N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Partijcongres D66 ziet haar machtsbasis in de provincies en de senaat afbrokkelen. Sommige leden vinden dat de partij bereid moet zijn tot een compromis over stikstof. Anderen denken dat het met BBB na de verkiezingszege net zo zal gaan als met FVD vier jaar geleden.
„Best tevreden.” Dat was het lauwe oordeel van Sigrid Kaag over de prestaties van haar partij bij de Provinciale Statenverkiezingen, op 15 maart. Het was op de uitslagenavond in Utrecht, de exitpolls rolden over het scherm, en de partijleider werd gevraagd wat ze vond van de zes senaatszetels die D66 leek te gaan krijgen. Het verlies leek beperkt vergeleken met de laatste peilingen, maar echt reden tot blijdschap was er ook niet, straalde Kaag met haar gebrek aan enthousiasme uit.
Twee maanden later lijkt de positie van D66 nog minder florissant. Bij de getrapte verkiezingen voor de Eerste Kamer eind deze maand, waarbij de nieuw verkozen Provinciale Statenleden de senaat kiezen, komt de partij waarschijnlijk uit op vijf zetels. Twee minder dan nu.
Bij de partij daalt het besef dat D66 positie aan het verliezen is. In geen van de twaalf provincies kwamen er zetels bij. Per saldo verloor D66 negen van de 41 Statenzetels. En bij de vorming van de nieuwe provinciale bestuurscolleges staan de progressief-liberalen nagenoeg buitenspel. In elf van de twaalf provincies is de verkenningsfase intussen voorbij en zijn de formatiebesprekingen tussen mogelijke coalitiepartners begonnen. Aan geen van die onderhandelingstafels is D66 uitgenodigd. En dat terwijl BBB, de grote tegenstrever van D66 in de verkiezingen, bijna overal het initiatief heeft in de gesprekken.
Dat steekt, want D66 beschouwt zichzelf als een constructieve middenpartij, zit sinds 2017 in het kabinet en is gewend in grote gemeenten en in provincies mee te besturen. Na de Statenverkiezingen van 2015 maakte D66 deel uit van de colleges in negen provincies, na die van 2019 nog in vijf provincies.
Het wegsmelten van de machtspositie in de provincies leidt tot onvrede en frustratie binnen de partij. De partijtop in Den Haag vindt vooral het verlies van twee senaatszetels jammer. Campagneleider Hanneke van der Werf vindt niet meepraten in de provincies „een logische consequentie” van de verkiezingsuitslag. „Besturen is geen doel op zich. Als we in een coalitie te weinig van onze eigen agenda kunnen brengen, doen we niet mee.”
Op het partijcongres komende zaterdag in de RAI wordt het electorale verlies bij de Statenverkiezingen en het dramatische bestuurlijke gevolg zeker besproken. Het jonge partijlid Tobias den Hollander (20) uit Alphen aan den Rijn heeft de frustratie verwoord in een scherpe motie. Hij zal zijn partij zaterdag oproepen om een „flexibeler” stikstofstandpunt in te nemen „om politieke isolatie en uitsluiting te voorkomen”. Met andere woorden: wil D66 weer meepraten aan de onderhandelingstafels, dan moet de partij bereid zijn tegemoet te komen aan de wensen van BBB. Tijdens de campagne stonden de twee partijen diametraal tegenover elkaar in het stikstofdebat, en daar is sindsdien nog niets aan veranderd.
Den Hollander vindt dat D66 niet zo strikt moet vasthouden aan de in het regeerakkoord vastgelegde deadline van 2030 – het jaar waarin de stikstofuitstoot gehalveerd moet zijn. BBB wil dat die wordt opgeschoven naar 2035 of liever nog later. Daarnaast, vindt Den Hollander, zou gedwongen uitkoop van boeren alleen moeten gelden voor ‘piekbelasters’, bedrijven die veel stikstof uitstoten. Zo, stelt Den Hollander, kan een „stikstofcompromis” met andere partijen worden bereikt dat „uiteindelijk beter voor Nederland is dan complete stilstand op bevroren partijprincipes”. Het bestuur heeft de motie ontraden.
Verklaring D66-lijsttrekkers
Wat D66-deelname aan de provinciale formatiegesprekken ook bemoeilijkt, is een verklaring die alle twaalf provinciale D66-lijsttrekkers voor de verkiezingen uitbrachten. Zij schreven dat BBB, JA21 en de PVV de stikstof- en klimaatdoelen in de provincies willen blokkeren. Die „doodlopende weg” wilden de D66’ers niet inslaan. „Partijen die de aanpak van stikstof en klimaat blokkeren, zullen ons recht tegenover zich vinden.”
BBB-campagnestrateeg Henk Vermeer vertelt dat hij zich heeft geërgerd aan de verklaring. Hij noemt het „niet meer dan logisch” dat D66 vervolgens in geen enkele provincie werd uitgenodigd om te onderhandelen. „Hun brief was duidelijk.” Aan BBB ligt het niet, zegt Vermeer nog maar eens. Zíjn partij sluit niemand uit.
Als we weinig van onze eigen agenda kunnen brengen, doen we niet mee
Hanneke van der Werf campagneleider
De provinciale D66-lijsttrekkers hebben geen spijt van hun actie. Ja, ze hebben de verkiezingen verloren, en nee, ze praten niet mee over nieuwe colleges. Maar vanuit de oppositie kunnen ze ook heel veel bereiken, denken ze. De lijsttrekkers vinden het „eerlijk” tegenover de kiezer om duidelijk te zijn over stikstof. „Ik en mijn partij hebben bepaalde idealen. Kiezers kunnen daarop stemmen – of niet”, zegt Tiko Smetsers van D66 in Flevoland. Matthijs van Miltenburg (Noord-Brabant) vindt het „heel goed dat D66 de rug recht houdt en zich niet laat verleiden, met het oog op het pluche, om een halfbakken compromis te sluiten.”
Ook campagneleider Van der Werf blijft achter de campagnestrategie staan. „Als we flexibeler op ons stikstofstandpunt waren geweest, door bijvoorbeeld 2030 los te laten, was dat niet geloofwaardig geweest.”
Spanning in coalitie
Voor de toch al broze coalitie van Rutte IV, en de positie van D66 daarin, is het allemaal niet erg gunstig. Als BBB straks toch een stempel zet op provinciale bestuursakkoorden, komen de coalitieafspraken in Den Haag verder in gevaar. Het CDA heeft al aangekondigd dat het de stikstofparagraaf in het coalitieakkoord wil herschrijven, na het forse verlies dat die partij van Wopke Hoekstra bij de Statenverkiezingen leed. De deadline ‘2030’ moet wat hem betreft van tafel.
Met die heronderhandeling wil het CDA wachten tot de provinciale besturen gevormd zijn. Hoe groter de positie van BBB in die bestuurscolleges, hoe meer munitie het CDA heeft bij deze heronderhandeling. Dan wordt het voor D66 moeilijk nog langer vast te houden aan het stikstofstandpunt, als de partij de coalitie overeind wil houden.
Daarbij komt dat ‘rechtse’ provinciebesturen én een rechtse meerderheid in de Eerste Kamer ook druk kunnen zetten op andere politiek gevoelige Haagse dossiers. Denk aan de ambitieuze klimaatmaatregelen van D66-minister Rob Jetten. D66, dat zichzelf inmiddels vooral beschouwt als bewaker van het zo moeizaam bereikte coalitieakkoord, komt zo steeds meer in de verdrukking.
Sprankje hoop
Er is één recente ontwikkeling in de provincies waaruit D66’ers een sprankje hoop putten. In Utrecht is de verkenning opnieuw begonnen, nadat de gesprekken tussen BBB en GroenLinks zijn geklapt. In de derde verkenningsronde die van start gaat, staat niet D66 maar BBB buitenspel. Wie weet gebeurt dat later ook in andere provincies. Alles kan nog kapot, niets is definitief. Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot verwijst naar Forum voor Democratie, vier jaar geleden. In de meeste provincies lukte het Forum niet een coalitie te smeden, omdat de partij niet bereid was tot compromissen.
Lees ook: De coalitie lijkt net zo verdeeld over het klimaat als over stikstof
Sommige D66’ers denken dat de provincies uiteindelijk onvermijdelijk op dezelfde stikstofroute zullen uitkomen als D66. Een ander pad is er gewoon niet, denkt Marianne de Widt van D66 Utrecht. „BBB kan wel roepen: we gaan zaken niet uitvoeren. Maar we hebben ons te houden aan belangrijke wetten en internationale afspraken.”
Zo denkt ook Remko Zuidema erover, de voorzitter van het invloedrijke duurzaamheidsnetwerk binnen de partij. Hij is eigenlijk wel tevreden dat D66 nu even niet meepraat met de provinciale coalitievorming. „Daar moeten we als professionele partij tegen kunnen. Nu kan BBB laten zien dat ze niks voor elkaar kan krijgen en dan komen wij later wel weer terug.”