Het zijn de jongens van de Haagse Midnight Crew. Een bonte verzameling bromfiets- en scooterfans die onverwacht ergens in de stad opduiken voor zogeheten Ride Outs. ‘De Midnight Crew uit Den Haag’ noemen ze zich. Brommerfans die met opgevoerde motor en soms afgeschermde kentekens, toeren uithalend. Met veertig, vijftig man rakelings op een wiel langs elkaar scheren; linksom en rechtsom elkaar inhalen. Of even racen op de snelweg en op tijd uit elkaar stuiven als de politie eraan komt. Het zijn gelegenheidsgroepjes die her en der in het land opduiken. Ze waarschuwen elkaar een half uur tevoren via internet, zegt de 18-jarige Soufian Bakker. Hij was er vaker bij met zijn Kymco Super 8, een opgevoerde sportscooter uit 2011. Ze delen de liefde voor de spanning, maar vooral voor de klassieke benzinebrommers en scooters
Veel steden zijn die Vespa’s of Yamaha’s liever kwijt dan rijk. En dan niet vanwege die nachtelijke rides, maar vanwege de milieuvervuiling en de fijnstofuitstoot op de fietspaden. Ze moeten weg van de fietspaden en worden straks geweerd uit de milieuzones. Nijmegen loopt daarin voorop; daar moeten de benzine-brommers vanaf 2025 helemaal het veld ruimen in de stad, zo heeft de gemeenteraad eerder deze maand besloten. Formeel mogen gemeenten brommers niet weren uit die milieuzone, maar staatssecretaris Vivian Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) wil dat met een kleine wetswijziging op termijn tóch mogelijk maken.
Het gaat ook om de sensatie van het zelf sleutelen
Soufian Bakker
Sloopsubsidies en bijdrage in de aanschaf van elektrische brommers en scooters moeten de benzinerijders over de streep trekken. Maar of dat toereikend is? Nijmegen wil ook ‘vervoersarmoede’ voorkomen, inwoners die zich, ondanks die subsidieregelingen geen elektrische variant kunnen permitteren. Desnoods moeten er daarom ook ná 2028 nog tijdelijke ontheffingen verleend worden.
Maar Soufian Bakker moet er niet aan denken, zo’n elektrisch exemplaar. Het gaat niet eens alleen om het geld”, zegt hij „Het gaat ook om de sensatie van het zelf sleutelen. Van het opvoeren van het motorblok en de kick van het geluid.” Zelf sleutelt hij ook voortdurend aan zijn Kymco Super 8. „Met zo’n elektrisch model kan dat allemaal niet.”
Soufian houdt het voorlopig dus op zijn oude scooter uit 2011. Net als zijn makkers van de night rides die soms zelfs nog rondrijden op bij elkaar geknutselde Puchs en Tomos-brommers. Met wat doorgeknipte kabeltjes en wat zaag- en mokerwerk gaan die brommers 60 kilometer per uur. „Of nog veel harder. Maar als ze ons in de stad het rijden onmogelijk maken, gaat niemand op de elektrische toer. Dan zijn er altijd nog de motors op benzine. Die koop je voor nauwelijks 1.200 euro meer dan voor zo’n elektrisch geval.”
Helmplicht
Maar terwijl gemeenten een grootschalige transitie van benzine- naar elektrische brommers willen, keldert de vraag naar nieuwe brommers, vanwege de dit jaar ingevoerde helmplicht. Landelijk is 9 procent van alle bromfietsvoertuigen (in het totaal 1,2 miljoen) inmiddels elektrisch, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Maar sinds de invoering van de helmplicht voor scooters en bromfietsen met een blauw kenteken stagneert de verkoop. Vorig jaar was de verkoop 40 procent lager dan in 2021, in het eerste kwartaal van dit jaar was de daling bijna de helft, blijkt uit de jongste cijfers van de RAI Vereniging. „De helmplicht staat haaks op het beleid om brommers en scooters te verduurzamen”, zegt een RAI-woordvoerder. „Veiligheidsbeleid botst hier met beleid om die brommers te verduurzamen.”
Voor Soufian en zijn brommervrienden is de helmplicht een extra argument om niet op elektrisch over te stappen. Dan liever een e-bike of gelijk een motormodel, op benzine. „Elektrisch rijden is te duur en niet praktisch. H&M verkoopt inmiddels wel van die speciale losse hoodycapuchons voor onder de helm. Maar voor mijn vriendinnen is dat geen optie. Die gaan desnoods weer met het openbaar vervoer, ze schaffen zéker geen elektrische Vespa aan.”
Er ligt een flinke stapel hout naast de deur. „Maar ik stook heel weinig”, zegt Gert-Jan Bos uit Amersfoort. De bewoner van de Rubensstraat beschikt over een oude open haard die binnenkort plaats maakt voor een houtkachel. „Een goed idee”, noemt Bos het verbod op binnenshuis stoken vanaf deze maand bij windstil of mistig weer, omstandigheden waarbij rook en roet uit de schoorsteen blijven hangen, de luchtkwaliteit schaden en overlast veroorzaken. „Mensen moeten hun gezond verstand gebruiken”, zegt de bewoner van het Vermeerkwartier. „Veel mensen weten niet hoe ze moeten stoken. Die zullen de komende tijd een bezoekje krijgen van de gemeente. Terecht.”
Met alle kennis over de effecten van houtrook zeggen we: we moeten er paal en perk aan stellen
Vrijwel iedereen in de Amersfoortse Rubensstraat en omgeving heeft wel een mening over het besluit van de gemeente om, ruim twee jaar nadat de gemeenteraad daar om had gevraagd, daadwerkelijk het stoken bij ongunstig weer te verbieden, overtreders aan te spreken en bij herhaaldelijke overtreding een boete uit te schrijven, van maximaal 400 euro. Wethouder Johnas van Lammeren (Partij voor de Dieren): „Ik maak me al lang sterk voor de luchtkwaliteit. Toen ik hier wethouder werd, heb ik meteen laten onderzoeken of het gewenste verbod juridisch haalbaar was. Dat bleek begin dit jaar met de invoering van de landelijke Omgevingswet. We hebben een beleidsregel ingevoerd die volgens onze juristen bij een rechter stand houdt.” Dat een open haard veelal gezellig wordt gevonden en hout stoken nu eenmaal sinds mensenheugenis gebeurt, is „allemaal waar”, aldus Van Lammeren. „Maar er zijn gewoon mensen in de stad die er last van hebben. Je zal maar COPD hebben, je zal maar een kind met astma hebben. Met alle kennis over de effecten van houtrook zeggen we: we moeten er paal en perk aan stellen.”
Buitenkachels
De gemeente Amersfoort krijgt jaarlijks honderd tot honderdtwintig meldingen van overlast. Ongeveer vijf daarvan zijn afkomstig van een vrouw „van middelbare leeftijd” die anoniem wil blijven omdat de kwestie gevoelig ligt in de buurt. „Ik ben blij met deze maatregel, want dan hoef ik er niet meer op af. Je krijgt er misschien niet direct ruzie van, maar ik wil niet te boek staan als een groene wappie of zo. Ik heb er gewoon last van.”
750.000 mensen met een longziekte zeggen „regelmatig benauwd” te zijn door houtrook
Hoewel het stookverbod van Amersfoort zich beperkt tot het binnenshuis stoken van hout, doen volgens de frequente klager vooral buitenkachels veel kwaad. „Mensen willen het ’s zomers in hun tuin nog net iets warmer hebben dan twintig graden en stoken dan bij, heel bizar. Ik moet dan mijn huis hermetisch afsluiten. Ik heb hoofdpijn en prikkende ogen. Je blijft het ruiken.” Ze hoopt dat de maatregel stokers aan het denken zet. „Over hoe slecht het ook voor hen zelf is.”
Polariserend en betuttelend
Er zijn ook tegenstanders. Zij bestrijden niet zozeer dat het slecht stoken van hout tot luchtvervuiling en overlast leidt, maar vinden een verbod niet de juiste methode om daar een einde aan te maken. „Als er een regel nodig is om te zorgen dat ik rekening houd met mijn buren, dan vind ik dat kwalijk”, zegt Kees Schouten, bewoner van de Rubensstraat. Hij stookt ongeveer vier keer per jaar zijn open haard. Een gemeentelijk verbod is volgens hem juridisch onhoudbaar. „Als iemand veel stookt en niet zo aardig is om met buren rekening te houden, houdt hij de gordijnen dicht en doet hij de deur niet open voor een handhaver.” Bovendien heeft een verbod geen effect op het gedrag, aldus Schouten. „Dit leidt tot polarisatie. Een gedragsverandering krijg je niet door polariserende discussies.”
Ook raadslid Tom van Lamoen van de eenmansfractie Amersfoort voor Vrijheid is tegen een verbod. „Betuttelend”, vindt hij. „Dit speelt bewoners in buurten tegen elkaar uit.” Bovendien is het besluit „hypocriet” omdat tegen de uitstoot van biomassacentrales in Amersfoort geen maatregelen worden genomen. Wethouder Van Lammeren: „Ik trek al tien jaar ten strijde tegen biomassacentrales. Het coalitieakkoord zegt dat we die willen afbouwen. Maar die centrales zijn ooit vergund en afbouwen moet wel ordentelijk verlopen, ik hecht aan een betrouwbare overheid.”
Lees ook
Biomassa: de paria van het klimaatdebat
Verkeerd stoken
Nederlanders leven volgens het RIVM gemiddeld acht maanden korter door blootstelling aan luchtvervuiling, en houtstook door particulieren draagt daar fiks aan bij. Het Longfonds stelt dat 750.000 mensen met een longziekte aangeven „regelmatig benauwd” te zijn door houtrook. In de gemeente Utrecht is het vanaf komend jaar verboden om buiten vuur te stoken op hout. De gemeente Amsterdam wil maatregelen nemen om houtstook te „ontmoedigen”, zo kondigde wethouder Melanie van der Horst (D66) dinsdag aan. „Van subsidie voor het verwijderen van rookkanalen, proeven met elektrische barbecueplaatsen, tot voorlichting en een verbod op houtkachels in nieuwe woningen vanaf 2027.”
In de discussie over houtrook ontbreekt de nuance, meent eigenaar René Hooijer in de showroom van zijn bedrijf Hooijer Haarden en Vloeren, aan de rand van Amersfoort, waar verscheidene houtkachels branden. „Klachten komen nooit van moderne houtkachels.” Meestal betreft het vuurkorven, „houtkacheltjes in een tuinhuis” en slecht gestookte oude open haarden. „Moderne houtkachels hebben een rendement van meer dan 75 procent”, meldt hij, in tegenstelling tot bijvoorbeeld oude open haarden die slechts 10 procent halen. Stokers moeten verder goed gedroogd hout zoals berk, es of beuk gebruiken. Hooijer: „Laten we eerst het gesprek aangaan met mensen die verkeerd stoken voordat we iets gaan verbieden.”
Lees ook
Dat de houtkachel een heet hangijzer zou zijn, had ze van tevoren niet voorzien
Hij hield het niet droog vorige week, tijdens het toespreken van de gemeenteraad van Winterswijk. Job Leuning (53) kocht ruim een jaar geleden met zijn vrouw een mooi landgoed met een kleine Saksische boerderij even buiten het dorp in de Achterhoek. „De kinderen zijn bijna de deur uit. We wilden een plekje waar we dichter bij de natuur wonen en leven dan in het drukke westen van het land. We vonden dit prachtige boerderijtje, direct naast natuurgebieden. Een voordeel was ook dat er wat grond bij zat, waardoor we die natuur op ons eigen land verder invulling konden geven.”
Dat gaat nu misschien niet door. Begin dit jaar kreeg Leuning per brief te horen dat de gemeente Winterswijk een deel van zijn ruim acht hectare tellende landgoed misschien wil omvormen tot een bedrijventerrein, en dat een aantal woningen in de omgeving, waaronder wellicht de zijne, in dat geval moet verdwijnen. „Maar ik wil helemaal niet weg. Ik wil hier iets moois opbouwen.” De omgeving, Arrisveld genaamd, grenst aan twee natuurgebieden en behoort tot de acht locaties aan de rand van Winterswijk die voor vestiging van een lokaal bedrijventerrein in aanmerking komen. Over enkele weken kiezen burgemeester en wethouders de meest geschikte locatie. Het totale gebied moet ongeveer drieëntwintig hectare groot zijn, goed voor ‘netto’ zestien hectare bedrijven.
„Veel gemeenteraadsleden beseffen misschien niet hoe mooi de omgeving hier is”, zegt Leuning, wandelend door zijn tuin en over de weilanden, met uitzicht over een oude, goed bewaard gebleven hoge esgrond, verschillende houtwallen en ruige agrarische gronden en een voormalig spoorlijntje dat is omgevormd tot fietspad. Een half jaar geleden zette Leuning een petitie op tegen de plannen voor een bedrijventerrein in Winterswijk. Die werd door ruim veertienhonderd inwoners getekend. Maar: „Met de uitkomst van die petitie heeft het gemeentebestuur tot nu toe niets gedaan.”
Gemeente gaat puzzel leggen
Lokale politici beseffen dat de kwestie onrust veroorzaakt. Maar ruimte is schaars in Nederland en dat geldt ook voor de Achterhoek, zegt wethouder Gosse Visser van de grootste partij, Voor Winterswijk. „Ze hebben me wel eens verteld dat als de provincie hier alle ruimtelijke opgaven wil realiseren, we 1,8 keer Gelderland nodig hebben.” In dat licht moeten we volgens hem de zoektocht naar een nieuw bedrijventerrein zien. Visser: „Uit een enquête bleek zeven jaar geleden al dat bedrijven in Winterswijk behoefte hebben aan meer ruimte. Die ruimte was toen al bijna op.”
Stukken nationaal landschap moeten worden opgeofferd terwijl op een industrieterrein 10 kilometer verderop nog hectares braak liggen
Twee beleidsmedewerkers van de gemeente Winterswijk leiden de verslaggever langs enkele succesvolle bedrijven binnen de bebouwde kom, langs het bestaande bedrijventerrein buiten de bebouwde kom én langs de acht locaties waarvan er straks een wordt aangewezen. Bij alle acht locaties staan protestborden. „Het is nu aan ons om de puzzel te leggen, en uit alle beschikbare locaties en na zorgvuldig onderzoek de beste te kiezen”, zegt beleidsmedewerker economie Bert Roeterdink . Niets staat nog vast, burgemeester en wethouders zullen op grond van feiten het ambtelijke advies beoordelen.
„We lopen alles systematisch langs”, zegt Gerard Overkamp, beleidsadviseur planologie. De mannen vertellen dat de Achterhoek veel innovatieve bedrijven telt. Overkamp: „Deze regio heeft relatief veel patenten.” Bijvoorbeeld: bedrijven die bureaus leveren voor het hoofdkantoor van Apple; gevelpanelen voor het depot van museum Boymans en voor de Markthal in Rotterdam; onderdelen voor ASML; duurzame verwarming; luxe rouwauto’s. Veel van de bedrijven hebben de komende jaren behoefte aan meer ruimte. Roeterdink: „En onze voorraad is op. We hebben niets meer op de plank liggen.” Wethouder Visser: „Winterswijk is een dorp dat langzaam is gegroeid. Bedrijven zitten om die reden dicht bij woonwijken. Daar zit niemand op te wachten. Die moeten naar locaties waar ze kunnen uitbreiden, net als nieuwe, snel groeiende bedrijven.”
Roepende in de woestijn
Een dikke meerderheid in de gemeenteraad heeft ingestemd met de zoektocht naar een nieuw bedrijventerrein. Maar dat wil niet zeggen dat er geen weerstand tegen het plan is. „Wij zijn vooralsnog roepende in de woestijn, maar dit is nog lang geen gelopen koers”, zegt raadslid André van Nijkerken, tevens fractievoorzitter van de lokale partij Morgen. Net als omwonenden van de bedreigde locaties vertelt hij dat Winterswijk ooit is aangewezen als nationaal landschap, een titel die geen juridische bescherming biedt maar die wel bewijst hoe fraai de omgeving hier is, met landgoederen en vier gebieden die onder Europese Natura2000-bescherming vallen, zoals het Korenburgerveen. Van Nijkerken: „Op een prachtig landschap moet je zuinig zijn.”
Ook de uitstoot van stikstof van bedrijven zal de bedreigde natuurgebieden geen goed doen. In het onderzoek naar de acht gebieden zijn de opsommingen van flora en fauna die schade kunnen oplopen lang. De omgeving van het landgoed van Leuning bijvoorbeeld zou „grote negatieve impact” ondervinden, in het bijzonder vlindersoorten als het geelsprietdikkopje, de keizersmantel en de kleine ijsvogelvlinder, alsmede de kamsalamander, geelgors, koekoek, kraanvogel, roodborsttapuit, scholekster, torenvalk en zwarte roodstaart. „Met dit plan slacht Winterswijk de kip met de gouden eieren”, zegt Erwin Wiggers, bewoner van een van de beoogde gebieden, Tuunterveld.
Hier leven onder meer de kerkuil, koekoek en wielewaal. Wiggers is voormalig voorzitter van Voor Winterswijk, de partij die bij de vorige verkiezingen nog stemmen won door verzet tegen de aanwijzing van een nieuw bedrijventerrein, maar die binnen de huidige coalitie toch weer aan het zoeken is geslagen. „Het motto was ‘inbreiding in plaats van uitbreiding’. We zouden bestaand industriegebied revitaliseren vóórdat we zouden kijken naar andere terreinen”, zegt Wiggers, die inmiddels uit de partij is gestapt.
Geen acquisitiegedachten
Alle acht locaties liggen aan de rand van Winterswijk, langs een uitvalsweg. Het debat spitst zich niet alleen toe op de vraag welke locatie de beste is, maar gaat over nut en noodzaak überhaupt. De ambtenaren en wethouder Visser hameren erop dat Winterswijk een „direct tekort” aan ruimte heeft, zoals blijkt uit overleg met omliggende gemeente en de provincie Gelderland, en bovendien is vastgelegd in het Regionaal Programma Werklocaties (RPW).
Wethouder Visser: „We hebben de ruimte nodig. En zo veel zoeken we niet. Er zijn verschillende toekomstscenario’s onderzocht. Wij hebben gekozen voor een scenario van laagconjunctuur. Het gaat om netto zestien hectare terwijl wij als gemeente in totaal dertienduizend hectare hebben.” Bovendien, stelt de wethouder, wil de gemeente echt alleen ruimte voor Winterswijkse bedrijven maken. „We hebben geen acquistitiegedachten. We willen geen bedrijven van buiten naar hier halen. Het is echt voor de groei van Winterswijkse bedrijven. En grote bedrijven die zich hier willen vestigen, verwijzen we naar andere, regionale bedrijventerreinen.”
Ruimtevreters en dozenschuivers
De tegenstanders geloven daar weinig van. Ze denken dat het met die behoefte aan meer ruimte bij bedrijven reuze meevalt. En als die er daadwerkelijk is, stellen ze, dan kan die ruimte elders worden gevonden. De raad van commissarissen van een regionaal bedrijventerrein, het verderop gelegen Laarberg bij Groenlo, schreef onlangs nog een brief aan de gemeenteraad van Winterswijk. Daar staat: „Wij vinden het bijzonder dat stukken nationaal landschap moeten worden opgeofferd terwijl er op ongeveer tien kilometer afstand een regionaal industrieterrein ligt waar nog vele hectares braak liggen voor het vestigen van nieuwe bedrijven. Ook Winterswijkse bedrijven zijn daar van harte welkom en met een aantal van hen is (wordt) gesproken.” Waarom niet op deze uitnodiging ingaan?
Bovendien, zeggen omwonenden, valt er nog ruimtewinst te behalen op het huidige bedrijventerrein in Winterswijk. Verplaats „ruimtevreters” zoals transportondernemingen en „dozenschuivers” en richt de terreinen anders in. Omwonende Erwin Wiggers: „We zijn in Winterswijk strontverwend als het om ruimte gaat. Waarom parkeren bedrijven niet ondergronds? Waarom bouwen we op het bedrijventerrein nergens de hoogte in?” Johan Damkot, omwonende van een van de andere bedreigde gebieden, aan de Misterweg: „Er zijn voldoende mogelijkheden om ruimte binnen de bestaande terreinen te vinden.” Een terrein van een verdwenen fabriek van Philips is inmiddels in gebruik van een handelsonderneming. „Met alle respect voor dit bedrijf; daar had je perfect Winterswijkse bedrijven kunnen onderbrengen.”
Dat geldt ook voor het door de gemeente aangekochte terrein van een voormalige steenfabriek waarvoor nog geen bestemming is. Helaas, zegt raadslid Van Nijkerken: „De gemeente heeft geen toekomstvisie.” De verwijten raken de wethouder niet echt. Visser: „Onze bedrijventerreinen zijn volgebouwd. Je kunt zomaar niet schuiven met bedrijven.”
Lees ook
Ondanks alle grote plannen dreigt Nederland ‘krakend tot stilstand’ te komen
In Rotterdam heeft de rechter woensdag een man veroordeeld die verdacht werd van seksuele straatintimidatie. De 33-jarige Asmerom Z. krijgt een boete van 100 euro, plus 180 euro voorwaardelijk. Het Openbaar Ministerie had een boete van 280 euro geëist. Het is de eerste veroordeling voor seksuele intimidatie sinds het vergrijp op 1 juli landelijk strafbaar werd.
Sinds juli loopt er in Rotterdam, Utrecht en Arnhem ook een proefproject waarbij undercover boa’s in de gaten houden of er seksuele straatintimidatie plaatsvindt. Deze boa’s zagen op 9 augustus hoe de man op het Rotterdamse Schouwburgplein een jonge vrouw aansprak, achternaliep en haar bij haar heupen vastpakte. Volgens de handhavers was de vrouw daar niet van gediend.
Intimiderend, zo oordeelde de rechter over het gedrag van Z., en bovendien „vernederend, vreesaanjagend en onterend”. De 33-jarige man, die geen advocaat had meegenomen, liep volgens RTL Nieuws halverwege het voorlezen van het vonnis scheldend de rechtszaal uit.
Lees ook
‘Volg die daar: kans op een heterdaadje.’ In het Arnhemse nachtleven met de boa’s speuren naar straatintimidatie