Hoe Russische journalisten kapotgemaakt werden: deze romancier zag het al vroeg

Recensie

Boeken

Sasja Filipenko Deze roman, over een journalist in Rusland die slachtoffer wordt van een bizarre hetze van de autoriteiten, is terecht profetisch genoemd. Maar laat de bijzondere vorm die de roman kreeg niet buiten beschouwing.

Foto Yuri Kochetkov/EPA
Foto Yuri Kochetkov/EPA

Toen de Belarussische schrijver Sasja Filipenko in 2016 de roman Hetze publiceerde, moesten veel van zijn vrienden er hartelijk om lachen, vertelde hij onlangs in een interview. De roman gaat over een journalist in Rusland die slachtoffer wordt van een bizarre hetze van de autoriteiten, en daar zitten zeker vondsten in die je komisch zou kunnen noemen. Zoals dat er verantwoording afgelegd moet worden voor een Facebookpost waar letterlijk niets in staat. Zulke scènes doen een beetje denken aan Kafka, die hardop lachte toen hij Het proces voorlas aan vrienden.

Maar anders dan Kafka heeft Filipenko zelf nooit de humor in zijn verhaal gezien, en voor de hedendaagse lezer is het inderdaad een raadsel hoe je dit nog als komedie zou kunnen lezen. Juist omdat het zo waarachtig is, is het niet meer grappig. In 2014 werden er in Rusland al mensen opgepakt met ‘onzichtbare protestborden’, toen was het land de parodie eigenlijk al voorbij. En zeker nu we weten hoe Rusland is afgegleden naar een repressieve oorlogsstaat, is Hetze enkel nog een beklemmende thriller.

Filipenko (1984) werd geboren in Minsk, heeft Oekraïense voorouders en woonde toen hij Hetze schreef in Rusland, waar hij presentator was van een satirische nieuwsshow. Hij ergerde zich eraan dat als men het had over persvrijheid in Rusland, er alleen aandacht uitging naar de Russische journalisten die werden vermoord, terwijl om hem heen journalisten op veel meer manieren kapot werden gemaakt. Over die subtielere vormen van repressie wilde hij een boek schrijven.

In Hetze treft die repressie de journalist Anton Kwint, die onthult dat een oligarch met de naam Volodja Slavin, die zich profileert als uiterst nationalistische politicus, zowel zijn geld als zijn kinderen het liefst onderbrengt in het buitenland dat hij claimt te verafschuwen. ‘Uit het leven gegrepen’ lijkt hier een understatement: tegenwoordig zou het pas echt nieuws zijn als een van de rijke vrienden van Poetin, die op tv het Westen als gedegenereerd pedofielenwalhalla afschilderen, hun kinderen níet in Europa of de VS zouden laten studeren.

Angstcultuur

Voor Slavin is hiermee de jacht op Kwint geopend. Het begrip ‘angstcultuur’ krijgt nieuw elan. Er wordt laster over Kwint verspreid, ze houden hem uit zijn slaap, zijn gezin wordt lastiggevallen. Langzaam sluit het net zich. Kwints idealen van ‘waarheidsvinding’ steken hopeloos naïef af bij de meedogenloze jungle waar hij zich in beweegt.

In Duitsland, waar dit boek al eerder werd vertaald, werd de roman in bijna elke bespreking ‘profetisch’ genoemd. En dat is het, als je het enkel zou beoordelen als maatschappijkritiek. Maar het zou zonde zijn er alleen maar op te wijzen dat Filipenko het allemaal al zo vroeg zo goed zag.


Lees ook: In het Wit-Russische schimmenrijk kan hoogstens de idiote persoonsverheerlijking van Loekasjenko je nog aan het lachen maken

Het is even hard werken voor de lezer: zeker aan het begin stelt de aparte vorm die Filipenko heeft gekozen je geduld op de proef. Hij benaderde het geheel nogal conceptueel door het op te bouwen als een muziekstuk (Filipenko is opgeleid als cellist), met ingeschreven rusten, terugkerende thema’s, en een doorwerking. De eerste vijftig bladzijden is het lastig grip te krijgen op de schijnbare chaos die Filipenko je voorschotelt, en lang blijft onduidelijk hoe alle puzzelstukjes in elkaar vallen, maar wie doorzet wordt beloond. De vorm mist, ook dankzij vertaler Jan Lodewijk Eshuis, zijn uitwerking niet.

De rusten hebben iets onheilspellends, de flarden geven een gebrek aan overzicht dat angstaanjagend is. De stiltes, de adempauzes, maken de leeservaring gejaagd, hijgerig. De vorm maakt de uitkomst ook onafwendbaar, zoals de musici in een orkest weliswaar met omwegen, maar toch onverbiddelijk naar de apotheose toe spelen.

Tegelijkertijd geeft die onafwendbaarheid het geheel ook iets hopeloos. Van binnenuit is Rusland in feite niet te veranderen, beaamde Filipenko in het genoemde interview. Op de vraag waar dan wel hoop te vinden is voor Rusland moest hij lang nadenken. Niet in literatuur, in ieder geval, en ook niet in muziek. In ‘goede mensen’, besloot hij. Die zijn er zeker. Maar in dit boek delven ze nog het onderspit.


Lees ook een interview met Sasja Filipenko: ’Wij Wit-Russen strijden niet alleen tegen Loekasjenko, maar ook tegen Poetin’