december 1946 in Hilversum. ‘Jeugdige boefjes’, zoals dat toen heette, uit een kinderhuis in Loosdrecht, zongen hen toe bij het verlaten van de kerk, samen met hun leraar, meester Frits.

„Een standaardsetje waren mijn ouders niet. Jan was de zoon van een Amsterdamse onderofficier; Fien was de dochter van een Haagse bankier, met het Koninklijk Huis als klant. Hij had alleen lagere school, hij moest op zijn twaalfde gaan werken en had in de avonduren een akte als pedagoog gehaald. Zij kon, na het ’s-Gravenhaags Christelijk Gymnasium, rechten studeren in Leiden, waar ze een zogenoemde ‘elle’ werd, als lid van de chique Vereeniging van Vrouwelijke Studenten. Hij was dertien jaar ouder dan zij; hij had er al een mislukt huwelijk op zitten.

„Het geloof hadden zij met elkaar gemeen: ze waren stijf Nederlands hervormd. Kennelijk voelden zij zich beiden ook aangetrokken tot werken met kinderen. Ze ontmoetten elkaar midden jaren dertig in het Amsterdamse Diaconieweeshuis. Hij, toen nog getrouwd, was de leider van de groep oudere jongens. Zij kwam er werken als leidster van de groep oudere meisjes. Ze kregen een kuise verhouding, wat tot een scheidingsprocedure van bijna tien jaar leidde.

„In 1943 werd Jan in Loosdrecht benoemd tot directeur van een nieuw tehuis. Fien kon zich bij hem voegen toen zij eenmaal getrouwd waren. Samen zouden zij zorgen voor belangrijke vernieuwingen in de jeugdzorg. Hun werk trok de aandacht van collega’s en wetenschappers uit de hele wereld.

„In 1967 ging Jan gedwongen met pensioen. Fien vond een nieuwe baan in een tehuis voor jongeren in Zetten. Er ontstonden spanningen in hun huwelijk – niet verwonderlijk, ze waren hun gezamenlijke werk en doel in het leven kwijt. Maar ze zijn bij elkaar gebleven, tot de dood van Jan in 1982.”

Opgetekend door