Hemelvaart én bevordering tot godheid zie je zelden

Woord Herrijzen is een mystieke gebeurtenis, meent Gawie Keyser. Opstaan uit de dood is wel nodig om naar de hemel te ‘varen’.

Of je herrijzenis of verrijzenis zegt – gelovigen verschillen van mening over welk woord beter is – feit blijft dat met de opstanding van Jezus en de hemelvaart iets heeft plaatsgevonden waar we geen verklaring voor hebben. Dat zit ’m al in het bronwoord ‘rijzen’ dat het tarten van natuurkundige wetten suggereert.

Herrijzenis beschrijft een wederopstanding. Een voetbalteam dat tegen alle verwachtingen in kampioen wordt, beleeft een herrijzenis. Dat gebeurt ook met een herstelde economie, een vergeten of in diskrediet gebrachte filmacteur.

Een hemelvaart en daaraan gekoppeld een bevordering tot godheid, of apotheose, is wat zeldzamer. Het tegenovergestelde, een hellevaart, is weggelegd voor alle zondaars.

Wederkomst

Direct of indirect is herrijzenis dagelijks in het nieuws. Verrijzenis daarentegen ontleent haar betekenis meer aan het metafysische. Over de opstanding van Jezus en de belofte van zijn wederkomst schrijft de apostel Paulus: „Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt […] de laatste vijand die vernietigd wordt, is de dood.”

Zo gaat het er ook aan toe in Mary Shelley’s sleutelroman uit de Romantiek, Frankenstein, or the Modern Prometheus, een waarschuwend verhaal welteverstaan, zie wat er met klassieke Prometheus gebeurde toen hij ging peuteren aan de goddelijke almacht. Nadat hij het vuur van de goden had gestolen, werd hij aan een rots vastgeketend en kwam een adelaar iedere nacht zijn lever opeten. Net als Jezus tartte ook deze Titaan de dood. En volgt verrijzenis voor hem; held Herakles kwam hem bevrijden. Overigens, Herakles – ook een godenzoon – maakt een voor-christelijke hemelvaart mee: nadat hij werd gedood, werd hij opgenomen onder de goden op de Olympus.

Herakles, zoon van Zeus, werd na zijn dood opgenomen tussen de Olympische goden.
Foto Getty Images

Shelley’s verhaal schetst de horror die je kunt verwachten bij een verrijzenis. Hoe kan het ook anders. Hier hebben we te maken met dood, menselijk weefsel, met het spookachtige van ‘omhoog gaan’. Opvallend is het accent op ‘naar boven gaan’, ook al zo aanwezig in Frankenstein-films waarin de wetenschapper dat monsterlijke lichaam tijdens een nachtelijke storm een ‘hemelvaart’ verschaft, het naar boven takelt om te profiteren van bliksemschichten die elektriciteit (het vuur van Prometheus) moeten opwekken.

Feniks

Voor ons moderne mensen lijkt de versie van het woord met het her-voorvoegsel beter te behappen, hoewel het wonderbaarlijke onwillekeurig een rol blijft spelen. Met het woord wil je iets aangeven dat voorheen voor onmogelijk werd gehouden. Daarom heeft ‘herrijzenis’ altijd nieuwswaarde, bijvoorbeeld die politiek leider die als een feniks uit de as verrijst. Over deze vogel dichtte Vondel : „De Vogel flucx verbrand, en wordt verteert tot asschen;/Waer uyt allencx ontstaet en voorts kruipt eenen worm,/ Daer uyt een Phoenix wordt vernieuwt nae d’ eersten form.”

Terloops, rijzen hield ook Sigmund Freud bezig. In de venkelstengel die Prometheus gebruikte om het gestolen vuur te transporteren zag hij bij uitstek een fallisch symbool.

Herrijzen, verrijzen, rijzen. Potent is dat reiken naar het onmogelijke, het onverklaarbare. Jezus. Prometheus. Het monster. De mythologische vogel. Ondanks het gruwelijke duidt herrijzenis op hoop, ook al kunnen we niet goed vat krijgen op wat dat precies inhoudt. In ieder geval dezer dagen zegt herrijzenis: voorwaarde voor dat enkeltje naar de hemel.