Pieter Waterdrinker maakt met zijn oorlogsdagboek zijn eigen poëtica onschadelijk

Recensie Boeken

Dagboeken In Van huis en haard beschrijft Pieter Waterdrinker hoe hij door de oorlog in Oekraïne afscheid moest nemen van zijn geliefde Rusland. Wie van ansichtkaartproza houdt heeft hier een topboek aan.

Illustratie Ted Struwer

Wie hoopt dat er ooit nog een dikke cassette met de verzamelde dagboeken van Pieter Waterdrinker (1961) zal verschijnen komt bedrogen uit. Dat wil zeggen, die cassette kan er wel komen, maar zal toch een stuk minder omvangrijk zijn dan lang door de schrijver was voorzien. Op een kwade dag gaf Waterdrinker, die decennialang voor Nederlandse media correspondeerde vanuit Rusland, namelijk per abuis zijn op een externe harde schrijf opgeslagen dagboeken aan een Moskouse vuilnisman mee. Een rampdag, want een back-up had hij niet. ‘Het is een feit’, zo schrijft hij in het voorwoord van het net verschenen Van huis en haard, ‘dat ik op die zaterdagochtend, in de sneeuw voor die lege, stinkende vuilcontainers voor een ogenblik het liefst dood wilde.’ Pas in november 2021 pakte hij de draad van het dagboekschrijven weer op, en die notitie is dan ook de eerste die we in Van huis en haard onder ogen krijgen. De laatste notitie dateert van eind februari dit jaar. Warm, zo niet heet van de naald dus.

Er bestaan mensen die het überhaupt raar vinden dat een schrijversdagboek gepubliceerd wordt. Willem Frederik Hermans bijvoorbeeld, die niet meer in het dagboek wilde zien dan een geheugensteuntje en die eens genadeloos hard oordeelde over de babbelige dagboeken van Cees Buddingh’, die ons om een of andere reden bij herhaling vertelde hoe graag hij naar sportwedstrijden op tv keek. Hermans’ blik was wel erg streng, maar voor een belangrijk deel geef ik hem gelijk: voor de publicatie van een schrijversdagboek zijn eigenlijk maar twee goede redenen te bedenken. Allereerst: de dood. Een schrijver overlijdt en maakt ons nu, postuum, dan toch eindelijk deelgenoot van zijn ware roerselen, afgeblazen zelfmoordplannen, prostituee-bezoekjes en andere heimelijkheden. Het ware gezicht. Van dit type dagboek zijn er voorbeelden te over, zoals de dagboeken van J.J. Voskuil.

Bijzondere confessies

Daarnaast is er zoiets als de Bijzondere Gebeurtenis. Schrijver X was op een plek die er op dat moment toe deed – een stad in oorlogstijd bijvoorbeeld – en noteerde daar nauwgezet hoe een en ander zich voltrok. De wereldbrand uit eerste hand.

Waarom zou je überhaupt zo streng zijn over gepubliceerde dagboeken? Wel, omdat je als lezer altijd vermoedt dat er (zelfs) uit een goed geschreven dagboekpassage een nog betere romanpassage geschreven had kunnen worden. Het dagboek, maar dan aangevuld met alles wat nu juist een verhaal of een roman zo boeiend maakt, je zo (extra) aanmoedigt om het op een denken of ervaren te zetten: dubbelzinnigheden, andere personages die zich tot de verteller verhouden, verplaatsingen, dubbele bodems, noem maar op. Stiekem denk ik bij de dagboeken die níét door de dood of door de wereldbrand ingegeven zijn toch altijd: dat zijn bijzondere confessies of gedachten die u daar doet, maar dóé er nu dan iets mee. Activeer ze in het listige, broeierige domein van het verhaal en zet ons ermee aan het werk. Meer mee aan het werk dan nu, want zo is het mededeelzaamheid troef.

Nu zou je misschien denken dat Waterdrinkers dagboek thuishoort in de categorie der wereldbranden. Immers, Rusland viel ruim een jaar geleden Oekraïne binnen, wat betekent dat de in St. Petersburg woonachtige Waterdrinker de aangewezen man had kunnen zijn om de ellende van binnenuit te beschrijven. Alleen, Waterdrinker is heel geen correspondent meer; hij hing zijn journalistieke pen een tijdje terug aan de wilgen en daarom is zijn verslag van dit ‘jaar op drift’ geen persoonlijke getuigenis van het conflict tussen beide landen, maar primair een verslag van zijn eigen beslommeringen. Hij schrijft wel geregeld over Rusland en Oekraïne, maar dan als meta-man, als een commentator die overal ter wereld is (Engeland, Nederland, Frankrijk, Portugal, Turkije), maar niet aan het front en ook helemaal niet zo vaak in Rusland. Die passages hadden in een krant kunnen staan en komen dientengevolge dan ook wat gedateerd en zelfs een beetje plichtmatig over. En in Oekraïne belandt hij pas helemaal op het eind van het boek.

Wijn drinken

Het is een beetje een cliché misschien, maar: wat is dit een raar boek. Dat wil zeggen, wat is het een aparte gewaarwording om een dagboek te lezen van iemand die juist nu niet meer zo heel belangwekkend is als dagboekanier. Want Waterdrinker als inside-Rus of als een soort Isaak Babel, als een gentleman onder de losgeslagen soldaten kortom, díé hadden we natuurlijk ontzettend graag willen lezen in een periode als deze. Maar die krijgen we niet, of in elk geval veel te weinig.

In Van huis en haard maken we hem mee als rondtrekkend literator, als een romancier die op allerlei plaatsen lezingen geeft of die te horen krijgt dat er weer een vertaling van een van zijn boeken op komst. Bestaan er lezers wier honger met zulke mededelingen gevuld raakt? Wie van ansichtkaartproza houdt (‘Het is nog steeds heerlijk weer’, of: ‘Na een paar glazen wijn verruilden we Café Krom voor een Vietnamees eettentje vlak om de hoek.’) heeft hier een topboek aan.

Ander punt van kritiek is dat Waterdrinker met dit boek tot op zekere hoogte zijn eigen poëtica of reputatie onschadelijk maakt. Toen zijn roman De rat van Amsterdam (2020) verscheen repte deze krant bijvoorbeeld nog over het ‘inktzwarte mensbeeld’ dat eruit sprak, waardoor je toch een beetje ging denken dat er in Waterdrinker een echte misantroop huisde, een schrijver die ons nauwgezet zou blijven wijzen op alles wat we gezamenlijk aan het vergallen zijn. Maar wat blijkt nu, hij is in het dagelijks leven de vriendelijkheid zelve en heeft voor velen een beminnelijk woordje over. Ja, die Poetin is een kloothommel eersteklas natuurlijk, maar dat kan elke sterveling je vertellen, en ook Arie Storm (die op zeker moment langs loopt ‘met een hoofd als een geglaceerde pioenroos’) is niet bij iedereen geliefd. Maar met de rest van de wereldbevolking is het lekker babbelen en wijn drinken.

Aha, dus dat venijn, dat was de fictie in Waterdrinkers romans.

Lees ook: Pieter Waterdrinker is geen deelnemer aan de dag van morgen (●●●●)