N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Nederland is gestegen van de 28ste naar de 6de plaats op de ranglijst van wereldwijde persvrijheid die Reporters Without Borders (RSF) jaarlijks publiceert. Dat heeft de organisatie woensdag bekendgemaakt. Alleen Noorwegen, Ierland, Denemarken, Zweden en Finland staan boven Nederland.
De vrije val die Nederland vorig jaar op de ranglijst maakte, is met deze stijging weer ongedaan gemaakt. De moord op Peter R. de Vries speelde toen een rol, net als geweld tegen camerajournalisten tijdens demonstraties. Ruth Kronenburg, directeur van het Nederlandse Free Press Unlimited, zegt in een verklaring dat Nederland in de top-10 thuishoort.
Nog steeds ziet RSF genoeg verbeterpunten, blijkt uit een beknopte samenvatting van de uitkomst van het panelonderzoek onder experts en academici. De belangrijkste zorgen zijn aanvallen van populistische partijen op de media, gebrekkige openbaarheid van de overheid en fysiek en verbaal geweld tegen journalisten. Ook online worden journalisten lastiggevallen, schrijft RSF, met name vrouwen en verslaggevers van kleur.
Vinkjes tegen betaling
Rusland is sinds vorig jaar negen plekken gezakt en staat nu op de 164ste plaats. Volgens RSF heeft het Kremlin een „nieuw media-arsenaal” opgetuigd om zijn boodschap in bezette delen van Oekraïne te verspreiden, en worden de laatste onafhankelijke media in het land harder dan ooit onderdrukt.
Peru, waar journalisten worden „lastiggevallen, aangevallen en zwartgemaakt” vanwege hun contacten met politici, zakte 33 plaatsen (staat nu op plek 110) en is daarmee de grootste daler. Brazilië klom juist 18 plaatsen (nu op 92) dankzij het vertrek van de vorige president Jair Bolsonaro, „wiens presidentschap werd gekenmerkt gekenmerkt door extreme vijandigheid tegenover journalisten”.
Wereldwijd ziet RSF een groeiende „industrie” van digitale desinformatie die de lijn tussen feit en fictie vertroebelt en daarmee betrouwbare informatie minder toegankelijk maakt. Politici hebben „ongekende middelen om met informatie te knoeien”, en gebruiken die om journalisten te ondermijnen.
Elon Musk, die in oktober Twitter overnam, krijgt in het rapport een oneervolle vermelding. Met zijn beleid om vinkjes tegen betaling te verstrekken, laat hij volgens RSF zien dat online platforms „drijfzand voor de journalistiek” zijn.