N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ondanks de aanwezigheid van een grote hoeveelheid wapens in Servië, een overblijfsel van de Joegoslaviëoorlog in de jaren negentig, zijn schietpartijen in het land zeldzaam. Daar kwam deze week verandering in, toen het land binnen twee dagen twee keer werd opgeschrikt door grote bloedbaden. Woensdag schoot een 13-jarige jongen acht medeleerlingen en een bewaker dood op zijn school in de hoofdstad Belgrado, donderdagnacht volgde een schietpartij vanuit een auto, waarbij minstens acht mensen om het leven kwamen. De Servische premier Aleksandar Vučić beloofde vrijdag strengere wapenwetgeving en zei het land volledig te willen „ontwapenen”.
De schoolgaande jongen, Kosta K., opende woensdagochtend vroeg het vuur in de Vladislav Ribnikar-school, waar hij zelf leerling was. Hij raakte medeleerlingen, de bewaker van de school die hem probeerde tegen te houden, en een docent. Zeven mensen raakten ernstig gewond. Na de schietpartij belde K. zelf de politie, die hem arresteerde op het schoolplein. Bij hem thuis trof de politie een lijst met leerlingen die hij wilde doden en een zelfgetekende plattegrond van de school, waaruit een grondige voorbereiding blijkt.
Ook zijn bewapening had hij goed uitgezocht. K. schoot met het pistool van zijn vader en had vier molotovcocktails bij zich. Het wapen was van zijn vader, die daarvoor een geldige wapenvergunning had. Volgens de Service premier Vučić heeft hij het wapen waarschijnlijk niet op de juiste wijze bewaard, zodat de jongen erbij kon. De vader is opgepakt, K. zelf kan niet berecht worden omdat hij jonger is dan 14, de minimumleeftijd voor vervolging. Hij wordt onderzocht in een psychiatrische kliniek. Direct na de aanslag heeft Vučić voorgesteld die leeftijd omlaag te brengen tot 12.
Drie dagen van rouw
Na de ergste aanslag op een school in Servië ooit werden drie dagen van rouw afgekondigd, die vrijdag moesten ingaan. Maar nog voor het rouwen kon beginnen werd het land donderdagnacht opnieuw opgeschrikt door een schietpartij. Na een vermeende ruzie op een schoolplein zou een 21-jarige man thuis een automatische geweer hebben opgehaald. Vanuit een auto zou hij vervolgens hebben geschoten op willekeurige mensen in drie verschillende dorpen, op circa 50 kilometer ten zuiden van Belgrado. Naast de acht dodelijke slachtoffers raakten veertien mensen gewond.
Na een urenlange klopjacht waarbij onder andere helikopters, een antiterrorisme-eenheid en politie-eenheden uit omliggende gebieden werden ingezet, werd de verdachte vrijdagochtend opgepakt bij het huis van zijn opa. Servische media meldden dat in het huis een grote hoeveelheid wapens is gevonden, waaronder een pistool, twee geluiddempers en 164 kogels van verschillende kalibers. Over het motief van de dader is nog niets bekend.
Een klein en groot monster
Op een persconferentie vrijdagochtend zei premier Vučić dat de 21-jarige verdachte „nooit meer het daglicht zal zien”. De massamoord zei hij te beschouwen als een „terroristische aanslag” en „een aanval op ons land en op onze kinderen”, de daders van beide schietpartijen noemde hij „een klein monster” en „een groot monster”. Met nieuwe maatregelen wil hij wapenbezit in het land drastisch terugdringen en beter in kaart brengen.
Vučić is van plan om 1.200 extra politieagenten aan te stellen om de beveiliging op scholen te verbeteren. Ook wil hij geen nieuwe wapenvergunningen meer verstrekken en alle huidige vergunningen herzien, waarbij de eigenaren van een wapen onder andere een psychologische test moeten doorstaan. Hij verwacht dat slechts tien procent van de vergunningen over zal blijven. Daarnaast wordt de straf voor het illegale bezit van wapens opgevoerd. Op het dragen van een wapen als een kalasjnikov gaat de maximale straf van acht naar twaalf jaar.
Eerder kondigde de premier al aan dat wetgeving wordt voorbereid die het strafbaar maakt om kinderen toegang te geven tot wapens en om de leeftijd voor strafrechtelijke vervolging omlaag te brengen. Hij wil ook dat scholen periodieke alcohol- en drugstests kunnen uitvoeren en gaat een werkgroep opzetten die zich richt op de veiligheid van kinderen op internet.
Illegale wapens
In Servië circuleren veel illegale wapens. Dit zijn veelal overblijfselen van de grote militaire opbouw tijdens de Koude Oorlog. In de chaos van de Joegoslaviëoorlog in de jaren negentig zijn deze wapens ongeregistreerd op gaan rondzwerven: militairen namen wapens mee naar huis, opslagplaatsen werden overvallen en er ontstond een levendige zwarte markt. Ook jaren later kopen naast criminelen ook terroristen hun wapens nog op de Balkan. In 2014 werden in Syrië en Irak bijvoorbeeld kogels uit Servië gevonden, en volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International gebruikte IS wapens uit de Balkanlanden.
Van alle landen in de wereld heeft Servië het op vier na hoogste aantal wapens per hoofd van de bevolking, op een gedeelde plaats met Montenegro. In Servië zijn 39,1 vuurwapens per 100 mensen, blijkt uit het onderzoek naar vuurwapens van het Geneva Graduate Institute in 2017. Het verschil met de nummer één op de lijst, de Verenigde Staten (120,5 vuurwapens per 100 inwoners), is groot, maar vergeleken met Nederland is het aantal wapens gigantisch: hier zijn 2,6 wapens per 100 inwoners. Toch is het aantal vuurwapendoden in het land relatief laag. Volgens onderzoek uit 2018 valt Servië buiten de wereldwijde top 50.