N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Tabitha Foen-A-Foe, zangeres en songwriter, had altijd het gevoel dat muziek haar roeping was. Nu wil ze daarnaast voor zwangere vrouwen zorgen.
Slecht nieuws, zegt zangeres en songwriter Tabitha Foen-A-Foe (30) na een snelle blik op haar telefoon tijdens het afruimen van de borden. „Over een goede acht minuutjes moet ik gaan.” Haar tijd is schaars. Een half jaar geleden beviel ze van haar jongste dochter – de oudste is net twee – en ze zit midden in haar Wilde Rozen-tour, genoemd naar haar tweede album met Nederlandstalige popliedjes. Op Bevrijdingsdag wordt ze samen met zangeressen Froukje en Meau als Ambassadeur van de Vrijheid per helikopter door het land gevlogen. Ze treedt op in Friesland en Overijssel, en ’s avonds in het 5 mei-concert op de Amstel, rechtstreeks uitgezonden op NPO 1.
We zitten in restaurant Lot & de Walvis aan een hoge tafel naast de keuken, waar piepjes klinken en messen worden geslepen. Tabitha – ze is bekend onder haar voornaam – draagt een lichtbruine spencer over een dieproze blouse. Vóór haar ligt de laptop waaraan ze tot de afspraak geconcentreerd zat te werken. Ze had al wat gegeten en bestelt pancakes voor tijdens het interview. Ze eet grotendeels vegan, vertelt ze. Ooit kwam ze in het ziekenhuis terecht met „een virus dat ik had opgelopen van vlees of vis”. De artsen dachten aan een chronische darmziekte, maar sinds ze is gestopt met het eten van dierlijke producten heeft ze nergens meer last van.
Over de bevrijdingsconcerten: „Bijzonder dat ik het mag doen”, maar „ergens verdrietig dat we het nog steeds moeten vieren”. Ze bedoelt: dat er nog oorlog, racisme, discriminatie bestáát. „Het is dieptriest dat we als mensheid nog steeds slecht met elkaar omgaan. Op social media – waar veel jonge kinderen meekijken – lijkt het bijna mode om elkaar te kleineren. Ik vind dat we zeker daar een heel slecht voorbeeld geven.” Als kind werd ze zelf gekleineerd. In het dorp Rijnsburg bij Leiden, waar ze opgroeide, noemden andere kinderen haar ‘Zwarte Piet’ en ‘Diklip’ en ‘Bandenlippen’. „Het was een wit dorp en ik was anders. Nu denk ik: anders dan wat? Zijn we niet allemaal anders? Is niet iedereen van kleur?”
In 2019 was Tabitha met 300 miljoen streams op Spotify de meest gestreamde vrouwelijke Nederlandse artiest. Het was snel gegaan – een jaar of drie eerder was ze nog nagenoeg onbekend. Op haar 21ste, in 2013, was ze in haar eentje met een rugzak op het vliegtuig gestapt, vastbesloten Nederland achter zich te laten. Een Amerikaanse producer had een video van haar gezien en wilde met haar werken. „Het was als kind al mijn droom om naar Amerika te gaan”, zegt ze. „En op het moment dat de kans zich voordeed, had ik niets te verliezen. Ik kwam net uit een ellendige relatie, sleepte mijn jeugd achter me aan, wist nog niet wie ik was. Ik dacht: als ik daarheen ga, word ik vast gelukkig.”
Los Angeles bleek „lucht met glitters”, maar bij haar manager en zijn vrouw vond ze de warmte die ze nodig had. „Zij hebben me echt opgenomen in hun gezin. Van hen heb ik zoveel geleerd. Ik was toen vaak heel negatief. Door hen weet ik wat je allemaal tegemoet kan komen als je positief in het leven staat.”
Biljarttafel
Tot haar derde hadden haar ouders een Surinaams-Chinees restaurant in Leiden. Ze heeft er nog een paar herinneringen aan. „Ik zat een keer lang vast op de wc omdat ik het slot niet open kreeg. En onze kat, Tijger, kroop altijd door de gaten in de biljarttafel heen.” Ze hoopt het pand ooit te kunnen kopen, zegt ze. Niet om er weer een restaurant in te beginnen, ze zou de kamers waarschijnlijk verhuren aan studenten. „Het lijkt me gewoon bijzonder om het te hebben. We hebben veel familiefoto’s van die tijd. Die kan ik dan ernaast leggen.”
Het was misschien het gelukkigste deel van haar jeugd. Haar vader werd ziek en het restaurant werd verkocht. Haar vader overleed zes jaar later, net na haar negende verjaardag. Ook haar moeder raakte ze min of meer kwijt, zegt ze. „Het voelde voor mij altijd als een dubbel verlies. Voor mijn moeder was het natuurlijk heel moeilijk. De liefde van je leven verliezen en achterblijven met drie kinderen.”
Haar broer en zus, zes en acht jaar ouder, gingen vrij snel uit huis. Tabitha zocht houvast in muziek. Op school had ze zich altijd als eerste aangemeld als er een soundmixshow, playbackshow of musical was. „Dan kwam mijn vader filmen. En mijn moeder stond in het publiek.” Ze ging teksten schrijven en probeerde er liedjes van te maken. Ze had het gevoel dat muziek haar roeping was. „En dat werd alleen maar meer toen mijn vader overleed en ik een beetje om me heen ging slaan, steeds verder weg van huis wilde. Ik kreeg contact met producers, kwam in studio’s terecht, in het nachtleven.”
Het had ook anders kunnen lopen. Laatst vond ze een formulier uit haar schooltijd terug waarop gevraagd werd wat haar droombaan was. ‘Kraamverzorgster’, had ze opgeschreven. „Ik keek vroeger altijd naar De Bevalling en De Kraamverzorgster. Dat waren programma’s waar ik echt bij kon wegdromen.” Haar moeder werkte in een verzorgingshuis, Tabitha ging vaak mee. „Ik heb zelf ook in bejaardenhuizen gewerkt. En in een revalidatiecentrum, met kinderen met een beperking. Zij leerden zwemmen, we hielpen ze daarbij. Dan konden ze ondanks hun beperking vrij bewegen in het water. Ook dat was prachtig werk.”
Ze koos voor een beroepsopleiding in de zorg. Maar door problemen thuis – ze wil daar liever niets over kwijt – haalde ze geen middelbareschooldiploma. Daardoor kon ze haar zorgopleiding alleen beginnen op niveau 2. Om te kunnen instromen op niveau 4 deed ze alsnog in een paar vakken examen. Maar toen werd ze zónder diploma aangenomen op de Popacademie in Rotterdam, en ging ze verder in de muziek. „Ik denk dat ik het destijds vooral nodig had gehoord en gezien te worden”, zegt ze. „Dat ervaarde ik toch minder in de zorg. Daar kreeg ik ook waardering, absoluut, maar als artiest had je letterlijk een podium. Dat trok mij op dat moment veel meer aan.”
Ayahuasca
Ze woonde nog in Amerika toen ze in 2017 meewerkte aan een album van zanger, rapper en producer Ronnie Flex. Het nummer ‘Is Dit Over’ werd een grote hit. „Dat gaf mij zo’n gevoel van voldoening. Eindelijk leerde ik thuis te zijn in mezelf. Daar was ik achteraf gezien vooral naar op zoek.” Ze besloot niet naar New York te verhuizen, zoals haar was gevraagd, maar terug te keren naar Nederland. Andere hits volgden, zoals ‘Hij Is Van Mij’ met zangeres Maan. Ze bracht solosingles uit, zoals ‘Het Spijt Me Niet’: ‘Vanaf nu, geen neppe glimlach meer / Ik hoef geen hakken, draag m’n gympen weer / Vanaf nu, luister ik alleen nog naar mezelf / Ik ben independent nu, niemand krijgt de helft.’ Haar debuutalbum Hallo Met Mij, uitgebracht op haar eigen label, kwam in 2020 binnen op zeven in de Album Top 100. Datzelfde jaar deed ze mee aan het populaire tv-programma Beste Zangers.
Ze leed lang onder het gemis van haar vader. Tot ze „een spirituele reis” ondernam „waarin ik heel liefdevol afscheid van hem kon nemen”. Ze deed dat met behulp van ayahuasca, een Zuid-Amerikaanse hallucinogene drank. „Een plantmedicijn noem ik het. Het is alsof je droomt, maar je bent ook wakker. Mijn vader kwam langs, ik heb hem kunnen zien en ervaren.” Meditatie en therapie hebben haar verder geholpen, zegt ze. En ook het krijgen van kinderen. „Heb jij kinderen? Ik kwam daardoor echt in een ander soort ‘zijn’. Ik weet veel beter te aarden. Als een boom met wortels.”
Ze is de eerste keer in het ziekenhuis bevallen, de tweede keer thuis. Achteraf gezien had de eerste ook thuis gekund, zegt ze. „Het werd een medische bevalling omdat mijn eerste dochter iets aan de kleine kant was, of in elk geval onder het gemiddelde. Maar het gemiddelde is gebaseerd op witte baby’s. Mijn dochter was kerngezond en goed op gewicht. Ze is nog steeds een heel tenger, prachtig meisje.” De ziekenhuisbevalling verliep goed, maar pas bij haar thuisbevalling ervaarde ze „oerkracht” en „hoe we op de natuur mogen vertrouwen”. „Ik was helemaal niet bang. Op geen enkel moment. Ik ben gaan dansen, onder de douche gaan zitten. Waar ik haar wílde baren, is mijn meisje gebaard: in een bad in de woonkamer voor de open haard.”
Dienende vrouw
Dan vertelt ze dat ze op het punt staat terug te keren naar de zorg. Ze is bezig een pand te verbouwen tot een plek voor zwangere vrouwen. Het heet Mayaya. „Ik wil dat vrouwen er terechtkunnen voor heling, behandelingen, groepssessies.” Ze wil „een warme deken” zijn, zegt ze, ook voor vrouwen die net bevallen zijn. „Ik heb dat zelf erg gemist. Een paar maanden voordat ik voor het eerst zou bevallen, heb ik mijn oma verloren. Zij was een beetje mijn moedertje. En je hebt je moeder echt nodig op het moment dat je ligt te herstellen van een bevalling. En opeens moet zorgen voor zo’n klein wezentje. Waar geen gebruiksaanwijzing voor is. Dan is het fijn om iemand bij je te hebben die die ervaringen al heeft gehad.”
Ze wil gaan werken als doula. „Dat woord betekent letterlijk ‘dienende vrouw’. Een doula fungeert tijdens de bevalling als de stem van de vrouw. Zodat die zich nergens druk over hoeft te maken.” Ze is al naar een open dag van de opleiding geweest. „Ik heb lang gedacht dat het te ver af ligt van wat ik doe. Maar in essentie is het hetzelfde. Mijn publiek bestaat voor 98 procent uit jonge vrouwen. Wat ik in mijn muziek doe, zal ik in Mayaya ook doen: mijn verhaal delen. En daarmee mensen ondersteunen. De voldoening die ik uit zorg krijg is dezelfde voldoening die ik vind in muziek.”
Muziek, zegt ze, blijft haar passie. Het podium is minder belangrijk geworden. Beroemder dan nu hoeft ze zéker niet te worden. Maakte ze de voornaam van haar oudste dochter nog via social media bekend, die van de tweede probeert ze juist uit de publiciteit te houden. „Dit is mijn leven en daar horen spotlights bij. Of mijn dochter dat ook wil, is een keuze die zij later zelf mag maken. Het geeft mij veel rust niet alles te hoeven delen.”