Hoe leer je een 3-jarige om niet zomaar met mensen mee te gaan?

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.


Illustratie Martien ter Veen

Ouders: „Ons zoontje van bijna 3 begint altijd en overal een praatje met volwassenen. Van de supermarktbeveiliger tot stamgasten van een kroeg waar we voorbijlopen. Het liefst gaat hij met iedereen mee en met mooi weer loopt hij overal naar binnen. Hij is dat gewend omdat we wonen in een autovrije wijk met gezinnen waar iedereen elkaar kent. Mensen lopen soms letterlijk met hem weg, zoals laatst toen iemand met hem een kleurplaat ging halen. Hoewel we deze eigenschap mooi vinden, vragen we ons af wanneer we hem en op wat voor manier duidelijk moeten maken dat hij niet zomaar altijd met iedereen mee kan. Hoe kunnen we zeggen dat hij dit niet moet doen, zonder hem bang te maken? We willen hem niet afremmen in zijn enthousiasme. Hij neemt wat we zeggen heel serieus.”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Veilig oefenen

Rian Meddens: „Wat mooi, deze nieuwsgierigheid en openheid. Kinderen in deze leeftijd houd je sowieso onophoudelijk in de gaten. Je weet zo precies waar ze zijn en met wie. Vanaf een jaar of 6 kunnen ze zelf buiten spelen, maar hoe impulsiever, hoe langer je controle houdt. Kinderen jonger dan 6 kunnen wel even kort uit zicht spelen, zolang je weet waar. Ouders voelen dit zelf doorgaans goed aan.

„Begin met uitleggen dat hij nooit met iemand mee mag gaan zonder het eerst aan papa of mama te vragen. Ook niet als die persoon heel aardig is of bijvoorbeeld iets heel leuks of lekkers heeft. ‘Kom het altijd eerst vragen.’ Houd de uitleg kort en simpel: ‘Dit is belangrijk omdat we dan weten waar je bent.’

„Omdat jullie nog goed toezicht houden kun je mooi meekijken of hij deze oefening al in de praktijk brengt. Mocht het hem niet lukken, gebruik het dan als een leermoment door achteraf uit te leggen dat hij het volgende keer moet komen vragen.”

Verschil aanleren

Rianne Kok: „Het is voor jullie peuter nog te complex om concepten te begrijpen, zoals wat ‘ver’ is, of wie een vreemde is. Maar jullie kunnen wel oefenen dat hij in sommige situaties bij jullie in de buurt moet blijven. Leg als u ergens heen gaat uit wat u gaat doen. Bijvoorbeeld: ‘We gaan eerst door een drukke winkelstraat. Dan is het nodig dat je bij mij in de buurt blijft, dus moet ik je handje vasthouden. Als we dan ergens iets gaan drinken mag je zelf vrij rondlopen.’ „Dat zal hij niet in één keer leren. Peuters zijn impulsief, als ze een hondje zien aan de overkant rennen ze ernaar toe. Dus u moet daar toch een beetje achteraan blijven hobbelen.

„Voor een explorerend kind kan een hand vasthouden onvrij voelen. Dan kan het helpen om ondertussen samen een spelletje te doen, zoals alles opnoemen wat groen is. U kunt hier samen ook een van de vele boekjes over lezen, zoals dat van een hondje dat zijn moeder in een warenhuis kwijtraakt omdat het iets lekkers ruikt. Tijdens zo’n leermoment in een drukke winkel of straat kunt u naar dat boekje verwijzen: ‘Weet je nog van dat hondje? Daarom doen we dit even zo.’

„Naarmate jullie kind ouder wordt, zal het meer over de gevaren leren, maar voorlopig kunt u op deze manier aansluiten bij zijn opgeruimde peuterbeleving zonder hem angst aan te jagen. Een praktische tip is hem een bandje omdoen met jullie telefoonnummer erop.”

Rian Meddens werkt als orthopedagoog bij Psychogoed.nl dat ouders helpt bij opvoedkwesties. Rianne Kok is universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit en promoveerde op de ontwikkeling van zelfregulatie bij jonge kinderen.