Moluks restaurant Sana Sini is een heerlijke huiskamer zonder pretenties

Recensie

Uit eten

Van de kaart kreeg bij Moluks restaurant Sana Sini in Den Haag de lekkerste sayur lodeh die ze ooit at. En chef Leila de Fretes, tevens eigenaar, loopt door het restaurant als een zorgzame moeder.

Restaurant Sana Sini in Den Haag
Restaurant Sana Sini in Den Haag

Foto Hedayatullah Amid

Aan de volkse Thomsonlaan in de Haagse Bomenbuurt lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. Er hangt een ouderwets Nederlandse sfeer, met kleine zaakjes en eenvoudige restaurants.

Eén daarvan is Moluks restaurant Sana Sini, dat iets weg heeft van een jarenzeventighuiskamer van een Indisch gezin in Nederland. Er is een plank met kookboeken, aan de muur hangt een landkaart, er staat een gitaar als decorstuk, batikstof bedekt de banken, en er staan heel veel planten. Je zou het Indische kneuterigheid kunnen noemen, maar het gaat verder dan die gezellige sfeer. Rode bandana’s fungeren als placemat en servetten in de kleuren rood, wit, blauw of groen – die van de Molukse vlag – verraden een nostalgische band met het land van de vader van chef Leila de Fretes. Zij runt het restaurant samen met haar man Roberto. Hun kinderen en kleinkinderen helpen regelmatig mee in de bediening.

Het stel genoot van hun pensioen toen een van hun zoons in 2019 het idee opperde een restaurant te openen, omdat vrienden vroegen waar ze lekker Indisch konden eten en hij niks lekkerder vond dan het eten van zijn moeder.

Niet alleen de sfeer is huiselijk, ook de gerechten. Sana Sini betekent ‘daar hier’, en staat voor de Molukse gerechten waar de chef mee opgegroeid is, en die zij op haar manier klaarmaakt. Zo staat er op de kleine kaart een Molukse vissoep, pindang kuning – fris, pittig en kruidig met de nadrukkelijke smaak van de makreel en citroen. De nasi putih (witte rijst) geeft de soep extra stevigheid.

Pindang kuning wordt oorspronkelijk met papeda gemaakt in plaats van rijst. Papeda is pap van sagomeel, wat wordt gewonnen uit de sagopalm, die op de Molukken en Nieuw-Guinea groeit. Het sagomeel wordt dan vermengd met koud water tot een soort pap en vervolgens wordt die aangevuld met heet water. Het resultaat ziet er een beetje uit als behanglijm. Uit het hele land komen Molukse Nederlanders naar Sana Sini speciaal voor die soep, die je op moet slúrpen, en de andere smaken van thuis. Wie de pindang kuning met papeda wil, moet hem wel al voor het bezoek bestellen.

De soto ayam (Indische kippensoep) is geurig, aromatisch, rijk gevuld en gelaagd van de smaak. De taugé erin is lekker krokant, net als de lente-ui. De stukjes ei en de zachte kip vallen zo uit elkaar, de witte rijst maakt hem extra vullend en de limoen maakt het geheel af met een fris accent.

Berg rijst

Die mooie mix van smaken en structuren komt ook terug in de ‘Sana Sini Bowl’, een grote kom met heerlijk geurige nasi kuning (gele rijst met citroengras en kokos) met daarbovenop rendang, ayam pedis (hete kip), sambal goreng-boontjes, sambal goreng tempeh, sambal goreng telor (ei) en sayur lodeh (groenten in kokosmelk).

Krokant, chewy, romig, hartig en licht pikant vormen een heerlijk samenspel. Ik word er gulzig van, zo lekker. Het geheel heeft een geweldige kruidigheid met hints van zoet en stukjes krokante pinda. Vaak bestaan bowls uit een berg rijst met zuinige garnituur, maar deze is zorgvuldig samengesteld en gul gevuld.

Wat opvalt aan de Molukse receptuur is dat die aanzienlijk minder pittig is dan de Javaanse. Een belangrijk ingrediënt in de Javaanse keuken is trassi (garnalenpasta), maar die ontbreekt in zijn geheel in de Molukse keuken.

Deze Molukse rendang heeft wel die lekkere kruidigheid, maar is zachter en zelfs licht zoetig. Het vlees is boterzacht. De ayam pedis is allerminst heet en heeft ook die subtiele zoetigheid. De sayur lodeh is de lekkerste die ik tot nu toe at, en heeft die heerlijke zoete romigheid van de kokosmelk. Hij is niet waterig, zoals je hem soms krijgt, de groenten hebben de kokosmelk echt opgenomen.

Het enige waar we wat minder enthousiast over zijn, is de vegan rendang van jackfruit. Jackfruit heeft de draderige structuur van zachtgegaard vlees en is ideaal als alternatief, alleen heeft deze versie een bijsmaak die doet denken aan een smaakverrijker zoals Aromat.

Wanneer we na de soep en de bowl nog twee gerechten willen bestellen, vindt chef Leila dat te veel en stuurt haar zoon naar ons toe met het voorstel om ons van beide de helft te serveren. Ik noem haar steeds chef, maar ze beweegt zich door het restaurant veel meer als een nieuwsgierige en hartelijke moeder, om te kijken wie wat heeft besteld en of het smaakt.

Wanneer ik twijfel over een dessert, omdat ik vol zit, besluit ze kordaat me een plak spekkoek van het huis te geven, „want je moet niet té vol naar huis gaan, dat is niet fijn”. Mijn tafelgenoot neemt op haar aanraden de ‘Koningskroon’: huisgemaakte cake gevuld met jam en doordrenkt met rum.

Het charmante aan Sana Sini is dat het zo heerlijk pretentieloos is, het is het soort eten dat je bij mensen thuis hoopt te eten. Hier proef je de warmte en gezelligheid van een moeder en vader die van een restaurant een gastvrije huiskamer hebben gemaakt, waar iedereen kan genieten van ongecompliceerd lekkere familiegerechten. En zoals dat gaat bij mensen thuis, hebben we nog lang gekletst en gingen we pas naar huis toen het restaurant allang leeg was en buiten de stilte de straten had overgenomen.