Europa pakt opnieuw door, ditmaal met levering van F16’s

Analyse

Training F16-piloten Dankzij Europese NAVO-landen beschikt Oekraïne nu al over westerse tanks op het slagveld. En nu volgen er ook F16’s, ondanks eerdere Amerikaanse bedenkingen.

De Oekraïense president Zelensky en de Britse premier Sunak heten elkaar welkom op de G7-top in Japan.
De Oekraïense president Zelensky en de Britse premier Sunak heten elkaar welkom op de G7-top in Japan. Foto Ludovic Marin/AFP

En ineens ging het heel snel met de F-16’s. Afgelopen dinsdag meldde de Britse regering dat premier Rishi Sunak met premier Mark Rutte had afgesproken dat het Verenigd Koninkrijk samen met Nederland een „internationale coalitie” zou smeden om „Oekraïne te voorzien van luchtgevechtscapaciteit”.

Afgelopen vrijdag kwam er meteen witte rook van de Amerikaanse president Joe Biden: de VS stemmen in met het trainen van Oekraïense piloten. Vanaf de G7-top in het Japanse Hiroshima maakte Nationaal Veiligheidsadviseur Jake Sullivan duidelijk dat de trainingen de opmaat zijn naar de levering van gevechtsvliegtuigen. „Terwijl de training in de komende maanden op gang komt”, zo zei Sullivan, „zullen we met onze bondgenoten uitwerken wanneer vliegtuigen worden geleverd, wie ze gaat leveren en hoeveel.”

In de aankondiging van president Biden, noch in de toelichting door veiligheidsadviseur Sullivan werd gesproken over de levering van Amerikaanse F-16’s door de Amerikaanse luchtmacht. Sullivan zei dat hij ervan uitgaat dat Oekraïne zich houdt aan het „fundamentele uitgangspunt” dat Amerikaanse wapens niet worden gebruikt voor aanvallen op Russisch grondgebied. Biden houdt steeds vol dat hij een oorlog met de Russen wil vermijden.

Lees ook: De laatste kans voor Zelensky: een duizelingwekkend diplomatiek offensief

De instemming van Biden is cruciaal: zonder groen licht van Washington mogen de NAVO-landen de Amerikaanse F-16’s niet exporteren. Maar de beslissing kwam vroeger dan verwacht. Afgelopen februari nog zei Biden het sturen van F-16’s naar Oekraïne „voorlopig” uit te sluiten. Europese NAVO-landen die al hadden laten doorschemeren bereid te zijn om gevechtsvliegtuigen te leveren (zoals Nederland) lieten zich de afgelopen maanden niet betrappen op harde toezeggingen.

Argument tegen levering

Achter de schermen is er waarschijnlijk echter de nodigde druk uitgeoefend op Washington. Zo lekte er deze week een rapport van de Amerikaanse luchtmacht uit, waarin op grond van de evaluatie van de vaardigheden van twee Oekraïense gevechtsvliegers de conclusie wordt getrokken dat de opleiding voor de F-16 niet meer dan vier maanden hoeft te duren. Daarmee werd een veelgebruikt argument tégen levering – de opleiding zou te lang in beslag nemen – effectief ontkracht.

Het is niet de eerste keer dat Europa – en niet Washington – voorop loopt. Natuurlijk, met ruim 43 miljard dollar (volgens gegevens van het Kiel Institut für Weltwirtschaft) leveren de VS meer militaire hulp dan álle Europese bondgenoten bij elkaar opgeteld. Maar daar waar de regering-Biden op sommige punten is teruggeschrokken voor wapenleveranties, hebben de Europeanen doorgepakt. Zo waren het de Europese NAVO-landen die ervoor hebben gezorgd dat Oekraïne voor zijn tegenoffensief kan beschikken over vele tientallen westerse tanks, zoals de Leopard-2 en de Challenger 2.

De 31 Abrams-tanks die grootmacht Amerika voor het einde van het jaar ter beschikking zal stellen, steken daar wat pover bij af. Hoewel het Amerikaanse leger duizenden Abrams in inventaris heeft, wil het Pentagon niet dat er voertuigen met de standaard bepantsering van verarmd uranium aan Kyiv worden geleverd. Washington wil daarom alleen de export-versie van de Abrams ter beschikking stellen (met conventioneel pantser) en daarvan zijn er niet veel voorhanden.

Smeekbeden

Ook op andere terreinen zijn de Amerikanen voorbijgestreefd. In de afgelopen maanden heeft Washington grote aantallen precisiewapens, zoals HIMARS-raketartillerie, gedoneerd. Maar het Witte Huis voelde tot nu toe weinig voor de levering van raketten voor de lange afstand, zoals de ATACMS (die tot 300 kilometer ver reikt) – ondanks maandenlange smeekbeden uit Kyiv.

Lees ook: Verenigd Koninkrijk gaat het doen: raketten aan Oekraïne leveren die de Krim kunnen raken

Eerder deze maand maakte Londen ineens bekend dat het de geavanceerde Storm Shadow-kruisraket (bereik tot 250 kilometer) zou leveren aan Oekraïne. Afgelopen week meldde de Britse minister Ben Wallace dat de Oekraïense luchtmacht het wapen al „succesvol” had ingezet. Volgens Moskou werd de raket ingezet bij een aanval in het centrum van Loehansk – een stad die tot nu toe op veilige afstand van het front lag. Afgelopen vrijdag klonken er ook zware explosies in het bezette Marioepol – ruim buiten het bereik van de Amerikaanse HIMARS-raketten.

Zo lijken de verhoudingen na een jaar en drie maanden te zijn omgedraaid. Voor en direct na het begin van de oorlog zaten Biden en de leden van zijn kabinet de bondgenoten achter de broek. Nu reageert het Witte Huis vaak met een zekere vertraging. Veiligheidsadviseur Sullivan zei dat de Amerikanen telkens kijken naar wat nodig is in deze fase van de oorlog. Na de anti-tankwapens van de eerste fase, de artillerie en munitie bij het gevecht in de Donbas, is nu het moment voor de gevechtsvliegtuigen aangebroken, aldus Sullivan.

Het kalmer aandoen van het Witte Huis kan te maken hebben met een afnemend gevoel van urgentie bij het thuisfront. Met name kiezers van de Republikeinse Partij antwoorden in toenemende mate op enquêtevragen dat de oorlog „te duur” is voor de Amerikanen. Meer dan de helft van hen is inmiddels van mening dat met de oorlog in Oekraïne ook Amerikaanse veiligheidsbelangen zijn gemoeid.

Datzelfde geldt voor een kleine, maar invloedrijke minderheid van de Republikeinse politici. Afgevaardigde Anna Paulina Luna schreef in een e-mail aan The New York Times: „Ik kom zojuist terug van een ontmoeting met de Oekraïense volksvertegenwoordiging in Polen, waar zij om F-35 gevechtsvliegtuigen vroegen en ze de opvatting huldigden dat iedere Amerikaan 10 dollar per maand zou moeten betalen om hun oorlog te financieren.”

Biden is op dit moment verwikkeld in zware onderhandelingen met de Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden, over de verhoging van het schuldenplafond en de bezuinigingen die de Republikeinen in ruil daarvoor eisen. Daarbij is de hulp aan Oekraïne overigens niet door de Republikeinen op de lijst gezet. De Republikeinse leider in het Huis, Kevin McCarthy, die de onderhandelingen voert, heeft wel eerder gezegd dat hij van mening is dat de VS „geen blanco cheque” aan Oekraïne mag uitschrijven.

Uit Moskou klonk intussen de gebruikelijke dreigende taal. De Russische onderminister van Buitenlandse Zaken Aleksandr Groesjko zei zondag dat „westerse landen nog steeds het pad van escalatie bewandelen” en dat daar „kolossale risico’s” tegenover staan. De minister kondigde echter geen concrete tegenmaatregelen af.