Kintsugi (of: het repareren van kapotte spullen)

De spullen om ons heen en de dingen die we gebruiken: ze laten zien wat we belangrijk vinden en hoe de wereld verandert. Deze week: Kintsugi.

Foto Getty Images

Het was een onhandige, ouwelijke beweging. Bij het reiken naar het plankje met de vijzel tikte ik de plantenpot om, waardoor de stengels die achter mijn kastjes liepen strak werden getrokken – de kom kreeg een zetje, kwam op het aanrecht terecht en viel in vier stukken uiteen. De vijzel, van aardewerk, was niet bijzonder mooi, noch had ik me in de schulden hoeven steken voor de aanschaf ervan. Maar het was een trouwe kom, die onderdeel was geweest van elk huis waar ik als volwassene had gewoond. Hij had relaties en relatiebreuken meegemaakt, verhuizingen, lekkages, bitterkoude winters, hete en zorgeloze zomers, nieuwe vrienden die voor het eerst kwamen eten. Nadat ik mezelf stijf had gescholden kwam ik tot bezinning. Er was een kwestie die mijn aandacht vroeg: wat te doen met de kom?

De moderne mens kent grosso modo twee reacties op kapotte of niet langer optimaal functionerende spullen. De eerste: weggooien. De meeste gebruiksvoorwerpen die we bezitten draaien immers om gemak: hoe meer comfort zo’n ding aan het dagelijks leven toevoegt, des te tevredener we erover zijn. We hechten ons eerder aan het comfort dan aan het ding zelf, getuige ook ons collectieve gedrag als er een product (meestal een elektronisch apparaat) op de markt komt met net iets verbeterde functies – dan schuiven we de achterhaalde iPhone of het muziekboxje dat toch wel erg traag oplaadt, zo terzijde. Volgens deze redenering zou ik de kom absoluut moeten weggooien.

De tweede reactie: herstellen. Er is een verschil tussen ‘herstellen’ en ‘repareren’. Repareren heeft als doel het ding zijn eigenlijke functie weer te laten vervullen. Eventuele uiterlijke achteruitgang, dat het ding na de reparatie lelijker wordt, neemt men bij een reparatie op de koop toe. Herstellen heeft daarentegen als doel de oorspronkelijke staat te evenaren; er is dus geen blijvende schade (zichtbaar of onzichtbaar). Gewend als we zijn aan de kapitalistisch-materialistische belofte van permanente vooruitgang vinden we het herstellen van een gebrekkig ding nog tot daaraan toe, dat is ten minste geen achteruitgang. Maar als er verlies van functionaliteit of esthetiek dreigt, gooien we het ding het liefst weg (reparaties overwegen we alleen als het om kostbare dingen of objecten gaat.)

À propos de kom: het was mij duidelijk dat een reparatie ervoor zou zorgen dat hij zijn basale functies misschien kon blijven vervullen. Maar echt herstel was onmogelijk. Je zou de barsten blijven zien, en daarmee zou ik altijd geconfronteerd worden met wat er niet meer was; de kom zoals hij had bestaan, de kom die ik niet had weten te redden.

Ik bracht een paar radeloze uren door, die vooral zo aanvoelden omdat ik mijn radeloosheid met niemand kon delen. Elk weldenkend mens die me aanhoorde zou zeggen: maak je je nu serieus druk om die lelijke oude kom?

Toen herinnerde ik me een winkel die ik ooit had gezien in Kyoto, een klein ambachtshokje waar je kintsugi-benodigdheden kon kopen. Kintsugi is een traditie van restaureren waarbij je de barsten of breuken in een kapot object opvult met goud- of zilverkleurige lak. De schade wordt dus gerepareerd door haar te benadrukken in plaats van door haar te verhullen (zoals je doet met lijm); de goud- of zilverader die je aanbrengt, die over het kapotte object loopt, laat precies zien waar het beschadigd is. De kleur van edelmetaal suggereert zelfs dat de waarde van het beschadigde ding niet verminderd maar vermeerderd is. En terecht, het ding heeft namelijk geleefd zoals dingen behoren te leven: door gebruikt te worden en beschadigd te raken. Dankzij de liefdevolle, geduldige taak van het kintsugi-restaureren wordt de relatie tussen de eigenaar en zijn ding alleen maar verdiept. Zodoende komt er een nieuw ding voor in de plaats. Als dat kon spreken, zou het zeggen: ik ben gebroken, dat kan nooit hersteld worden, maar dat hoeft ook niet meer, dit ben ik nu, en ik schaam me nergens voor.

Ik legde de vier scherven van de kom in een schoenendoos en pakte mijn laptop. Van het bedrag dat ik kwijt was aan kintsugi-benodigdheden had ik zeker drie van deze kommen kunnen kopen, maar daar peinsde ik niet over.