N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Joh, ik had geen idee. Dat er zóveel mensen zijn die niet durven te telefoneren! Ik had wel eens gehoord dat jongeren er bang voor zijn omdat ze de hele dag appen, en het niet meer leren – dat noemen ze bel-angst.
Maar afgelopen week kwam ik er achter dat er ook heel veel ouderen bang zijn om te bellen. Toen ik er op Twitter naar vroeg kreeg ik meer dan 700 (!) reacties. De overgrote meerderheid was panisch voor de telefoon. Twintigers, dertigers, veertigers, vijftigers en zestigers. Het leek wel een therapeutische sessie.
Mensen die bang zijn voor het „onverwachte” van een telefoongesprek, bang dat ze moeten improviseren. Mensen die bang zijn een antwoord niet te weten tijdens het bellen en volledig blokkeren met angstzweet, hartkloppingen en misselijkheid. Mensen die bang zijn zich met een telefoongesprek aan anderen op te dringen.
Het duurt ook altijd heel lang, bellen, vond een aantal, en het is heel „awkward” als je door elkaar gaat praten of als er een stilte valt. Ze appen liever, dm’en of mailen. Dat is veiliger en vrijblijvender.
Er zijn al cursussen tegen bel-angst. Ik zag er eentje bij Nieuwsuur – er werd geapplaudisseerd voor de succesvolle bellers. Ik las over een jonge vrouw die haar huisarts niet durft te bellen, en dat een vriendin laat doen. Ik las op Twitter dat studenten journalistiek stoppen met de opleiding omdat ze niet durven te bellen.
Ik viel van m’n stoel. Wél uren in de bus lopen te kleppen met vrienden – met de telefoon als een cracker voor je gezicht – maar in een hoekje gaan zitten bibberen als er een onbekende belt. Maar ik vond het vooral verdrietig. En zonde.
Want zelf heb ik zo’n beetje m’n hele carrière aan die gekke telefoon te danken! Ik heb er zoveel mee gelachen, zoveel interviews mee gedaan, zoveel zakelijke deals mee gesloten.
Zoveel geleerd ook, door dat ding, en nog steeds! M’n stem leren gebruiken, andere stemmen leren inschatten, leren luisteren, contact maken, een gesprek voeren, gaande houden, iemand overhalen, timing. Leren om beleefd te blijven, de ander te laten uitspreken. Leren om mensen te lezen. Dat was me via mail of WhatsApp nooit gelukt.
Ik zou mensen met bel-angst ook zo graag willen geruststellen! Dat je alle tijd hebt, bijvoorbeeld, tijdens een telefoongesprek, om na te denken en notities te maken. Dat een stilte niet erg is. Dat je het gewoon kan zeggen als je meer tijd nodig hebt. Dat je niemand stoort als je belt – je informeert vooraf even of het uitkomt. En als het niet schikt nemen ze toch niet op.
Dat je in twee minuten aan de telefoon iets kan regelen waar je 20 mails voor nodig hebt. Dat je niet ‘door elkaar praat’. Dat je veel meer kan horen in iemands stem dan je ooit in een appje kan lezen. In een telefoongesprek kan je iemand bijsturen die boos is – via de app of de mail wordt dat vaak alleen maar erger.
Want juist mailtjes en appjes worden vaak verkeerd begrepen. Mailtjes met spelfouten worden niet serieus genomen, ook dan is bellen dus handiger. Of voicememo’s – heeft íémand tijd om díe allemaal te luisteren?
In een artikel van AT5 werd een mediaonderzoeker geciteerd die er geen probleem in zag als telefoneren zou verdwijnen omdat er genoeg andere media overblijven. Ik ben het daar niet mee eens. Er zijn zoveel situaties waarin niets de telefoon kan verslaan.
Als je je excuses moet maken. Als je iemand moet overtuigen, als je iemand iets wil verkopen. Als daar iets belangrijks van afhangt – een stage, een baan, je leven. Als je de doktersassistent moet uitleggen uitlegt wat er aan schort. Als je het alarmnummer moet bellen.
Wat is het ergste dat kan gebeuren? Begin een telefoongesprek met de mededeling dat je het eng vindt – iedereen zal je willen helpen. Ga ergens zitten waar het rustig is, pak er papier bij en schrijf op wat belangrijk is. Geef het tijd.
Tuurlijk. Bellen heeft een slechte naam gekregen door de energiemaatschappijen, de Vriendenloterij en de urenlange wachtrijen bij de klantenservices. Maar dat maakt alle waardevolle, leuke, nuttige en slimme telefoongesprekken niet minder waardevol.
Want in écht contact gaat er niets boven de telefoon. Beeldbellen, dát is pas awkward. Aan de telefoon vallen alle uiterlijkheden weg en kan je je concentreren op wat écht belangrijk is. Geen monologen heen en monologen terug, maar dialogen. Niet alleen reactie, maar interactie.
Wat dat betreft lijkt telefoneren een beetje op het leven. Dat is ook een en al interactie, onverwacht, ongemakkelijk, improviseren, reageren, doodgaan en weer opstaan. Je leeft toch pas als je een gesprek voert, niet als je mailtjes zit te lezen? Je leeft toch niet via een toetsenbord? Angst om te telefoneren is angst om écht contact aan te gaan. Angst om te telefoneren, is angst om te leven.
Ja ja. Ik zal wel weer een boomer zijn. En aan fobieën en autisme doe je natuurlijk niks. Maar je zou toch willen dat iedereen het wat meer zou durven?
Durven te leven.