Overheid moet soms interveniëren in publiek debat

Overheidscommunicatie Het is legitiem dat de overheid desinformatie op sociale media over de volksgezondheid weerspreekt. Het ministerie van VWS had wel transparanter moeten zijn, menen en .


Illustratie Hajo

De vraag of en hoe de overheid mag interveniëren op sociale media is belangrijk. Dat bleek ook weer uit het stuk in NRCover de ‘denktank desinformatie’ (26/4) dat voor nogal wat ophef zorgde. Vaccinatiecritici spraken zelfs van „censuur”. Wij waren lid van deze denktank en kijken met enige verbazing naar de ophef, die toch echt niet meer dan een storm in een glas water is.

Eerst even de context. Naar aanleiding van de toenemende vaccinatietwijfel en onrust over de dalende vaccinatiegraad in Nederland en andere landen, presenteerde toenmalig staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS, ChristenUnie) in november 2018 de Kamerbrief Verder met vaccineren. Een van de oorzaken van vaccinatietwijfel was het verhaal dat de mazelenvaccinatie autisme zou veroorzaken.

Dit was al zo vaak wetenschappelijk weerlegd dat het echt als desinformatie kon worden afgedaan. In andere Europese landen waren als gevolg van mazelenuitbraken al meer dan zeventig sterfgevallen te betreuren. Frankrijk en Italië voerden een vaccinatieplicht in. Het doel van de staatssecretaris was om de vaccinatiebereidheid van ouders te bevorderen zodat hier verplichtende maatregelen konden uitblijven.

Onafhankelijke experts

Een van de maatregelen was het instellen van „een team van onafhankelijke experts dat actief weerwoord biedt aan misvattingen over vaccinaties, onder andere op sociale media”.

Deze denktank was een informeel overleg van professionals die vanuit hun eigen expertise en verantwoordelijkheid meededen: artsen, epidemiologen, communicatie- en andere wetenschappers. De leden deelden uitspraken uit antivaccinatiecampagnes en bespraken of het zinvol was om te reageren. Wijzelf schreven bijvoorbeeld opiniestukken en leverden bijdragen op radio en tv. Kortom, het aloude spel van woord en weerwoord.

Het overleg werd door het ministerie gefaciliteerd, maar nooit werden er overheidswege opdrachten uitgedeeld: iedereen die participeerde in het publieke debat deed dat op eigen initiatief. Of het ministerie, buiten de denktank om, actief met bedrijven als Facebook overlegde, kunnen wij niet overzien.

Maar mag een democratische overheid zich actief bemoeien met discussies op sociale media? Ten eerste: mag de overheid desinformatie weerspreken? Als dat nodig is ter bescherming van publieke gezondheid en de gezondheid van kleine kinderen in het bijzonder – ja, natuurlijk! Niet alleen de overheid, maar ook professionals en wetenschappelijk betrokkenen hebben daarin een verantwoordelijkheid. In de denktank namen we die professionele verantwoordelijkheid serieus.

In de denktank namen we onze professionele verantwoordelijkheid serieus

Ten tweede: mag de overheid sociale media vragen om sommige berichten minder prominent in een tijdlijn te tonen? Nee, niet als het een dictaat is aan sociale media en bepaalde meningen niet meer geuit kunnen worden. Maar hiervan was geen sprake. Facebook kan en mag zelf bepalen hoe berichten in beeld komen. Overigens hadden vaccinatiecritici de afgelopen jaren op sociale media overduidelijk een breed podium waarop zij hun alternatieve kijk konden uitventen.

Maar al is het geen dictaat, mag de overheid überhaupt aan Facebook of andere media vragen om sommige berichten meer en andere uitingen minder prominent in tijdlijnen te laten zien? Dat is een interessante kwestie.


Lees ook: ‘Desinformatie’ over vaccins bestrijden. Wat deden ambtenaren achter de schermen?

Let wel, we moeten niet denken dat zonder beïnvloeding door overheid of andere partijen, de tijdlijn op sociale media neutraal is. Wat je ziet of niet ziet, wordt bepaald via algoritmes die de aandacht vasthouden en die meer verkeer en ‘clickbait’ stimuleren en zo primair de advertentie-inkomsten van mediabedrijven dienen.

In dat licht is het helemaal niet zo problematisch dat, wat meer of minder zichtbaar is, ook mede gestuurd wordt vanuit een heel legitiem maatschappelijk belang. In dit geval: het beschermen van een voldoende vaccinatiegraad, een belang dat in de Tweede Kamer vrijwel unaniem zal worden ondersteund.

Heel terughoudend

Natuurlijk moet de overheid heel terughoudend zijn in het beïnvloeden, anders dan met argumenten, van een publiek debat. Wij denken dat het alleen aanvaardbaar is als het noodzakelijk is om een cruciaal en legitiem belang te beschermen. Daarbij mogen andere meningsuitingen niet disproportioneel worden beperkt, en natuurlijk moet de overheid er volledig transparant over zijn. Het voldoen aan deze voorwaarden is noodzakelijk voor de betrouwbaarheid van de overheid.

Een betrouwbaar ministerie van VWS moet ook haar verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de dalende vaccinatiegraad. Dat betekent onder meer: goede informatievoorziening, twijfelende ouders serieus nemen en het gesprek met hen faciliteren, bijvoorbeeld op het consultatiebureau. Maar verantwoordelijkheid voor volksgezondheid houdt ook in dat evidente desinformatie op sociale media actief wordt weersproken en – binnen de grenzen die we geschetst hebben – wordt tegengegaan.

Gezien deze verantwoordelijkheid was het zeker een goed idee van de staatssecretaris om professionals te faciliteren hun bijdrage aan het publieke debat te leveren. Maar het was beter geweest als het ministerie vanaf het begin transparant was geweest over opzet en leden van de denktank – er was immers niets te verbergen. Dat had de sleetse spookverhalen over een „geheim genootschap” (NRC-columniste Rosanne Hertzberger) kunnen voorkomen.