N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Maandelijks gokken zo’n 365.000 spelers op online kansspelen. Ruim 60 procent van hen is begonnen met gokken sinds de overheid de online kansspelenmarkt eind 2021 uit de illegaliteit trok zodat die gereguleerd kan worden. De overige 40 procent gokte dus al, maar illegaal. Dat meldde de Kansspelautoriteit (Ksa) woensdag. Het aantal accounts steeg in het laatste halfjaar van 2022 van ruim 565.000 naar 859.000. De gemiddelde gokker verloor zo’n 143 euro per maand in 2022. Daaraan verdienden de online kansspelbedrijven zo’n 1,1 miljard euro.
Het brutospelresultaat van legale gokwebsites, de inzet minus uitgekeerde prijzen, was in januari vorig jaar 90 miljoen euro. Afgelopen januari was dat 124 miljoen euro. De Ksa verwacht een groei van 13 tot 15 procent per jaar. Helder is dus dat de kansspelenmarkt groeiende is, maar volgens de gokspelwaakhond behaalt de legalisering haar beoogde resultaat. Bij het openen van de legale online gokmarkt was de doelstelling van de overheid om acht op de tien spelers bij legale websites te laten gokken.
Doelstelling gehaald
Die doelstelling wordt ruimschoots gehaald: 92 procent van de spelers gokt legaal, en van de nieuwe spelers die sinds de legalisering zijn begonnen gokt zelfs 98 procent legaal. De belofte bij de 80-procentdoelstelling was dat gokverslavingen kunnen worden gemonitord en tegengehouden. Maar volgens de Ksa is nog onduidelijk of het nieuwe gokbeleid ook echt een positief of negatief effect heeft op gokverslavingen, en zal het nog jaren duren voor resultaten kunnen worden geanalyseerd.
Het legaliseringsdossier levert dilemma’s op voor de politiek. Dat de verstokte gokkers in zicht van de toezichthouder komen, is een groot voordeel. Maar door de legalisering worden ook kwetsbare groepen zoals jongeren makkelijker blootgesteld, met name omdat er nu reclame gemaakt mag worden.
Onlangs kondigde minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming, D66) nog aan dat ongerichte reclames voor gokken, zoals op aanplakborden, televisie en radio verboden worden vanaf 1 juli. „Met dit verbod komen de kwetsbare groepen, in het bijzonder jongeren, minder in aanraking met deze reclames en beperken we de verleiding om aan risicovolle kansspelen te beginnen”, zei de minister. Een meerderheid van de Tweede Kamer zette de minister onder druk met onderzoek van verslavingsexperts om deze reclamebeperking in te voeren. In aanloop naar het verbod neemt het aantal reclames op televisie af, maar online komen er juist meer reclames bij.