N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Essay Ooit werd Mirthe van Doornik een beetje achterdochtig van parfum. Hadden die mensen soms iets te verbergen? Tot ze na anderhalf jaar reukverlies weer kon ruiken en zelf in de ban raakte van parfum.
Onbewust moet ik me altijd al sterk door mijn neus hebben laten leiden. Op school zat ik graag in het houtbewerkingslokaal vanwege de geur van vers geschaafd hout en niet toevallig werkte ik een paar zomers in een ijssalon in het aroma van koffie en vanille. Ik werd me pas bewust van mijn liefde voor geuren toen ik na een covidbesmetting in november 2020 mijn reuk- en smaakvermogen kwijtraakte. Het was of er een enorme schaduw over mijn wereld gleed. Koffie werd een vreemd zwart goedje, een bos een plek met wat bomen, een nieuw seizoen slechts een verschuiving van licht en temperatuur.
Anosmie heet het, de afwezigheid van het reukvermogen. Dat er alleen een wetenschappelijke benaming is, en niet een woord waarmee mensen zich kunnen beschrijven, zoals doven en blinden dat wel hebben, zegt iets over de onderwaardering van ons reukzintuig. De neus werd in het verleden vaak afgedaan als onbelangrijk, vulgair en dierlijk. Geuren werden vooral in verband gebracht met ziekten als de malaria en de pest.
Maar ook nu nog is reuk ons minst bestudeerde en minst gewaardeerde zintuig. In 2011 gaf een meerderheid van de jongeren nog aan liever hun reukvermogen op te geven dan Facebook. Veel mensen realiseren zich niet hoe groot de invloed van geur is op ons dagelijks leven en onze (mentale) gezondheid. Ruiken is essentieel om te kunnen proeven (zo’n 70 procent van wat we proeven komt via onze neus), wie niet goed proeft kan een verstoorde relatie met eten ontwikkelen. Daarnaast ervaren mensen met anosmie vaker angstgevoelens en seksuele problemen en leidt reukverlies volgens onderzoek vaker tot depressie dan blindheid of gehoorverlies.
Gevangen achter een laag glas, zo beleefde ik de tijd zonder smaak en reuk. Ik herinnerde me de specifieke geur van mensen en plekken, maar naarmate mijn anosmie langer duurde voelde ik me somber, vlak en buitengesloten. Behalve dat het gevaarlijk en onhandig is niets meer te kunnen ruiken, schept het een enorme afstand tot de wereld om jezelf, je huis, je dierbaren en de vacht van je huisdier niet meer te kunnen ruiken. Daarbij leek er iets in mijn hersenen langzaam uit te doven. Dat blijkt min of meer ook te kloppen. De reukzenuw is nauw verbonden met het deel van de hersenen dat een cruciale rol speelt bij de beleving van emoties en het ophalen van herinneringen. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar wat geurverlies op lange termijn met onze hersenen doet, duidelijk is wel dat wie niet meer kan ruiken een belangrijke gevoelsprikkel mist.
Overweldigd door de kracht en gelaagdheid van een geur moest ik huilen
Ik had geluk. Na een jaar leken reuk en smaak in fases terug te komen en was daar soms een glimp van de wereld zoals ik haar kende. Na anderhalf jaar rook ik op straat opeens voorbijgangers. Heerlijke spoortjes parfum die ik soms probeerde te traceren. Het was in diezelfde tijd dat ik een parfum cadeau kreeg (Luna Rossa Black, Prada). Overweldigd door de kracht en gelaagdheid van een geur moest ik huilen. Alsof er in mijn hoofd een raam werd open gezet. Ook toen mijn somberheid verdween, bleef ik steeds opnieuw aan het parfum ruiken. Het werd het begin van een obsessie.
Een flesje met een mengsel van geurstoffen opgelost in alcohol, oplopend in geurconcentratie (van eau de cologne, eau de toilette, eau de parfum tot parfum), tot voor kort was dat alles wat ik over parfum wist. Nu blijf ik zelfs in mijn dromen aan flesjes ruiken. Uren bracht ik door op sites als fragrantica.com en parfumo.com, waar gebruikers parfums vergelijken met liedjes, filmpersonages of al dan niet historische figuren. Anonymouse: „Ik kan het niet bewijzen maar als Napoleon dit had gedragen in Waterloo had hij gewonnen!” (Habit Rouge, Guarlain). MartinD28: „Alsof je naast een dronken man in een kerkkoor staat.” (Bentley For Men Intense, Bentley)
Een nieuwe wereld, helemaal in het teken van geurplezier: ik wist niet dat het bestond. Naast geur fascineert ook de taal van die wereld. Of beter gezegd: het gebrek aan taal. Waar we kleur, smaak en muziek nog redelijk kunnen ordenen en omschrijven, tasten we bij een geuromschrijving vaak in het duister. Een geur heeft altijd de naam van het object waarvan het afkomstig is. Dit maakt ons geurenpalet ontoereikend. In zijn boek De taal van smaak (2019) geeft schrijver Reinier Spreen het voorbeeld van een banaan. Je kunt de kleur ervan benoemen, de basissmaak en het mondgevoel beschrijven, maar de geur? Niets ruikt meer naar banaan dan een banaan. Het maakt nieuwe combinaties van geuren lastig te benoemen. Want waar ruikt iets naar zodra je het niet kunt thuisbrengen? Dat kom je al snel uit bij vergelijkingen en geleende termen van andere zintuigen. Truumax: „Dit is een vampier voor mij. Geen Dracula, eerder de vampierfamilie in Twilight. Mysterieus, duister, ietwat boosaardig, maar over het algemeen niet onsympathiek.” (Noir de Noir, Tom Ford)
Net als met mensen moet je een tijdje met elkaar optrekken voor je weet of je samen verder wilt
Maar ook met een precieze taal blijft een geurbeleving subjectief. Onze associaties met geuren zijn aangeleerd, cultureel bepaald en gekoppeld aan positieve en negatieve herinneringen. Honderden filmpjes en reviews samen kunnen nooit een geur beschrijven zoals jij die ervaart. Zo schrijft iemand over een van mijn favoriete parfums: „Walgelijk, krijsend, weerzinwekkend spul dat je neusharen verschroeit!” (Encre Noire, Lalique) en ruikt een muskparfum dat veel mensen aanraden alsof ik een dode bever om me heen sla (Original Musk, Kiehl’s). Een parfum aanschaffen op basis van beschrijvingen is in een huwelijksbootje stappen met een onbekende. Een miskoop doet pijn. Eenmaal opengemaakt is een flesje in de winkel niet meer te ruilen en bij doorverkoop in de meeste gevallen nog maar de helft van haar aanschafwaarde waard.
Ruiken voor je iets aanschaft dus. Dat klinkt logisch, maar lang niet alles is in een fysieke winkel te koop en winkeliers zijn zuinig met samples. Op marktplaats bieden veel verzamelaars een paar milliliter van hun eigen flessen aan. Dit soort decants bestellen – kleine glazen of plastic verstuivers, netjes voor verzending opgerold in bubbeltjesplastic – is veruit de beste manier om een parfum te leren kennen. Net als met mensen moet je een tijdje met elkaar optrekken voor je weet of je samen verder wilt. Veel geuren ontwikkelen zich op de huid: een stroeve kennismaking kan alsnog uitgroeien tot een grote liefde, en precies dat wat bij aanvang nog charmant leek, kan zich op de duur enorm tegen je keren.
Zo’n tweehonderd decants probeerde ik uit. Designerparfum van modehuizen tot automerken, cheapies, klassiekers en nichegeuren (van exclusieve en meer experimentele parfumhuizen). Ik verdiepte me in verschillende parfumeurs, geurnoten en geurtypen.
Ik kwam erachter dat parfum veel meer kan zijn dan een sterk, zoet of masculien zweempje, dat het je kan verwarren, verbazen en ontroeren. Ik rook oude bossen, natte stenen, de perfecte appeltaart, macarons, ik rook het houtbewerkingslokaal van mijn school. Ik ging niet beter ruiken, wel werd ik meer ervaren, kritischer en leerde ik bekende synthetische geurnoten herkennen. Ambrox is de vervanger van ambergrijs, aldehyden die tintelige, zepige ervaring van Chanel N°5, calone is die waterige, meloenachtige noot waar Issey Miyake met zijn L’Eau D’Issey beroemd mee werd in de jaren negentig.
Geuren mogen dan een absolute chaos zijn, een parfum is dat niet. Het is muziek voor de neus. Niet voor niets heten de ingrediënten noten en heet de uitkomst een compositie. Leer, aarde, kruiden, wierook, thee, tabak, vruchten, schillen, specerijen: elke geurnoot kan worden gebruikt om die compositie te accentueren of te verdiepen. Het vergt enig (zelf)onderzoek om erachter te komen welke noten er zijn en wat je zelf wel en niet lekker vindt. De gomachtige hars galbanum bijvoorbeeld, of vetiver, een grassoort met lange wortels die veel parfums de geur van hooi of natte aarde geeft.
Ben ik een macaron of een hinoki-bos?
Die noten los in een parfummengsel herkennen is moeilijk, zo niet onmogelijk voor een amateur. Moleculen die samen een nieuwe geur maken, vormen al snel een ruis in ons brein. Taal en marketing moeten ons houvast geven door die ruis van een identiteit te voorzien. De presentatie, de kleur en de naam sturen onze geurbeleving. Het ontwerp van de flacons moet ons in de winkel verleiden. Van steriele, laboratoriumachtige flesjes (Le Labo) tot en met torso’s (Jean Paul Gaultier) en gelakte pumps (Carolina Herrera). Designerparfum wordt vaak nog ingedeeld op gender (wie blind ruikt zit daar overigens opvallend vaak naast), de wereld van de nichegeuren is bijna helemaal uniseks. Een geur is een geur, je mag zelf bepalen of die bij je past.
Maar wat past bij je? Ben ik een macaron of een hinoki-bos? Heb ik een frisse, warme, of kruidige persoonlijkheid? Classy, mature, sophisticated, allemaal woorden die in parfumbeschrijvingen vaak voorbijkomen. Wie wil er niet verfijnd en ontwikkeld ruiken? BigJarOfHoney: „Ik voel me rijk wanneer ik dit draag, ik kruip meteen in een leren fauteuil, schenk mezelf wat te drinken in, schrijf poëzie en wil op eendenjacht!” (1899 Hemingway, Histoires de Parfums).
Als we de parfumreclames mogen geloven, gebruiken we parfum om sociale status uit te dragen en is lekker ruiken vooral verleidelijk voor anderen. Toch is het een misvatting dat luchtjes uitsluitend worden gekocht om anderen te versieren en te plezieren. Mensen die zich meer bewust zijn van geur kopen hun parfum vooral voor zichzelf. Om een dierbare weer dichterbij te halen bijvoorbeeld, om je thuis te voelen, te ontspannen, beter te slapen. Parfums worden gerangschikt naar kleur, outfit, gelegenheid, gemoedstoestand, weer en seizoen. Gebruikers richten hun flesjes op kussens, lakens, tassen, stoelen, banken, op internet zag ik een vrouw haar boeken parfumeren voor een intensere leeservaring.
Sinds ik weer kan ruiken heeft mijn leven een extra dimensie gekregen die ik niet meer zomaar voor lief neem. Geur brengt je in wezenlijk contact met je omgeving. Het is sfeer, emotie en intimiteit. Bovendien is het een krachtige tijdmachine. Door te ruiken kunnen we plekken terughalen waar we ooit zijn geweest, mensen die we zijn verloren of waren vergeten. We laten ons ontroeren door visuele kunst, meeslepen door muziek, waarom dan niet door een geurcompositie? A thing of beauty is a joy for ever, schreef John Keats. Ik kan het niet bewijzen maar de dichter moet zichzelf hebben geparfumeerd voor hij die beroemde woorden optekende.
Beeld Janine van Oene – Veggies.