N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Asiel Uitspraken van de Raad van State maken het steeds lastiger asielzoekers over te dragen aan landen waar ze aankwamen.
Ook al heeft de Raad van State besloten dat Nederland geen asielzoekers mag terugsturen naar Italië, blijft de Immigratie- en Naturalisatie dat toch proberen. Dat blijkt uit antwoorden van de IND op vragen van NRC over de gevolgen van een recente uitspraak van de Raad van State.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde vorige week dat staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) er niet meer op mag vertrouwen dat Italië zich aan mensenrechtelijke standaarden houdt. Daarom mogen asielzoekers die in dat land zijn aangekomen maar zijn doorgereisd naar Nederland en hier asiel hebben aangevraagd, niet naar Italië worden teruggestuurd.
Het is voor het eerst in twaalf jaar dat de staatssecretaris asielzoekers niet mag terugsturen naar hun eerste aankomstland. Met de uitspraak is het aantal Europese landen waarnaar asielzoekers niet zomaar meer mogen teruggestuurd, gegroeid naar zes, mogelijk zijn dat er binnenkort acht.
Op dit moment moet de IND, uitvoerder van het asielbeleid, in het geval van België, Denemarken, Kroatië, Malta en Griekenland per asielaanvraag uitleggen waarom de dienst denkt dat bij een teruggestuurde asielzoeker geen sprake zal zijn van mensonterende behandeling. Binnenkort volgt een uitspraak over de situatie in Bulgarije, nog wat later over Polen. Welke gevolgen de uitspraak over Italië en de komende uitspraken kunnen hebben voor het aantal asielverzoeken in Nederland is onduidelijk. Uit jaarcijfers van de IND blijkt wel dat afgelopen jaren het aantal succesvolle pogingen om asielzoekers naar andere Europese landen terug te sturen is gedaald.
Land van aankomst
Asielzoekers die aantoonbaar in een ander Europees land hun eerste voet aan de grond hebben gezet, maar doorreizen naar Nederland, moeten naar dat eerste land van aankomst toe worden teruggestuurd, zoals in de Dublinverordening, laatstelijk in 2014, is afgesproken. „Om te voorkomen dat asielzoekers naar landen gaan waar de leefomstandigheden het best zijn, maar ook om de verantwoordelijkheid bij één land te leggen”, zegt hoogleraar Europees recht Jorrit Rijpma.
Het terugsturen van asielzoekers gebeurt op vertrouwen, vanuit de gedachte dat alle Europese lidstaten zich houden aan mensenrechtelijke standaarden. Maar Nederlandse rechters, met de hoogste bestuursrechter bij de Raad van State voorop, concluderen steeds vaker dat landen aan de zuidelijke en oostelijke Europese buitengrenzen migranten blootstellen aan mensonterende behandeling. Het verbod op marteling en mensonterende behandeling is het enige absolute mensenrecht: uitzonderingen zijn nooit toegestaan. Problemen in het zuiden en oosten van Europa, zoals slechte opvang, zijn reden voor mensen om door te reizen naar Noord-Europa.
‘Dublin’ is al vaak doodverklaard. „Op papier werkt het, maar niet meer in de praktijk”, zegt Rijpma. Landen aan de buitengrenzen moeten als gevolg van de Dublin-afspraken de meeste asielzoekers opvangen. „Geografische pech”, beschreef premier Mark Rutte deze situatie eerder voor deze landen in 2011.
Ruim 100.000 asielzoekers bereikten Italië vorig jaar via de zee
Voor Italië is de maat vol. Het land stuurde afgelopen december een brief naar alle 32 landen die de Dublinregels hebben onderschreven waarin het mededeelde dat het asielzoekers niet meer adequaat kan opvangen. Ruim 100.000 asielzoekers bereikten Italië vorig jaar via de zee. Fors meer dan de jaren ervoor — 67.000 in 2021 en 34.000 in 2020.
„Italië kan het doen, want het land doen het. Maar het mag niet”, zegt Rijpma over de brief van de Italianen. Landen moeten er alles aan doen om de opvang van asielzoekers mogelijk te maken. In het geval van Italië is er door de regering van de radicaal-rechtse Giorgia Meloni een duidelijke grens gesteld aan wat het land zal doen.
De brief was voor de Raad van State reden genoeg om te oordelen dat asielzoekers die eigenlijk terug moeten naar Italië voorlopig onder Nederlandse verantwoordelijkheid vallen. De IND moet hun asielaanvraag inhoudelijk beoordelen.
Maar dat gaat de IND voorlopig niet doen. De immigratiedienst laat aan NRC weten door te gaan met asielzoekers bij Italië te melden voor overdracht. Pas bij het verlopen van de uiterste datum die geldt voor een dergelijke overdracht, twaalf maanden na aankomst in Nederland, wordt de ‘Italiaanse’ asielaanvraag in behandeling genomen.
Strenger pact
Er wordt al jaren gesproken over nieuwe Europese asiel- en migratieafspraken, ter vervanging van Dublin. „Dat pact wordt straks strenger”, signaleert de hoogleraar Europees recht. Landen als Nederland zitten volgens hem niet te wachten op „secundaire bewegingen”, asielzoekers die vanuit het eerste aankomstland hiernaartoe reizen.
Onder het nieuwe migratiepact, dat nog moet worden aangenomen, doorlopen asielzoekers straks hun asielprocedure bij de grens van het eerste land van aankomst. De procedure mag in totaal maximaal zestig dagen in beslag nemen, inclusief bezwaar en beroep. „Je komt niet om detentie van mensen heen”, vreest Rijpma. Hij voorziet hotspots zoals Moria in Griekenland. „Als het nu al niet lukt om opvang te bieden, dan vraag ik me af of dat straks wel gaat lukken.”
Rutte en Van der Burg hebben Italië de afgelopen maanden bezocht. Ze gaven daarmee het signaal dat Nederland met Italië wil optrekken in het onder controle krijgen van migratie naar Europa. Beide landen willen in ieder geval afspraken maken met Tunesië, dat migranten vanuit het Afrikaanse continent moet gaan tegenhouden. „Tunesië is immers de poort tot Italië, en zo ook tot Europa”, zei staatssecretaris Van der Burg in april tijdens zijn bezoek aan Rome.
Van der Burg hoopt in de tussentijd afspraken met Italië te kunnen maken, zei hij afgelopen vrijdag. „Dus dat ik zeg: ik heb een individueel iemand die terug moet, jij belooft als Italië dat je diegene ook opvang biedt… want dán mag ik degene van de Raad van State wél terugsturen.”