N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voor theatermakers Anne Maike Mertens (39) en Yannick Noomen (35) uit Rotterdam is geen week hetzelfde. Daarom delen ze de zorg voor hun kinderen met een bevriend stel.
Yannick: „We hebben hele fijne vrienden hier om de hoek wonen. Ze zijn net als wij theatermakers. We hebben de spitsuren van ons alle vier bij elkaar gelegd en gezegd: zouden we er niet beter uitkomen als we de kinderen delen?”
Anne Maike: „In onze gezinnen is geen week hetzelfde. Yannick moet bijvoorbeeld vanavond naar Utrecht, waar hij een regiestudent begeleidt, Annelinde is nu in repetitie, Marijn is ook aan het repeteren. Ik zit in de voorbereidende fase van een productie, dus ik haal de kinderen straks op bij de gastouder.”
Yannick: „Het gaat gewoon niet om een vaste planning te maken: er zit nul regelmaat in. Maar wonderlijk genoeg gaat het tot nu toe al drie jaar goed. We appen zondagavond naar de vrienden wat grofweg de plannen zijn en dan rollen we zo’n beetje de week door. Hun dochter is drie, even oud als Miró. Ze hebben in allebei onze huizen een eigen slaapkamer.”
Anne Maike: „Deze opzet begon toen de dochter van die vrienden bij dezelfde gastouder terecht kon als waar Miró zat. Dan kan een van ons ze net zo goed tegelijk brengen, dachten we. Zo zijn we erin gerold en nu zijn onze levens helemaal met elkaar verweven. Al vind ik dat vreselijk klinken! Ik wil helemaal niet iemand zijn die ‘alles samen doet’. Maar in de praktijk komt het daar wel op neer. We delen een schoonmaker, de kinderen gaan samen naar dansles. Die vrienden hebben laatst zelfs dezelfde auto gekocht als wij.”
Yannick: „De basis is heel genereus: het is niet een kredietsysteem waarbij de een twee dagen oppast en de ander dan ook twee dagen moet oppakken. Soms zit de een in een drukkere periode, die dagen haal je later dan wel weer een keer in.”
Anne Maike: „Ik ben afgelopen november bijvoorbeeld een maand naar Maleisië geweest, voor een residentie. Dat was superluxe en fantastisch. Dat soort beslissingen neem je makkelijker als je weet dat de achterwacht een blok verderop woont.”
Yannick: „We hebben de laatste tijd veel gesprekken over waarom we eigenlijk nog twee huizen hebben. Als we toch al drie keer in de week met wasmanden met kinderkleren naar elkaar toe lopen, denk je: waarom gaan we niet met z’n allen in één groot huis wonen?”
Anne Maike: „Het is leuk daarover te fantaseren: hoe zou zo’n huis eruit zien? En wat zouden ieders voorwaarden zijn om zo met elkaar te leven?”
Yannick: „Het enige waar het wel eens schuurt met deze constructie, is dat je het risico loopt als stel langs elkaar heen te leven. Ik ben bijvoorbeeld nu veel bezig geweest met onze theatrale installatie To be continued, die net in première is gegaan. Dan ben ik veel in Amsterdam, waar ik slaap in de kamer die we daar nog huren. Anne Maike is ondertussen druk met een audiowandeling die in juni op Oerol speelt. Het is superfijn dát het kan, maar het zijn wel periodes dat het tussen ons alleen maar gaat over het theatergezelschap of de gezinslogistiek.”
Anne Maike: „Maar we zijn geen types die zeggen: vanavond tussen zeven en acht is het tijd voor ons. Het is de kunst om tijd vrij te maken waarin dat organisch kan ontstaan.”
Halbe Zijlstra-jaren
Yannick: „Feitelijk hebben we een liefdesrelatie gekregen vóór ons theatergezelschap ontstond, maar eigenlijk voelden we vanaf het begin zowel een artistieke als persoonlijke klik. Dat vloeide in elkaar over.”
Anne Maike: „We waren allebei net afgestudeerd aan de Toneelschool. Yannick runde toen Café Cox in de kelder van de Stadsschouwburg en ik was al een jaar bezig met het zelf hosselen van producties. Het waren de Halbe Zijlstra-jaren; we moesten alles allemaal zelf doen.”
Yannick: „Ik zag hoe Anne Maike op een heerlijke, brutale manier alle bestaande theatercodes bevraagde. Dat sprak me heel erg aan.”
Anne Maike: „Onze eerste productie samen heette Nineties, over onze jeugd in de jaren negentig. Een productie als een mierzoet partysnoepje, gericht op uitgaanspubliek in Café Cox. Het was meteen een succes. Ik merkte dat Yannick dezelfde soort energie, dezelfde drive had. En dezelfde naïviteit in het inschatten van tijd. We zijn wel een beetje grenzeloos.”
Yannick: „Ik denk dat dat anders zou zijn als Anne Maike puur mijn zakelijk partner was. Dan zou ik eerder bij een jaarplanning vragen: is dat wel verstandig? Nu wil je ook elkaar steunen als partners.”
Anne Maike: „Tussen iets creatief oplossen of roofbouw plegen zit maar een dunne lijn.”
Yannick: „In het huishouden hebben we het redelijk fiftyfifty verdeeld, toch?”
Anne Maike: „Volgens mij wel.”
Yannick: „Boodschappen doen we om en om. Stofzuigen vind Anne Maike verschrikkelijk – dus dat doe ik. Qua zorg voor Miró verdelen we het ook gelijk.”
Anne Maike: „Ik ben wel alert op traditionele rolpatronen. Als er iets met Miró is en de gastouder stuurt mij als eerste een bericht, denk ik: ho ho, dit kan net zo goed naar Yannick worden gestuurd. Miró heeft bijvoorbeeld ook mijn achternaam gekregen. Ik vind een naam een bijzonder iets om door te geven. Yannick had die behoefte minder. Qua reacties valt het eigenlijk wel mee, we horen er zelden wat over.
Yannick: „Nou, laatst verkondigde Miró opeens dat hij ‘Miró Noomen’ heette – met mijn achternaam dus. Ik vroeg wie hem dat had geleerd? Opa, antwoordde hij trots: de vader van Anne Maike.”
Anne Maike: „Haha, zelfs op mijn eigen familie heeft het dus weinig indruk gemaakt.”