Beleggen in ‘losse’ aandelen? Met deze drie tips kun je de risico’s beperken

De beurs Beleggen in losse aandelen is riskanter dan in fondsen met gespreid bezit. Hoe voorkom je groot verlies in woelige beurstijden? Drie tips van ‘losse’ beleggers die vorig jaar hard onderuitgingen, en twee professionals.


Illustraties Sophie van de Mars

Toen Tom Steenstra (24) begon met beleggen, deed hij maar wat. „Ik struikelde erin via een maatje en begon met crypto – bitcoin en ethereum.”

Daar maakte hij 100 respectievelijk 50 procent winst op. Dat smaakte naar meer. Toen hij zijn crypto verkocht had, stapte hij over op ‘losse’ aandelen – van individuele bedrijven dus – die op social media gehypet werden, zoals BlackBerry en Game-Stop. „Ik dacht dat de koers zou blijven stijgen”, zegt Steenstra, student marketing & communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam. Maar toen deze zogeheten meme-aandelen al snel enorm in waarde daalden op de beurs, ging hij voor 2.000 euro het schip in – pittig voor een student. „Toen realiseerde ik me: dit is bullshit, deze aandelen hebben helemaal geen basis. GameStop had bijvoorbeeld heel veel schulden en weinig reële waarde.”

Het waren echt niet alleen beginners die afgelopen jaar hun hoofd stootten op de beurs. Neem Janneke Willemse (48), een veteraan in de beleggingswereld. Als presentator van allerhande beleggingsprogramma’s bij RTL Z heeft zij elke aandelenanalist wel eens geïnterviewd. Sinds ze in 2013 de website blondjesbeleggenbeter.nl begon, waarop ze verslag doet van het reilen en zeilen van haar portefeuille in losse aandelen, was haar rendement hoog: gemiddeld 15 procent per jaar. Tot 2022: toen verloor ze 14.795 euro op de beurs, een min van zo’n 20 procent.

Zoals Willemse en Steenstra verging het afgelopen jaar veel particuliere beleggers. En tot nog toe houdt de malaise aan en daalt de koers van veel aandelen. Wie losse aandelen heeft, zal vaak meer verloren hebben dan mensen met veiliger beleggingen, zoals beleggingsfondsen of ETF’s – een beursgenoteerd ‘mandje’ aandelen of obligaties.

Toch zijn Nederlandse burgers gek op losse aandelen: een derde van al hun belegde geld zit daarin, ter waarde van 51,7 miljard euro, blijkt uit cijfers die De Nederlandsche Bank recent publiceerde. Als je een van die naar schatting twee miljoen beleggende Nederlanders bent, hoe kun je dan je verlies op losse aandelen beperken? Drie tips.

1 Spreid je geld

Met losse aandelen loop je veel meer risico dan met een beleggingsfonds – zeker als dat fonds niet één type aandelen bevat, zoals technologie- of bankaandelen, maar bedrijven uit zoveel mogelijk sectoren en landen. Simpel: zo wed je niet op één of tien paarden, maar op honderden tegelijk. Er bestaan zelfs fondsen met meer dan 5.000 verschillende aandelen. Vallen er een paar van om, dan is je verlies ook in slechte beurstijden veel minder dramatisch.

Maar de aantrekkingskracht van bijvoorbeeld losse techaandelen, van spannende bedrijven als Tesla of Apple, is groter dan van een fonds met tig namen erin die je niet eens allemaal kent. Hans Oudshoorn, die bij Saxo Bank vermogende beleggers begeleidt, zag het bij een vriend. „Hij had al zijn geld in een paar techaandelen gestoken, ondanks mijn waarschuwingen. Vorig jaar is de helft van de waarde verdampt. Ja, dat doet pijn.”

Als je de opbrengst van je aandelen straks nodig hebt voor je pensioen, is spreiding helemaal belangrijk. Dat is bij Janneke Willemse van blondjesbeleggenbeter.nl niet zo: daar heeft ze – verstandig – ETF’s en lijfrenteproducten voor. Daardoor kan ze zich meer vrijheid permitteren met haar losse aandelen. „Die heb ik omdat ik het leuk vind een aantal bedrijven waarin ik geloof te volgen, en te kijken of het scenario uitkomt dat ik daarvoor geschreven heb – het is deels een spel.”


Lees ook: Zit er een kern van waarheid in bekende tegeltjeswijsheden over beleggen?

Toch vindt Willemse diversificatie ook in haar ‘blondjesportefeuille’ belangrijk. Ze is het eens met Oudshoorn, die adviseert te spreiden over minimaal 10 à 25 verschillende aandelen.

Ook Tom Steenstra is inmiddels van het belang van spreiding overtuigd. Zijn meeste geld zit nu in ETF’s en de rest in 25 losse aandelen.

Diversificatie houdt óók in dat elk aandeel ongeveer hetzelfde gewicht heeft in je beleggingsportefeuille, zegt Dirk Gerritsen, docent financiële markten en beleggingsleer aan de Universiteit Utrecht. „Dat is bij indexen als de AEX ook zo. Houd het op maximaal 10 procent per aandeel.”

Om de verhouding intact te houden, moet je regelmatig je portefeuille herbalanceren, waarschuwt hij. „Anders vertegenwoordigt chipmachinefabrikant ASML straks misschien het grootste deel van de waarde – met alle risico van dien als de koers daalt.”

Dat is een van de dingen die vorig jaar misging in Willemses blondjesportefeuille. „In de loop der tijd waren een paar hele grote posities ontstaan. Dat heeft veel schade veroorzaakt.”

Zo maakten haar aandelen ASML een derde uit van de portefeuillewaarde. De koers daarvan daalde afgelopen jaar behoorlijk, van rond de 700 euro per aandeel in januari naar circa 500 op Oudjaarsdag. „Mijn tienjarige jubileum met blondjesbeleggenbeter.nl eindigde met de grootste domper ooit”, schreef Willemse daarover op haar blog.

2 Let op deze vier rode vlaggen

Sophie van de Mars

Met losse aandelen moet je anders omgaan dan met ETF’s. Janneke Willemse: „Je kunt ze niet uit het oog verliezen. Ik heb er al zóveel uren studie ingestoken.” Waarom? „Houd altijd in je hoofd dat je niet alles over een bedrijf weet. Er zijn voortdurend ontwikkelingen die je niet kunt voorzien. Denk aan het boekhoudschandaal bij Ahold, begin deze eeuw, waardoor het aandeel meer dan 60 procent in waarde daalde. Dat zag niemand aankomen – ook beursanalisten niet, die het bedrijf al tijden volgden.” Snel handelen bij een harde koersdaling kan dan toch veel geld schelen.

Daarnaast zijn er regelmatig grote politieke en macro-economische gebeurtenissen die de beursprestaties van bedrijven beïnvloeden. Zoals recent de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne.

Punt is: de toekomst voorspellen, kan niemand. Daarom geloven Dirk Gerritsen en Janneke Willemse niet in timing: als particuliere belegger de beurs te slim af zijn door bijvoorbeeld op specifieke momenten een aandeel te verkopen en zo verlies te beperken. Gerritsen: „Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat je rendement dan lager uitvalt dan dat van ETF’s en beleggingsfondsen waarvan de samenstelling niet verandert. Onder andere doordat beleggers vaak te laat dat aandeel opnieuw kopen en zo veel winst mislopen.” Bovendien moet je voor elke transactie op de beurs betalen en dat knaagt ook aan je rendement.

Willemse haalt dagelijks informatie over bedrijven en economie uit analistenrapporten, kranten en andere media. „Op basis daarvan weeg ik voortdurend af of ik actie moet ondernemen.” Bij grote gebeurtenissen onderneemt ze actie, „maar in de praktijk handel ik verder zo min mogelijk.”

Die aanpak lijkt te werken. Ondanks het grote verlies dat ze vorig jaar leed op haar blondjesportefeuille, is de 20.000 euro die ze in 2013 inlegde ruim verdrievoudigd.

Student Tom Steenstra verkoopt wél regelmatig aandelen. „Nooit om één reden”, maar vanwege een combinatie van factoren. De laatste keer was dat met containeropslagbedrijf Vopak. „Toen ik vorig jaar aandelen kocht, had het bedrijf al hoge schulden, maar met de rentestijging dit jaar voelde het niet goed meer. Ik vond het de verkeerde kant opgaan met de verhouding tussen nettoschuld en brutowinst. Dus heb ik m’n aandelen verkocht.”

Naast te hoge schulden bij stijgende rente zijn er meer ‘rode vlaggen’ waarbij het verstandig is verkoop te overwegen, vindt Hans Oudshoorn van Saxo Bank. Zoals een bestuursvoorzitter die vertrekt. „Of een met nevenfuncties, die niet voldoende aandacht meer heeft voor het bedrijf – zoals Elon Musk van Tesla die Twitter erbij kocht.”

Een derde rode vlag is in Oudshoorns ogen een directie met onrealistische doelen. „Een die bijvoorbeeld 30 procent groei voorspelt, terwijl analisten voor bedrijven uit diezelfde sector maar 6 of 7 procent verwachten.”

En tot slot is hij ook alert als een bedrijf veel geld in kas heeft en daar weinig mee doet, behalve cadeautjes uitdelen aan aandeelhouders – zoals veel dividend uitkeren. „Dan kan sprake zijn van strategische armoede.” Dat kan de inkomsten in gevaar brengen, bijvoorbeeld als een concurrent met een innovatief product komt.

3 Volg een vaste verkoopstrategie

Sophie van de Mars

Veelvoorkomend fenomeen onder beleggers is dat ze een aandeel waarop ze veel verlies lijden toch in bezit houden. De reden daarvan, volgens de bekende wetenschappers Amos Tversky en Daniel Kahneman: loss aversion, een afkeer van verlies. Deze emotie zou zó sterk zijn dat mensen alles doen om die te vermijden. En dan neem je bijvoorbeeld je verlies niet op de beurs.

Herkenbaar? Er is een truc: spreek bij aankoop van een aandeel gelijk met jezelf af welk procent verlies je acceptabel vindt. Hoeveel procent dat is, kan je van het type bedrijf laten afhangen: groeien de inkomsten snel of is het een gevestigde naam met een stabiele kasstroom? Hoe risicovol is, kortom, de business?

„Met zo’n vaste verkoopregel dwing je jezelf tot nadenken vóór de koers daalt en laat je verlies niet eindeloos oplopen”, legt Oudshoorn uit. Weeg ook je doel mee: beleg je voor je pensioen over tien jaar of voor de lol?

Heb je een verkoopregel bedacht, dan kun je bij de broker waar je belegt instellen dat een aandeel automatisch verkocht wordt als het een bepaalde koers bereikt, met een zogeheten stoploss-order. Dat kan bijvoorbeeld bij De Giro.

Stel, je koopt een aandeel op een koers van 10 euro en wil het verkopen als het daalt naar 8 euro. Dan zet je een stoplossorder op die laatste koers. Oudshoorn: „Besef wel dat een stoplossorder geen garantie is dat je precies op die 8 euro uitkomt. Als de koers hard daalt, kan die lager worden [voordat het aandeel daadwerkelijk verkocht wordt] – en is je verlies dus groter.”