Rekenkamer ziet Nederland door het ijs zakken bij nieuwe crisis

Verantwoordingsdag Het wordt een structureel probleem, ziet de Rekenkamer: ministeries die hun boekhouding niet op orde hebben. Minister van Financiën Kaag vraagt begrip en wijst naar crises als Oekraïne.

Minister Kaag en waarnemend president Irrgang tijdens het aanbieden van de Verantwoordingsstukken.
Minister Kaag en waarnemend president Irrgang tijdens het aanbieden van de Verantwoordingsstukken. Foto Robin van Lonkhuijsen

De overheidsfinanciën worden geplaagd door „een last uit het verleden die het kabinet blijft achtervolgen”. In haar jaarlijkse onderzoek naar de verantwoording van overheidsuitgaven trekt de Algemene Rekenkamer een parallel met Louis Couperus’ roman Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan. Het betreft dan wel niet, zoals in het boek, een verschrikkelijk familiegeheim of een moord, maar wel een hardnekkig gebrek aan goed financieel beheer op bijna alle ministeries. Nu voor het vierde jaar op rij. Volgens de Rekenkamer zijn het ondertussen „oude dingen die niet zomaar voorbijgaan”.

En dat is erg, schrijft de Rekenkamer woensdag in de Staat van de rijksverantwoording 2022, het jaarlijkse onderzoek naar de uitgaven en inkomsten van de twaalf ministeries. Een goede omgang met publiek geld is namelijk „de basis voor vertrouwen van burgers in hun politiek bestuur”.

Sommige cijfers geven geen fraai beeld. Van 6,5 miljard euro aan uitgaven in 2022 hebben ministeries niet kunnen bewijzen dat het volgens de regels is gegaan. Daar komt nog 5,6 miljard euro aan coronagerelateerde voorschotten voor bijvoorbeeld testlocaties bij, waarvan onbekend is of het terecht is overgemaakt. Op tien van de twaalf ministeries is het financieel beheer niet op orde. Het ministerie van Volksgezondheid is drie jaar na het begin van de coronacrisis nog altijd het grootste probleemgeval.

Twee werelden

Bij het aanbieden van de Verantwoordingsstukken woensdagochtend in de Tweede Kamer leek het of minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) en Ewout Irrgang, waarnemend president van de Rekenkamer, in verschillende werkelijkheden leven.

Kaag benadrukte in haar korte toespraak dat ook 2022 een uitzonderlijk crisisjaar was geweest dat, vooral door de oorlog in Oekraïne en de grote gevolgen voor inflatie en economie, nog „lang zal nadreunen”. Ze citeerde de Surinaamse dichter Shrinivási om de precaire financieel-economische situatie van Nederland te vergelijken met „een luchtbel” die „plots uiteen kan spatten”.

Gezien de omstandigheden vond Kaag het juist knap dat de overheid erin was geslaagd om van méér uitgaven dan vorig jaar aan te tonen dat ze rechtmatig waren gedaan. Ze erkende dat het financieel beheer op te veel ministeries nog niet op orde is, maar bezwoer dat daar „heel hard aan wordt gewerkt”.

De kritiek van de Rekenkamer dat Nederland financieel niet voorbereid is op een volgende crisis, wuifde Kaag weg. Ze wees erop dat het kabinet vorig jaar onder hoge druk maatregelen nam om de energierekening van burgers te verlagen.

Rekenkamer-president Irrgang had weinig begrip voor de verzachtende omstandigheden die Kaag aanvoerde. Irrgang had na de crisisjaren rond corona juist verwacht dat de overheid grotere stappen vooruit had gezet in de verantwoording van de uitgaven. Maar hij constateerde dat op veel ministeries „het ijs te dun is”. En voorspelde: „Als we weer in een crisis komen, zakken we er meteen weer door.”

Irrgang benadrukte dat de begrotingen van de verschillende departementen nog altijd fors meer tekortkomingen bevatten dan voor de pandemie. „Het gevaar is dat zoiets gewoon wordt, maar het is niet gewoon.”

VWS blijft achter

Extra in het oog springt de situatie bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Voor het derde jaar op rij constateert de Rekenkamer daar ernstige tekortkomingen, die in aantal ook niet afnemen. Zo leverde VWS informatie te laat aan bij de Rekenkamer en is over 2022 van ruim 5 miljard aan betaalde voorschotten niet duidelijk of het geld goed is besteed.

De afgelopen twee jaar kon VWS zich nog verschuilen achter de impact van de coronacrisis, maar die tijd is volgens de Rekenkamer wel voorbij. „Het is nu mei 2023”, zei Irrgang. „De stap naar structurele verbetering is op VWS gewoon nog niet gezet.”

In haar jaarrapport trekt de Rekenkamer een harde conclusie over VWS: het probleem zit niet alleen in slordigheid of onkunde, maar ook in de cultuur. VWS vindt het financieel beheer simpelweg „niet belangrijk genoeg”. Een ander probleem is het gebrek aan financieel specialisten op het ministerie. De Rekenkamer vindt dat Kaag als minister van Financiën meer moet doen om de problemen op VWS te helpen oplossen.

Er zijn ministeries die laten zien dat het kan: zo waren de financiën van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vorig jaar weer helemaal op orde, terwijl SZW de afgelopen jaren complexe coronasteunmaatregelen voor bedrijven moest uitvoeren en verantwoorden.

Controle moeilijk

De Kamer voert over twee weken het traditionele Verantwoordingsdebat. Kan het parlement meer doen om de ministeries bij te sturen? Juist de Kamer wordt het ook niet makkelijk gemaakt, concludeert de Rekenkamer. Ministeries gooien begrotingen steeds vaker tussentijds op de schop, en dat maakt goede controle moeilijker.

Lees ook: Het kabinet schoof en strooide met miljarden, maar die gulheid stopt

Dat zit zo: normaal wordt de begroting twee keer per jaar aangepast, bij de Voorjaars- en Najaarsnota. Bij een acute situatie kan dit ook tussentijds. Voor de coronacrisis gebeurde dat hooguit een paar keer per jaar. Maar in de afgelopen twee jaar tientallen keren: 66 keer in 2021, 51 keer vorig jaar. De ministeries van Economische Zaken, Volksgezondheid en Onderwijs deden dit het vaakst.

In de meerderheid van de gevallen, veertig keer vorig jaar, werd daarbij het parlement omzeild. Dat kan officieel alleen als de nood écht hoog is. Zo werd in november bijvoorbeeld plots 11,2 miljard euro ingezet voor het energieprijsplafond, en 2,3 miljard voor het vullen van de gasopslag in Bergermeer. VVD-Kamerlid Eelco Heinen kondigde woensdag aan dat hij met een wetsvoorstel komt om „het uitschrijven van blanco cheques te stoppen”.

De omstandigheden, zoals de oorlog in Oekraïne, kunnen hier niet alle schuld dragen, vindt Rekenkamer-president Irrgang. „Je kúnt zeggen dat vorig jaar ook een crisisjaar was, maar veertig crises zijn wel heel veel.”