Zelden zag ik iemand zo prachtig ingetogen trots zijn als mijn schoonvader, toen hij vorige week benoemd werd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Met alles erop en eraan: een maandenlang geheim gehouden bijeenkomst in het dorpshuis, feestelijke oranjekoek, vrienden en familie en de burgemeester die een verhaal kwam vertellen over hoe mijn schoonvader als jonge jongen al begon met vrijwilligerswerk voor de plaatselijke voetbalclub. De burgemeester had zelfs de datum van zijn eerste doelpunt voor VV Oosterstreek uit de archieven opgeduikeld, ergens in de jaren zeventig. Mijn schoonvader trok verrast zijn wenkbrauwen op, hij wist dat zelf al lang niet meer.
Ongeveer diezelfde ingetogen trots zag ik deze week bij Guus Hiddink, toen hij door de KNVB werd benoemd tot bondsridder. Toegegeven: ik heb slechts een foto van het moment gezien, maar de blik was onmiskenbaar. Hiddink werd tijdens een vergadering van de Coaches Betaald Voetbal verrast met de benoeming, en ongetwijfeld zijn in een mooie toespraak al zijn wapenfeiten vol lof opgesomd. Bondscoach van Oranje. Trainer van het PSV dat in 1988 de Europa Cup I won. Trainer van Valencia, Real Madrid en Chelsea. Bondscoach van Zuid-Korea, Australië, Rusland en Turkije – om een kleine bloemlezing te geven.
Maar eigenlijk zou je ook over hem de verhaaltjes willen horen. Over hoe hij pas op zijn twaalfde lid werd van SC Varsseveld, omdat eerder toentertijd niet mocht. Ik weet niet wanneer hij voor het eerst scoorde. Ik weet wel dat Guus een jaar later naar de middelbare school ging. Op de fiets, van Varsseveld naar Doetinchem. Dat is twaalf kilometer, een mooie route langs Kasteel Slangenburg. Heen fietste hij meestal zo, maar terug fietste Guus vaak met een omweg, via Gaanderen. Dan kon hij langs het stadion van De Graafschap Doetinchem uit. Stadion De Vijverberg.
Als hij eenmaal bij het stadion aangekomen op de trappers van zijn fiets ging staan en zijn hals goed rekte, kon hij precies op het veld kijken. Het groene gras, dat lokte en trok. Hij deed dat vaak als jongen, vertelde hij me laatst tijdens een interview in datzelfde stadion. Ik vond het zo’n mooi beeld. De kleine Guus, staand op de pedalen, reikhalzend, niet wetend dat de toekomst hem ook echt in dat stadion zou brengen. En zoveel verder.
Over jongensdromen gesproken. De eerste keer dat Guus de grasmat van De Graafschap betrad, was hij al gestopt met voetbal. Als stagiair van het CIOS kwam hij ruiken aan het trainersvak. Hij werd assistent en moest af en toe invallen voor een speler tijdens oefeningen, en zo werd hij gescout. Het seizoen erop scoorde Hiddink 22 keer, De Graafschap werd kampioen. Een jaar later werd hij gekocht door PSV.
Wat nou als Guus niet was uitgevlogen, eerst als speler en later als een van de beste coaches ter wereld? Ik durf te denken dat hij dan net als mijn schoonvader een gouden man voor zijn club SC Varsseveld was geweest. In de kantine, als teamleider, in de sponsorwerving. Daar zit de overeenkomst die ik meen te herkennen tussen beide mannen uit de provincie, van dezelfde generatie, met dezelfde ingetogen trots. Succes zit in je hoofd en brengt je ver, gevoel zit in je hart en brengt je altijd weer thuis. Bij jezelf. Bij je basis. Staand op de trappers, reikhalzend naar de grasmat.
Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.
Na de eredivisiewedstrijd tussen Feyenoord en NAC in de Kuip in Rotterdam zijn tien mensen aangehouden voor openlijke geweldpleging. Dat meldt de politie aan onder meer persbureau ANP, na eerdere berichtgeving door AD. Kort nadat NAC de wedstrijd met 2-0 verloor, zouden stadionbezoekers horecawerknemers hebben aangevallen. Vier mensen raakten lichtgewond, het zou gaan om vooral schaafwonden.
Onder de tien arrestanten zijn zeker zeven NAC-supporters, meldt de politie. Op beelden is te zien hoe een eetkraam is omgegooid. Medewerkers die achter de omgevallen kraam schuilen, proberen een hek over te klimmen en te vluchten. Dit zou in het uitvak in de Kuip zijn voorgevallen. Nog een groep horecawerknemers werd onderweg naar buiten belaagd.
De supporters sloopten ook andere spullen in het stadion en keerden zich tegen politieagenten en beveiligers. Zij werden bekogeld. „Het is absurd wat er is gebeurd, dit is van de gekke”, zegt een politiewoordvoerder tegen ANP. Door de onrust werd een grote groep NAC-supporters langer vastgehouden in het stadion. Zij konden pas veel later vertrekken.
De Amsterdamse wijk Betondorp, Johan Cruijff en Gerard Reve groeiden er op, vierde het honderdjarig bestaan. We woonden er een paar jaar veel te duur in onderhuur, maar hadden er een geweldige tijd. Simultaan met de buren roken op het balkon, koffie en een biertje bij café De Avonden, de schoonheidssalon van Sylvia, de geweldige eenmanssupermarkt van Marcel waar de nog te betalen kassabonnen als slingers rond de kassa hingen.
Die winkel was helaas verdwenen, constateerde ik toen ik zaterdag met Leah van Roosmalen (7) en Frida van Roosmalen (3) de wijk binnenfietste. Eigenlijk was iedereen van acht jaar geleden verhuisd, overleden, ziek of anderszins afwezig. Wonen in een wijk is een gelegenheidscoalitie, pas als je weg bent zie je de verandering.
Het feestterrein was een cirkel van kraampjes waarachter shampoos, dierenplaatjes en zelf gekleide vazen werden verkocht. Er was ook een poffertjeskraam. Op een minipodium trok een hoogbejaarde zanggroep het ene na het andere oude Hollandse lied uit de koektrommel. De accordeonist die de zaak aan elkaar praatte, bleek een diep-cynische inborst te hebben. Als er weer niet gereageerd werd, of als mensen er doorheen kletsten, zei hij: „Dank u wel, u houdt ons echt aan de gang.”
Godzijdank was ik al bij de Kika-kraam geweest, waar ik twee plastic popjes had gekocht
Bij de poffertjeskraam werd ik bij de arm gegrepen door een man die toen ik me omdraaide met zijn hoofd heel dichtbij kwam.
„Ze zeggen dat je een Bekende Nederlander bent.”
De bejaarde vrouw naast me bevestigde het.
„Ja dat klopt”, zei ze.
Hij, tegen haar: „Welke dan?”
Ze zei mijn naam.
„Nou Marcel”, zei de man, „als je hier dan toch bent, zou het wel zo netjes zijn als je even bij de Kika-kraam komt kijken, toch? U weet wat het betekent om een doodziek kind te hebben? Je moet er toch niet aan denken, of wel Marcel? We hebben buttons van Johan Cruijff.”
Zou hij Johan Cruijff in een andere tijd ook zo bij de arm hebben gegrepen? Met de aanwezigheid op televisie komt schijnbaar de verplichting om bij festiviteiten meteen op zoek te gaan naar de kraam van het Goede Doel.
De accordeonist kondigde aan dat ze vanwege „de bloedhitte” in het repertoire gingen schrappen, het volgend lied ging over een verdwenen parelsnoer dat door een valse dochter was verpatst.
De man trok nu aan mijn mouw.
„Nu even mee naar de Kika-kraam komen, wel zo netjes toch?”
Godzijdank was ik al bij de Kika-kraam geweest, ik had er twee plastic popjes gekocht waarvan je de haren kunt kammen. Even verderop lagen Leah van Roosmalen (7) en Frida van Roosmalen (3) er mee te spelen in het gras.
„Dan heb ik niks gezegd”, zei de man. „Dan ga ik alleen terug naar de kraam.”
We keken naar de kraam.
De andere vrijwilligers zwaaiden, ik zwaaide voor de zekerheid ook terug, maar de man zei dat het voor hem bedoeld was. Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column
Meer ervaren coaches hadden Robin van Persie (41) al gewaarschuwd. Dat je er als hoofdtrainer „dag en nacht” mee bezig bent. „Ik zit nu wel op dat punt”, zegt de coach van sc Heerenveen, zondagmiddag in het Abe Lenstra Stadion, na een 2-1 zege op FC Groningen.
Toen hij onlangs op zijn vrije dag in de tuin bezig was, dacht hij plots aan middenvelder Simon Olsson. Over waar die in een wedstrijd ‘hoger’ kon staan en waar in het veld hij in de duels moest komen. Twee dagen voor de wedstrijd tegen FC Groningen, zat Van Persie nog tot ’s avonds laat op de club met zijn technische staf, de opbouwpatronen en verdediging te analyseren. „Zo ben je er constant mee bezig.”
Vrijwel continu staat hij voor zijn dug-out, zondag in de ‘Derby van het Noorden’. In zijn coaching, oogt Van Persie rustig. Als de keeper van FC Groningen even verzorgd wordt, roept hij zijn spelers meteen bij zich. Hij neemt eerst Olsson apart en vervolgens aanvoerder Luuk Brouwers, voor enkele tactische aanwijzingen zoals de wijze van druk zetten.
Hij is actief langs de lijn, wijst veel. Zoals naar verdediger Oliver Braude, dat hij sneller de dieptepass moet geven. Heel even laat hij zijn schouders zakken als een van zijn middenvelders onnodig de bal verliest in een opbouw. En steekt na twintig minuten een duim omhoog naar doelman Mickey van der Hart, als die met een goede pass aan de basis staat van een nieuwe aanval.
Van Persie juicht zoals hij deed als hij scoorde – klassiek, met beide armen in de lucht. sc Heerenveen speelt in fases heerlijk aanvallend, met snelle, directe aanvallen. De mooiste is een steekpass van spelmaker Ilias Sebaoui op Brouwers, wiens inzet knap wordt gered door doelman Etienne Vaessen.
Grote nederlaag bij AZ
De ontlading is groot, zondag halverwege de middag in een opwindende derby. Na een snelle achterstand, wint sc Heerenveen door een schitterende volley van Jacob Trenskow (1-1) en een slimme wegdraai-actie van spits Ion Nicolaescu (2-1). Vreemd genoeg wordt Heerenveen onrustig in de slotfase, wanneer FC Groningen met negen man speelt na twee rode kaarten. Maar in het meest dominante optreden onder Van Persie sinds zijn start afgelopen zomer, komt de zege niet in gevaar.
Zo heeft Van Persie zijn eerste minicrisis in Friesland bezworen. Na de 9-1 nederlaag bij AZ vorig weekend, gevolgd door 2-0 verlies bij FC Twente dinsdag, stond er extra druk op het duel. Van Persie werkt aan een aanvallende speelwijze, met een verzorgde opbouw en veel druk naar voren. Maar in die laatste twee duels, werd hun opbouw steeds vastgezet, wat tot veel problemen leidde. En achterin werd veel ruimte weggegeven, waardoor grote kansen ontstonden.
Misschien opvallender dan de grote uitslag, was de ontspannen benadering van Van Persie na AZ-uit. „Juist in momenten als deze moet je sterk zijn en trots zijn op elkaar”, zei hij. „Dit is een hobbel, meer niet.” Hij zei volledig achter zijn speelwijze te blijven staan. „Wij gaan gewoon verder met de manier van werken en spelen, daarin gaan we ons verbeteren.”
Ongeacht of je wint of verliest, neem dat de volgende dag niet mee
Die aanpak leidde tot stevige kritiek. Willem van Hanegem sprak in zijn column in het AD over „veredeld jeugdvoetbal” en „een kleuterklas”. Dat sc Heerenveen zo werd weggespeeld „is naïef en daar hoef je dan ook niet trots op te zijn”. Analisten vonden dat Van Persie meer defensieve controle moest inbouwen. En de vraag was of sc Heerenveen wel de spelers heeft om het offensieve combinatievoetbal dat Van Persie voor ogen heeft, uit te voeren.
Daarover bestaat ook twijfel bij de mannen die nooit ver weg zijn als er iets speelt rond de club: oud-coach Foppe de Haan en oud-voorzitter Riemer van der Velde. Voor het seizoen, spraken zij met Van Persie, zondag staan ze kort voor het duel voor een interview bij sportzender ESPN.
Volgens De Haan „zitten er wel wat nuanceverschillen” in hoe zij tegen de speelwijze aankijken. „We hebben tegen hem gezegd: wat je wil is fantastisch, maar de vraag is of dat met deze spelers kan.”
Van der Velde vult aan: „Als je [oud-motorcoureur] Wil Hartog op een Solex zet, wint hij de TT van Assen ook niet. Je moet het goede materiaal hebben, daar kunnen we over discussiëren.”
Nauwelijks lange ballen
Het beste antwoord dat Heerenveen kan geven, is het sterke optreden tegen FC Groningen. Duidelijk wordt dat Van Persie aan een ploeg bouwt die vrijwel iedere situatie met verzorgd voetbal probeert op te lossen – waar onder zijn voorganger Kees van Wonderen behoudender werd gespeeld.
Captain Brouwers merkt op dat hun doelman bijna geen bal lang heeft gegeven tegen FC Groningen – ze proberen bijna altijd te combineren. Maar soms „overdrijven” ze het met korte, risicovolle combinaties, mede daarom ging het mis tegen AZ. Zondag probeerden ze daarom vaker een „stationnetje verder te zoeken”.
Eerder in de week zei Van Persie dat het erom gaat dat zijn spelers beter leren „herkennen waar de ruimte ligt” in de opbouw. De opties zijn: combineren door de as, via de flanken, over de as door de lucht of een diagonale bal. „Dat is ook gelijk het moeilijkste van voetbal, maar dat maakt het juist heel leuk”, zei hij dinsdag na de nederlaag bij FC Twente.
Het zijn de eerste ervaringen van een beginnende proftrainer. Wat opviel na de twee nederlagen, was de zelfverzekerde houding van Van Persie in zijn media-optredens, over zijn aanpak en speelwijze. Kende hij afgelopen week geen twijfel? „Nul”, zegt hij zondag. „Echt nul twijfel.”
Als een team in een lastige fase zit, is het zaak om de „moraal en spirit omhoog te krijgen”, zegt Van Persie. Dat heeft hij bij Manchester United geleerd van coach Alex Ferguson, zegt hij. „Ongeacht of je wint of verliest, neem dat de volgende dag niet mee. Want dan begint alweer het proces richting de eerstvolgende wedstrijd. Dat hebben de jongens fantastisch gedaan. Ze hebben echt karakter getoond.”
Na de nederlagen deed Van Persie niks anders, zegt Brouwers. „Vanaf het begin heeft hij ook bijna geëist dat er, of we nu winnen of verliezen, eenzelfde sfeer hangt op de club. Dat we op dezelfde manier met elkaar omgaan, even positief zijn. Hij straalt dat uit, dat slaat over op de groep.”
Over zijn ploeg zegt Van Persie: „Ik vind ze bijzonder. Ik geloof echt in ze. Ik sta voor ze als het minder gaat.”
Vijf minuten na het eindsignaal, bedankt de harde kern de spelers – en vice versa. Dan klinkt opeens massaal ‘Oh Robin van Persie’, gezang uit zijn tijd als speler bij Manchester United. Van Persie draait zich om, en bedankt de fans.