Vreselijk Koningslied leidde tot nationale verbroedering

Tien jaar geleden leidde het Koningslied tot een golf van afkeuring. Dat was óók verbindend, leest Liam van de Ven.

Meezingconcert Samen voor Oranje met het Koningslied
Meezingconcert Samen voor Oranje met het Koningslied

Foto ANP / Kippa

De dag die je wist dat zou komen, is eindelijk hier: het Koningslied bestaat een decennium. Bedoeld om de onderdanen achter de aanstaande koning Willem-Alexander te scharen, werd het lied „mikpunt […] van nationale spot”, aldus NRC. De monarch sprong onlangs nog in de bres voor de makers. Al draait hij het nummer niet geregeld in Paleis Huis ten Bosch: „Ik heb het wel een paar keer gehoord maar ik kan het niet fluiten, zeg maar.”

Afkeer

Uit de NRC-archieven blijkt dat de krant zo’n tweehonderd artikelen plaatste waarin het Koningslied (zijdelings) genoemd wordt. In Nederland heerste een collectieve afkeer van het Koningslied toen het elf dagen voor de inhuldiging van Willem-Alexander in 2013 werd gepresenteerd. De Volkskrant-columnist Sylvia Witteman begon een petitie tegen het Koningslied die meer dan 40.000 keer werd ondertekend. Wijlen Wim de Bie: „We leven in een open inrichting.” De grootste aanfluiting vond men de rommelige tekst (bijvoorbeeld: „onze daden gaan niet onderuit” en „de W van wakker stamppot eten”). Er werden in korte tijd zo veel alternatieve Koningsliederen gemaakt dat het fenomeen zijn eigen Wikipediapagina heeft.

„Miljoenen coaches die beter weten”, schreef songwriter John Ewbank profetisch in het Koningslied. Op Twitter werd hij vervolgnens zo heftig uitgejouwd en bedreigd door „engerds en labiele personen”, dat hij het lied na een dag terugtrok. „Was het dan echt zo erg?” kopte NRC. Het Nationaal Comité, dat de troonswisseling organiseerde, vond van niet. En dus werd op 30 april, na elf dagen hoon, het Koningslied in Ahoy Rotterdam uitgevoerd voor tienduizend man. Het koningspaar keek mee via videoverbinding vanaf het IJ, volgens NRC een van de vier belangrijkste momenten van de troonswisseling. NRC-recensenten spraken van een „discutabele” videopresentatie. Gezien de tijdsgeest een welwillend oordeel.

In Ahoy zelf was er een écht moment van respijt voor het door de mangel gehaalde Koningslied: een reportage van de opvoering toonde dat de tienduizend aanwezigen tot tranen geroerd waren. „Azijnzeikerij”, zei een aanwezige over de Koningsliedhaat: „Een paar regels in het lied kloppen niet. Nou en?”

Heisa

En zo leek de heisa voorbij. Totdat in 2015 werd onthuld dat het Koningslied meer dan een half miljoen euro had gekost. Zoals de zang tegen het einde van het Koningslied wederom aanzwelt, zo ook de volkswoede om het uitgegeven belastinggeld. De NOS stelde zelfs dat De Wereld Draait Door en NPO Radio 2 geld hadden gekregen om het lied te promoten. Dat bleek quatsch, maar toenmalig staatssecretaris Sander Dekker (Media, VVD) concludeerde toch dat de publieke omroep financieel transparanter moest worden.

Inmiddels duikt het lemma ‘Koningslied’ nog geregeld op in NRC – twee maanden terug bijvoorbeeld, toen werd geconcludeerd dat het Koningslied het einde van ‘white saviour celebrity songs’ had ingeluid. Waarom is het Koningslied nog altijd relevant? NRC-cultuurredacteur Raymond van den Boogaard schreef tien jaar terug: „In één opzicht was het Koningslied een groot succes: iedereen heeft het erover, en bijna iedereen vindt het slecht.” Die collectieve afkeuring was, volgens hem, niets minder dan nationale verbroedering.