Een bus voor koffie, soep en een gesprek

Ik doe iets goeds Veel mensen willen iets goeds doen. Deze week: werken in De Koffiebus.


Foto Folkert Koelewijn

Iedere vrijdag staat De Koffiebus tegenover het winkelcentrum op het Euterpeplein in Amersfoort. Nadat Anna Houwen (17, vriendelijk gezicht met kuiltjes in haar wangen) de ouderen op het terrasje voor de bus een kopje koffie heeft gebracht, neemt ze alle tijd voor een praatje. Als stage voor haar opleiding sociaal-juridische dienstverlening zocht ze „niet iets standaards als de Voedselbank of het Leger des Heils, maar iets origineels”. Ze belde Harm Messink, initiatiefnemer van dit „buurthuis op wielen” dat vier dagen in de week op Amersfoortse pleinen staat. Haar stageverslag is allang af, maar Houwen werkt nog steeds in de bus. „Het is haast een grote familie, heel gezellig.”

De Koffiebus is er voor mensen die zich eenzaam voelen of die weinig geld hebben. „Maar ook willen we dat mensen in een buurt elkaar beter leren kennen.” Een van de locaties is de nieuwe wijk Vathorst. „Daar komen veel ouders en zetten we speelgoed voor kinderen neer.”

Bij De Koffiebus werken 160 vrijwilligers. Er is altijd zelfgebakken taart, en vandaag maakte Harms moeder „heerlijke kerriesoep”, aldus Houwen. „En we doen niet aan betalen maar aan ‘doneren’: je geeft wat je kan missen.”

Als het gaat regenen stroomt de hip verbouwde camper vol. Jong en oud zit naast elkaar. Houwen vindt het fijn om met verschillende generaties contact te hebben: „Toen ik een keer zuchtend binnenkwam, zei een oudere vrouw ‘Kom op meid, wat is er?’” Vriendinnen stellen andere vragen. Daarnaast vindt Houwen, die ook actief is in de kerk, het belangrijk iets voor anderen te betekenen. „Mensen zouden wel wat vriendelijker en socialer kunnen zijn. In de supermarkt lopen we met onze koptelefoon op spullen in een mandje te gooien. Ikzelf ook.”

Meer vrijwilligers hebben een christelijke achtergrond, „maar we gaan niet evangeliseren, het moet voor iedereen gezellig blijven”. Heftige gesprekken over politiek of religie leidt ze in goede banen. „En als er geroddeld wordt, zeg ik: ‘zullen we het niet over andere mensen hebben?’” Maar meestal gaat alles vanzelf goed. „Ik vertel wat ik op school doe, of in de weekends, zij vertellen over vroeger.”

Soms komen er mensen met zwaardere problemen. „Dan heeft Harm connecties bij maatschappelijk werk.” En als ze moet bijkomen, doet ze „een afwasje”. Ja, luisteren is ook werk. Van een dagdeel op De Koffiebus is ze soms meer moe dan van haar bijbaan als visverkoper op de Spakenburgse markt.

De bus heeft veel aanloop. „De mensen zien ernaar uit.” Stamgast Emmy Woltering (78) knikt: „Ik kom elke week, en soms fiets ik ook nog naar Vathorst. Het moeilijkst als je ouder wordt, is een doel vinden. De maatschappij is zo veranderd. Vroeger kende de hele buurt elkaar. En elk weekend ging je naar familie. Nu hebben kinderen het druk met hun eigen leven.” Wat ze van Anna vindt? „Heel vriendelijk en spontaan. En ze kan werken hè. Als Anna er is, wordt de hele bus gesopt. Ja, ze komt uit Spakenburg, die kunnen dat.”