Waardoor hoor je in je auto zo slecht waar een sirene vandaan komt?

Durf te vragen Moderne auto’s zijn zo goed geïsoleerd, dat geluiden van buiten slecht doordringen tot de inzittenden.

Foto Getty Images

Paniek, een sirene! Maar wáár?! Voor? Achter? En hoe ver weg?! Chauffeurs zullen het herkennen: het onvermogen om die zieken-, brandweer- of politieauto snel en precies te lokaliseren. Soms zie je hem pas zo laat dat je hem hindert.

Hoe komt dat? Met onze twee oren zijn we toch prima toegerust voor 3D-geluidswaarneming? Doordat ons ene oor het geluid net iets eerder en iets harder hoort dan het andere, kunnen onze hersenen afleiden waar een geluidsbron zich bevindt. Maar blijkbaar niet tijdens het rijden.

Is het dopplereffect wellicht de schuldige..? Dat is het verschijnsel dat een geluidsbron die zich snel beweegt, het geluid vervormt. Wanneer een ambulance naar je toe rijdt, klinkt hij hoger dan wanneer hij van je af rijdt. Dat komt doordat de luidspreker de geluidsgolven die hij vóóruit zendt, als het ware iets in elkaar duwt: hij haalt zijn eigen geluidsgolven steeds een klein beetje in. Daardoor reist dat geluid door de lucht met een kleinere golflengte: een hogere toon. De geluidsgolven die de ambulance naar achteren stuurt, worden juist iets uit elkaar getrokken.

Voldoende hoge tonen

Maar nee, doppler heeft geen effect op de lokaliseerbaarheid van de ambulance, vertelt akoesticus Sander van Wijngaarden. Zijn bedrijf Embedded Acoustics ontwikkelt 3D-geluidstechnologie, bijvoorbeeld een koptelefoon waarmee gevechtspiloten kunnen horen waar een vijandige raket zich in de lucht bevindt. „Het dopplereffect beïnvloedt de toonhoogte maar een klein beetje”, zegt Van Wijngaarden. „Toonhoogte heeft weliswaar enig effect op lokaliseerbaarheid: we hebben voldoende hoge tonen nodig om te lokaliseren, terwijl lage geluiden juist beter in je voertuig doordringen. Maar het dopplereffect is te klein om daarin een verschil te maken.”

De kern van het probleem is je eigen auto. „Je hebt al dat materiaal om je heen”, zegt Van Wijngaarden, „en dat dempt enorm. Daardoor hoor je het geluid vanuit de richting waarin het toevallig het beste de auto binnenkomt. Vaak is dat een bepaalde ruit, of een plek waar het rubber niet goed afsluit.”

Zo kan het dus gebeuren dat jij denkt dat de ambulance zich links vóór je bevindt, en hij opeens opduikt in je rechterspiegel. En ook nog eens veel dichterbij dan je dacht. Want naast lokaliseerbaarheid is er nog een andere factor van belang voor het opmerken van de ambulance: de hoorbaarheid. Ook die is niet best in die geluidsgeïsoleerde kooi – zeker wanneer je ook nog naar muziek luistert.

Zuivere drietoon werd schrille tweetoon

„Die slechte lokaliseerbaarheid moeten we accepteren, want die is in moderne auto’s een gegeven”, zegt Van Wijngaarden. „Tenzij we allemaal in cabrio’s gaan rijden. Of een 3D-geluidssysteem ontwikkelen dat automatisch de autoradio overneemt als er een ambulance in de buurt is.” Een beetje zoals die koptelefoon voor gevechtsvliegers, maar dan met een tiental luidsprekers in de auto. Technologisch is dat haalbaar, maar Van Wijngaarden betwijfelt of iemand daarin zou willen investeren. „Zo groot is het probleem nou ook weer niet. We kunnen beter inzetten op de hoorbaarheid van sirenes.”

Daarnaar is veel onderzoek gedaan, onder meer door TNO. Mede op basis daarvan is in 2009 de zuivere drietoon van de ambulance (c-e-g-e) vervangen door de huidige schrille tweetoon met boventonen („een krijsende fis” en „een valse b”, zo schreef NRC destijds). Een luidere sirene is natuurlijk ook een optie. „Daarin is een optimum gekozen dat ook gezond is voor ambulancebestuurders, voor omwonenden van ziekenhuizen en voor fietsers en voetgangers.”